Kirsten Flipkens heeft haar lievelingstoernooi uitgekozen om als enkelspeelster afscheid te nemen.
nu toch niet…’ Ik wilde dus nog zes maanden tennissen en afzwaaien in Wimbledon. Veel mensen hebben me gezegd dat ik een proces moest opstarten, maar doe dat maar eens in Abu Dhabi… En wie moet je aanklagen? De WTA? Dat toernooi? Die sponsor? In Amerika zou dat een ander verhaal zijn. Uiteindelijk heb ik een half jaar niet kunnen spelen, dus een half jaar geen inkomsten gehad.“
En opnieuw haalde je Wimbledon dus niet.
“Dat accident gaf me een mentale tik. Ik kon het niet meer opbrengen om de kleine evenementen af te schuimen en koos voor een selectief programma. Alleen mijn favoriete toernooien kwamen op de agenda. Indian Wells, Dubai, Doha, Miami, Australië: er zijn ergere locaties. Hopelijk haal ik dit keer wel gezond en fit Wimbledon. Puur op talent, en als ik me veertig procent meer zou geven op training, ben ik nog altijd de top honderd waard, maar ik kan het niet meer opbrengen.”
Puur technisch was je altijd wereldtop.
“Dat was mijn grote voordeel. Als ik elke dag vier of vijf uur pure tennistraining had moeten doen – ballen kloppen om beter te worden – dan zou ik het nooit tot mijn 36ste hebben uitgehouden. Gelukkig kwam ik met zowat de helft toe. De rest was conditie, recuperatie en verzorging. Soms betrad ik wekenlang amper een tenniscourt, maar werkte toch aansluitend een sterk toernooi af.”
Waarom kan je afscheid niet anders dan in Wimbledon zijn?
“Op alle vlakken is dat voor mij het toernooi van het jaar: de sfeer, de traditie, de ondergrond, de aanwezigheid van mijn ouders... Geen enkel toernooi komt in de buurt. Ik was twaalf jaar toen ik daar voor het eerst kwam, toen Kim (Clijsters, nvdr.) bij de juniores de finale speelde. Ik zat in de tribune, samen met Elke en onze beide moeders. ’s Avonds mocht ik meteen naar het gala. Ik was verkocht. Bovendien past gras perfect bij mijn manier van spelen.”
In 2003 won je Wimbledon bij de juniores, tien jaar later bereikte je daar de halve finales.
“Voor mij zal het volgende week een lastige evenwichtsoefening worden tussen genieten en presteren. Ik mag me niet laten meeslepen door mijn emoties. Mijn prestaties in Rosmalen en Eastbourne tonen alleszins dat ik niet stop omdat ik het niet meer kan. Behalve mijn ouders zullen er sowieso nog wat vrienden en familieleden naar Londen afzakken. Ik heb nog gezocht naar een huis in Wimbledon waarin ik dat gezelschap kan onderbrengen. Het mag dit jaar iets mooier en duurder zijn. En ik ga ook in Mol – op de plaatselijke club of in mijn tuin – zelf nog iets organiseren.”
Heb je voldoende genoten van al die jaren?
“Er zijn weinig sporten waarin het zo snel gaat. Onlangs zag ik een tweet van Caroline Garcia, de winnares van Roland Garros in het dubbelspel. De dag na haar zege moest zij al om 6 uur ’s morgens naar Nottingham vertrekken. Maar ik heb altijd een goede middenweg gevonden. Een paar dagen thuis, gaan eten met vrienden, tijd met de familie, een sessie jetskiën, kriekske erbij. Er zijn veel meisjes die alleen tennis kennen en vier à vijf maanden lang van toernooi naar toernooi zwerven. Ik zou zot worden.”
Je hebt het sowieso al een jaar of zeven langer volgehouden dan vorige generaties Belgen: Sabine Appelmans, Dominique Monami, Justine Henin of Kim Clijsters.
“Maar Kim stond op haar zestiende al in de vierde ronde van Wimbledon, ik kwam op die leeftijd net piepen. En ik heb ook veel kwetsuren gekend in de eerste jaren van mijn carrière. Op mijn achttiende verklaarden dokters dat ik de rug had van een 65jarige. Topsport? Dat zou niet lukken. Mijn tus