“Mijn objecten zijn geen gebruiksvoorwerpen, maar een manier om met elkaar te praten”
Een eindwerk waarin endometriose en CVS een prominente rol opeisen? Dat moet van een student genees- of verpleegkunde zijn, maar zoek het snel in een andere richting: productdesign. “Een discipline die breder is dan het louter ontwerpen van gebruiksobjecten”, zegt Fenia Proost.
Een Antwerpse die naar Genk komt om aan LUCA School Of Arts productdesign te studeren, daar moet ze een goede reden voor gehad hebben. Familiale roots, bijvoorbeeld. “Mijn oma langs vaderskant is afkomstig van Maaseik, maar dat had niets met mijn keuze te maken”, weerlegt Fenia Proost (23). “Ik kon ook naar de universiteit van Antwerpen. Ik liet me echter vertellen dat daar vooral productontwikkelaars gevormd worden, mensen die voor de industrie werken. Aan Howest in Kortrijk leiden ze naar verluidt vooral makers op, heel praktijkgericht. LUCA School of Arts op campus C-mine biedt de combinatie, praktijk en theorie goed op elkaar afgestemd. En het is een kleine, warme school.” Fenia Proost omschrijft het thema van haar eindproef als het zichtbaar maken van mensen met een niet-zichtbare beperking. Qué? “Ik ben zelf zo iemand. Ik heb spasmofilie, dat is een aandoening waarbij je spieren abnormaal gevoelig zijn. Daardoor heb je de indruk dat je voor dezelfde taak twee keer zoveel inspanningen moet doen als iemand anders en ben je veel sneller moe.” Ze werkte twee casestudies uit. Het ene rond een jongeman met CVS (chronisch vermoeidheidsyndroom), het andere rond een meisje met endometriose (een aandoening van het baarmoederslijmvlies).
“Mijn uitgangspunt was: hoe zou je hun probleem in een fictieve wereld meteen kunnen oplossen? Het antwoord van de jongen was verrassend: door overal onmiddellijk te kunnen slapen. Daarom maakte ik vier pakken op maat met kussentjes, waardoor hij in theorie overal kan gaan liggen. Ik maakte ook mallen van zijn ideale lighouding. Aan de kust in het zand, of course, want dat is de meest malbare omgeving. Voor het meisje ontwierp ik een soort waterkruik die in haar schoot past.”
“Het doel van mijn eindwerk was vooral het visualiseren van een probleem en het empoweren van mensen die ermee geconfronteerd worden. De toekomst van design ligt volgens mij eerder in het aankaarten van problemen dan in het oplossen ervan. Mijn objecten zijn geen gebruiksvoorwerpen, maar communicatietools. Ik geloof heel hard in performance design: je vertelt een verhaal en legt daarmee de link naar theater en andere kunstvormen.”