“Na vijf kilometer dacht ik dat mijn koers voorbij was”
Tim Merlier is de nieuwe Belgische kampioen. Ooit een veldrijder van de tweede rij, ondertussen met voorsprong de meest gedecoreerde sprinter van het land.
Hoeveel keer heb je gedacht: de koers is voorbij?
“Heel vaak. Eigenlijk dacht ik al na vijf of zes kilometer dat de koers gereden was. Komt de groep die daar wegreed overeen, dan blijven ze voorop. Na de Moeren zaten we gelukkig opnieuw op twee minuten. En bij het ingaan van de plaatselijke rondes zaten we ineens al heel kort. Van dan af aan was het een pure kermiskoers. Reageren op alles en hopen dat je mee bent.”
Maar toen de groep van elf met onder meer Stuyven, Philipsen en Vermeersch wegreed, was jij niet mee.
“Neen, soms moet je eens gokken, maar dat was dus een slechte gok. Maar op twee ronden van het einde zijn Wallonie-Bruxelles en LottoSoudal vol blijven rijden. Dan begon ik opnieuw in mijn kansen te geloven.”
Nochtans: in de koersen voor dit BK haalde je weinig opzienbarende resultaten.
“Sommige mensen zullen mij niet verwacht hebben, maar in mijn hoofd was het zeker mogelijk. Het heeft sinds Roubaix gewoon nog niet meegezeten: eerst waren er die problemen met mijn arm
en daarna ben ik in de Ronde van Limburg en Dwars door het Hageland veel te vaak gevallen. In Slovenië werd ik dan ook nog ziek. Gelukkig geen Covid, maar ik heb wel overwogen om uit koers te stappen. Uiteindelijk is het de juiste beslissing geweest om dat niet te doen. Op het einde van de week voelde ik dat ik klaar was voor het BK.”
Je leek heel geëmotioneerd op het podium. Zou het kunnen dat deze tweede trui meer betekent dan de eerste?
“Ik heb het deze week honderdduizend keer gezegd: het BK is de allermoeilijkste wedstrijd om te winnen. En nu doe ik het voor de tweede keer. Ik herinner me dat ik in de cross erg onder de indruk was van Klaas Vantornout, die ook twee BK’s heeft gewonnen. Voor de tweede keer de trui pakken doet gewoon enorm veel deugd.”