Geerts krijgt WK-leiding cadeau na panne Vialle
De GP van Duitsland werd een grote triomf voor het Genkse Kemea Yamaha. Thibault Benistant pakte de GP-zege, teammaat Jago Geerts is - na mechanische pech van Vialle - opnieuw WK-leider.
Eén week geleden was de sfeer binnen het Genkse team nog te snijden omdat Benistant teammaat Geerts in Ernée geen vrije doorgang verleende. En zo ging de GP-winst - en drie extra WK-punten - naar rivaal Vialle. De discussie over het al dan niet geven van teamorders laaide weer op. Afgelopen week werd - na een babbel met de rijders - besloten om die voorlopig niet te geven. “Dat overwegen we pas in de laatste drie GP’s”, verklaarde teammanager Michele Lavetti.
In de eerste reeks beten de twee Kemea-rijders - die tien ronden lang met elkaar in duel gingen hun tanden stuk op Vialle. De KTM-rijder werd eerst opgejaagd door Benistant en in de slotfase door Geerts. De Balenaar kwam nog heel dicht, maar Vialle gaf geen krimp.
In de tweede reeks eiste hetzelfde drietal opnieuw de hoofdrol op. Benistant kwam snel aan de leiding en kreeg Vialle en Geerts in zijn wiel. In de vijfde ronde liep het mis voor Vialle, toen zijn KTM de geest gaf. Eén en twee voor Kemea in reeks twee én in de Grote Prijs. En nog veel belangrijker: Geerts (3+1) kreeg door de panne van Vialle de WK-leiding weer in de schoot geworpen. “Met een gelukje, ja”, besefte de Balenaar. “Ik hing vlak achter Vialle toen hij problemen kreeg. Een ronde later zag ik hem nog aan de kant staan. Ik weet hoe dat voelt, ik heb dat ook al meegemaakt. Dat is balen.” Geerts telt - met nog acht GP’s te gaan - nu acht punten meer dan Vialle. “Het is leuk om die rode plaat weer te hebben, maar meer ook niet. De weg is nog héél lang”, zei de Kempenaar, die de rode plaat aan zijn Truiense mecanicien Yves Baeten - die zondag 51 werd - schonk.
MX2: 1. Benistant (3+1) 45, 2. Geerts (2+2) 44, 3. Haarup (4+3) 38, 4. Horgmo (6+5) 31, 5. Längenfelder (9+4) 30. WK-stand: 1. Geerts 460, 2. Vialle 452, 3. Längenfelder 353, 4. Horgmo 326, 5. Haarup 319,... 13. Everts 145