Nafi Thiam verlost van blessurezorgen richting WK
ATLETIEK
BK IN GENTBRUGGE “Tout va bien, alles gaat goed.” Gevolgd door een glimlach. “Dat was een kort antwoord, hè?” Nafi Thiam (27) trekt met vertrouwen de laatste rechte lijn richting het WK atletiek in het Amerikaanse Eugene (15-24 juli) in. De grote zorgen die er waren over haar zware rugblessure zijn stilaan van de baan.
De komende week test Thiam nog twee keer het lichaam in eigen land, voor ze afzakt naar de Verenigde Staten om de wereldtitel zevenkamp te veroveren die ze drie jaar geleden kwijtspeelde aan Katarina Johnson-Thompson. Dit weekend neemt de tweevoudige olympisch kampioene op het BK atletiek deel aan het verspringen en de 100 meter horden. Volgende week woensdag loopt ze in thuisstad Luik opnieuw de horden, gecombineerd met het hoogspringen. In dat hoogspringen verbaasde Thiam zichzelf afgelopen zondag door op de Diamond League van Parijs in haar eerste wedstrijd sinds Tokio meteen over 1 meter 92 te gaan, een evenaring van haar prestatie op de Spelen. “Een enorme opluchting”, gaf Thiam gisteren toe. Het uithangbord van de Belgische atletiek was al maanden op de sukkel met een rugblessure. “Mijn voorbereiding was flink verstoord. Bovendien werd mijn vaste trainingspiste in Luik gerenoveerd en moest ik trainen in Sart-Tilman, waar geen hoogspringinstallatie was. Ik heb me moeten behelpen. Dat ik het zo goed deed in Parijs, was een mooie verrassing. Dat heeft me meer vertrouwen gegeven dan ik had gehoopt.”
“Nog altijd nerveus”
Op haar 27ste heeft Thiam nochtans alles gezien en meegemaakt in haar carrière. “Toch ben ik nog altijd een beetje nerveus voor zo’n WK. Als je een héél jaar toewerkt naar één doel, ben je altijd een beetje gestresseerd als het dichterbij komt. Als dat niet het geval was, zou ik een probleem hebben. Dat zou een beetje blasé zijn. Ik zie die nervositeit als goede stress. Die heb ik nodig om gemotiveerd te geraken en zin te krijgen in het evenement.”
Thiam geeft toe dat het niet altijd even makkelijk is om zich elk seizoen opnieuw te blijven opladen, zeker niet in een postolympisch jaar. “Elke zomer moet ik er staan. Een jaar met Spelen wordt gevolgd door een jaar met een WK en een jaar later is er weer een EK. Nooit heb ik eens een jaar om op adem te komen. Het is niet altijd makkelijk om weer te beginnen. Bovendien was vorig jaar een moeilijk jaar met veel blessures. Ik hoopte dit jaar wat meer gespaard te blijven, maar dat draaide helaas anders uit. Het is niet makkelijk om daarmee om te gaan. Maar kijk, ik ben er nog altijd. En ik amuseer mij nog altijd. Ik voel me goed en stel me fysiek en mentaal niet te veel vragen. Ik sta waar ik moet staan en ik heb er vertrouwen in dat ik in Eugene goede resultaten zal neerzetten.”