Corona-alarm keert terug in het peloton
Corona verdween nooit helemaal uit het peloton, maar nu de cijfers in de samenleving weer oplopen, treft het virus ook het wielrennen weer volop. En dat op zowat het slechts mogelijke moment: twee weken voor de Tour. Het zorgde aan de start van de Ronde van Zwitserland voor enige ongerustheid. “Vier teamleden hebben positief getest”, aldus Merijn Zeeman, sportief manager bij Jumbo-Visma. “We weten allemaal hoe besmettelijk het is en hoe snel het kan gaan. Daarom vonden we het onverantwoord om in koers te blijven.”
“Natuurlijk is dit even schrikken”, merkte de ploegdokter van een vooraanstaande ploeg op. “Niet dat we meteen heel bang zijn voor de gezondheid van de renners. De grote medische complicaties zijn na alle vaccinaties gelukkig van de baan. Veel meer dan een snotneus stelt het niet meer voor. Maar je wil niet dat je kopman straks positief test en niet mag starten in de Tour.”
Streng testprotocol
Vooral dat laatste angstbeeld keert terug. Niet in het minst omdat de UCI nog altijd een vrij streng testprotocol hanteert. Bij elke wedstrijd van zes dagen of langer moeten de renners en hun entourage een PCR-test ondergaan. Elke renner of elk staflid dat positief test moet zo snel mogelijk de wedstrijd verlaten. Heb je meer positieve gevallen, dan volgt overleg op met de organisatie en de UCI. Een volledige verwijdering - een nachtmerrie voor elke ploeg - behoort nog altijd tot de mogelijkheden. Zeker in de Tour zullen de vele testen daarom bang tegemoet gezien worden. Met een verplichte PCRtest twee dagen voor de start en een hertest na elke zeven dagen zullen de Tourrenners minstens vier keer getest worden.