Het vet is van de soep
Wat vermag deze federale regering nog? Die vraag wordt met de dag pertinenter. Op twee jaar voor de verkiezingen - met een regering die nog niet eens halverwege haar ambtstermijn is lijkt vreemd genoeg het vet al een tijdje van de soep. Terwijl de OESO en de Nationale Bank schreeuwen om structurele hervormingen, morrelen onze politici in de marge. Ook de afgestofte Arbeidsdeal, die vrijdag na negen maanden onderhandelen eindelijk definitief werd goedgekeurd, is niet veel meer dan een modernisering van de arbeidswetgeving. De echte hervormingen, die ons land naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent moeten brengen, blijven uit.
Met een langverwacht zomerakkoord probeert premier Alexander De Croo (Open Vld) de illusie te wekken dat zijn ploeg zich nog niet heeft vastgereden. Maar dat zijn zevenkoppige Vivaldi-orkest al een tijdje vals speelt, kan zelfs de dirigent niet meer ontkennen. De hoop op echte hervormingen is volgens ingewijden al lang vervlogen. Dat er binnen een onuitgegeven regering met zeven partijen interne strubbelingen zouden ontstaan, was te verwachten. Maar de profileringsdrang van de schoonmoeder-partijvoorzitters heeft de zaken zo op de spits gedreven dat er van de beloofde nieuwe manier van politiek bedrijven niets meer overblijft. Integendeel, dit kabinet begint steeds meer op het vorige kibbelkabinet te lijken, een imago dat De Croo en co nochtans beloofden te vermijden. Vivaldi zou constructief worden, niet destructief.
In de strijd om het Franstalige marktleiderschap negeren MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez en zijn PS-collega Paul Magnette die ambitie al vanaf het begin. Maar ook aan Vlaamse kant worden de partijvoorzitters de laatste maanden meegezogen in de onenigheid. Dat er bij Groen en straks ook cd&v nieuwe leiders aantreden die op hun beurt nood hebben aan profilering, bemoeilijkt de zaken nog. Her en der viel deze week het woord anarchie. Dat brengt ons bij het gerucht dat al maanden de ronde doet in de Wetstraat: deze regering zou er in 2023 wel eens vroegtijdig mee kunnen stoppen. Dat zou De Croo meteen een exit bieden naar het internationale toneel. De vraag is wie daar verder iets bij wint. Vooral de Franstalige partijen schijnen die dolksteekpiste politiek-strategisch interessant te vinden, maar Bouchez en Magnette willen één ding maar niet snappen: door deze regering in de gracht te rijden effenen ze de weg voor een zwarte zondvloed. De onvrede over de politieke besluiteloosheid was al groot en is met de historische inflatie alleen nog maar toegenomen. In Wallonië is dat misschien geen politiek probleem, maar als straks aan Vlaamse kant alle gesprekspartners worden weggeveegd, met wie zullen de Franstaligen dan nog samenwerken?
Reacties: dekern@hbvl.be