Pensioenen kunnen factuur van woonzorgcentra niet bijbenen
OUDERENZORG
HASSELT/LUMMEN
Tal van woonzorgcentra hebben de voorbije maanden een prijsverhoging doorgevoerd. Pensioenen volstaan lang niet altijd meer om die factuur te betalen. Dat is ook het geval voor Mathilde Snyers (100 jaar) die sinds haar 97ste in Het Meerlehof in Lummen verblijft. “Ze is daar goed, we hebben niks te klagen”, vertelt Mathildes schoondochter Liliane Carmans. “Maar het arbeiderspensioen van mijn schoonmoeder bedraagt 1.397 euro en dat is ruim onvoldoende om de factuur van het rusthuis te betalen. Voor een verblijf van 31 dagen bedraagt die factuur 1.790 euro, en dan krijgt ze als inwoonster van Lummen al vermindering op de dagprijs.” Het tekort bedraagt dus zo’n 400 euro. “Gelukkig krijgt ze momenteel een zorgbudget van 440 euro per maand. Da’s nog niet het maximum omdat ze niet geheel hulpbehoevend is, ze kan nog zelf stappen en eten. Daarbovenop krijgt ze ook een vast zorgbudget van 130 euro. Dat maakt samen 570 euro extra. Samen met haar pensioen kan ze daarmee de maandelijkse factuur betalen”, legt Liliane uit.
Andere kosten
In de dagprijs van Het Meerlehof zijn verzorging, maaltijden, onderhoud van de kamer, verzorgingsen incontinentiemateriaal, wassen van beddengoed en handdoeken, een familiale verzekering, tv-aansluiting op de kamer, een koelkast en toiletartikelen inbegrepen. Maar eeuweling Mathilde heeft nog andere maandelijkse kosten. “Consultatie van artsen, nodige medicatie: dat is zo’n 50 euro, vorige maand zelfs 170 euro”, overloopt haar schoondochter de lijst. “Plus verzorgingsproducten zoals speciale crèmes tegen de jeuk, kine voor haar nek, de kapper, een telefoonabonnement, een hospitalisatieverzekering en lidgeld van de mutualiteit.”
“Om de zes weken krijgt mijn schoonma voetverzorging en we zorgen ook voor wat fruit en snoepjes”, gaat Liliane verder. “We kopen soms kleding, zoals voor haar honderdste verjaardag. En ze wil ook wel eens een centje geven aan klein- of achterkleinkinderen.” Mathilde heeft geen andere inkomsten, wel een klein spaarpotje. “Maar dat is al niet overdreven en daar wil ze liefst niet aan gaan, dat vindt ze erg”, zegt Liliane. “Mijn man en ik betalen daarom ook veel van onze bankkaart en stellen haar gerust. Mijn schoonma komt niks te kort. Maar mensen die geen spaarcent hebben en geen familie die wat bijschiet, voor hen is het triestig overleven, zonder extraatjes.”
Gemiddeld 6,77 procent
Bij de 367 Vlaamse woonzorgcentra die tussen 1 maart en 28 april hun prijzen verhoogden, steeg de prijs gemiddeld met 6,77 procent of 123 euro per maand. Ook vzw Ocura dat vier wzc’s uitbaat in Limburg verhoogde de tarieven. “Anders stevenden we af op een groot tekort”, reageert Parick Siborgs, algemeen directeur van Ocura. “Vooral loon- en energiekosten swingden de pan uit. Bij een wzc van het OCMW fietst de lokale overheid het gat misschien dicht maar bij commerciële spelers niet.”
“Het is niet goedkoop om in een wzc te verblijven”, erkent Siborgs. “Maar we investeren ook in hedendaagse infrastructuur en voldoende personeelsomkadering. Maaltijden en activiteiten zijn inbegrepen, een aantal verzekeringen,... En als je thuis blijft wonen, heb je ook kosten voor onderhoud van de verouderende woning. Dat valt weg in een wzc.” Een wzc-factuur gaat vlug naar 2.000 euro per maand. “Zoveel pensioen hebben veel mensen niet”, beseft Siborgs. “Langs de andere kant vergeet de doorsnee Vlaming dat hij nog vastgoed heeft en in het beste geval nog een spaarboekje. Maar dat appeltje voor de dorst willen mensen niet opofferen, dat moet voor de erfgenamen blijven. Waarschijnlijk moeten velen die financiële buffers toch aanspreken. Als Ocura blijven we ook ijveren voor een betere structurele basisfinanciering voor wzc’s.”