Schrijvers en filmsterren onder Gestapo-bewaking
Waar kennen we Illies van?
Van 1913. Het laatste gouden jaar van de twintigste eeuw en het vervolg daarop: Nog meer 1913. Het laatste gouden jaar. Het eerste deel was een commerciële bom: in Duitsland het meest verkochte non-fictieboek van 2013, de Duitse oplage telde een miljoen exemplaren. Het stond zeventig weken op de bestsellerlijsten en werd in 28 talen vertaald. Wat was er zo bijzonder aan? De formule, de aanpak: Illies (53) plunderde het jaar 1913 op honderden merkwaardige culturele feiten en anekdoten uit het leven van schrijvers, kunstenaars en acteurs, van dag tot dag, maand tot maand. Soms gaat het om vier regels, soms om een paar bladzijden. En de lezer kan altijd en overal ‘instappen’.
Wat doet de auteur in dit boek?
Hetzelfde, maar dan voor de jaren 1929-1939. Hij is inmiddels fors onderscheiden en mede-eigenaar van een Berlijns kunstveilinghuis geworden. Dit werk is ingedeeld in drie grote hoofdstukken, vóór 1933, 1933, en erna. ‘Hitler aan de macht’ staat dus centraal. In het register kun je in een oogopslag zien wie de dienst uitmaakt: Bertolt Brecht, Marlene Dietrich, Erich Maria Remarque, de familie Mann (Erika, Heinrich, Katia, Klaus en Thomas), maar ook Sartre en Simone de Beauvoir bijvoorbeeld, Scott Fitzgerald en zijn vrouw Zelda, Ernst Jünger, Henry Miller, of Nabokov, evenals de filosoof Wittgenstein en Erich Kästner.
Erich Kästner?
Ja, die Kästner van Emiel en de detectives, een wereldbestseller, in meer dan 50 landen vertaald. In maart 1932 wordt hij samen met een hele reeks andere auteurs uit de Duitse auteursvereniging