“Had niet meer de sprintbenen na mijn offensieve koers”
Vooraf stond hij bovenaan ieder favorietenlijstje. Finaal moest Jasper Philipsen vrede nemen met het brons. De Vlam van Ham was al wat gedoofd na een namiddag in het offensief. “Ik heb met open vizier gekoerst, gooide vroeg mijn kaarten op tafel en had nog wel iets over. Maar om aan het eind nog over je allerbeste sprintbenen te beschikken, dat is nog iets anders”, vatte Philipsen zijn koers bondig samen.
Je kende geen rimpelloze dag. Je maakte een smak tegen het asfalt – samen met ploegmaat Merlier – en kende materiaalpech in volle finale.
“Klopt. Aan de linkerkant lag een putje in de weg. Voor me vielen ze en ik dacht ze langs links te ontwijken. Eén van de fietsen belandde echter vlak voor me waardoor een val onvermijdelijk was. Ik heb wat last van de heup, maar de schade lijkt mee te vallen.” “Nadien kreeg ik af te rekenen met een haperend versnellingsapparaat. Ik wist dat als ik daarmee naar de meet moest gaan, ik geen schijn van kans maakte. Dus drong een wissel zich op en was het gokken geblazen naar een geschikt moment. Ik dacht dat ik achter de auto mocht terugkomen, maar dat bleek niet het geval. Gedurende de hele dag