“Wie snelste sprint rijdt, wint niet altijd”
De eerste halve minuut wist Middelkerke niet voor wie het net gejuicht had. Een fotofinish moest uitsluitsel geven wie de driekleur kreeg: Tim Merlier of Jordi Meeus. De foto wees uit dat de jump van de Lommelaar net te laat kwam. De sprinttroef van BORA-hansgrohe reed nochtans veruit de snelste sprint.
“Ja, misschien wel. Maar wie de snelste sprint rijdt, wint niet altijd. Ik denk dat ik redelijk goed gepositioneerd zat in het wiel van Jasper (Philipsen, nvdr). Maar achteraf bekeken zat ik misschien net die fiets te ver. Jasper zat in het wiel van Tim (Merlier, nvdr) en het is een ongeschreven wet dat je niet inbreekt in het treintje van een concurrerende ploeg. Omdat ik veel respect heb voor Jasper wilde ik hem niet vol in de wind duwen. Dus wachtte ik tot Jasper aanging. Ik merkte echter dat ik sneller kon en remonteerde hem. Iedereen remonteren zat er echter niet meer in. Ik strandde op centimeters.”
En dus overheerst nu…
“Een gevoel van ontgoocheling natuurlijk. Ik kwam hier om te winnen, dan is het zuur om op enkele centimeters tweede te worden. Anderzijds, op enkele rondes van het einde dacht ik dat mijn kampioenschap erop zat. Uiteindelijk mag ik van geluk spreken dat ik nog heb kunnen sprinten om de overwinning.”
Je bewijst dat je over de benen beschikt om ook in de Tour om de prijzen mee te sprinten.
(Knikt) “Ik ben op niveau en voel me ook klaar om te gaan. De selectie is nog niet helemaal rond, maar ik verwacht niet dat ik ga. Al is er nog een kleine kans.”
Het goede nieuws: je halveert ieder jaar je resultaat, Jordi.
(Lacht) “Vierde, tweede, dan eindig ik volgend jaar in Izegem eerste. Als dat zou kunnen!”