Menten komt net tekort, Capiot ziet “doodsmak”
Weg in de Moeren
Milan Fretin, Quinten Hermans en Timo Kielich zaten in de eerste vlucht, waar later ook nog een pakket met onder meer Jens Reynders kwam aansluiten. Hermans moest daar eigenlijk niet zitten. “Het was niet het plan dat ik in die ontsnapping zat”, klinkt hij ontgoocheld. “Ik zag die van Lotto-Soudal vooraan gegroepeerd zitten en voelde dat zij het spel zouden doen ontploffen. Ik zat daar alleen van onze ploeg en besliste dan toch maar om mee te gaan in de vlucht. Eerst mocht ik niet meerijden. Daarna creëerde ik een situatie met zes om wel te mogen gaan, maar het bleek allemaal te vroeg en we werden weer ingelopen.”
Jens Reynders zat wel op zijn plaats in de Moeren: “Het was mijn opdracht om daar te zijn. Ik reed best wel een pittige wedstrijd, eerst voor mezelf, daarna voor de ploeg. Ik voelde me goed maar het was door de voortdurende situatiewissels een moeilijk te lezen koers. Net nadat ik op een bepaald moment ingelopen werd, reed er een groep van dertig weg. Zo was het constant. Tja…”
De vlucht redt het niet
Het zag er lang naar uit dat een groep van elf, met Jasper Philipsen aan boord, voor de prijzen zou rijden. Tot in de achtergrond alles weer samensmolt en Lotto-Soudal als een bezetene het gat met de vluchters dichtte. Tim Wellens speelde een actieve rol, en ook Quinten Hermans moest weer vol aan de bak. Hermans: “Plots was er een heel pakket weg, met nauwelijks mannen van Intermarché. Dat was uiteraard ook niet de bedoeling. Kilometerslang hebben we moeten jagen om een gat van meer dan twee minuten te dichten. Dat was in functie van Gerben Thijssen, onze sprinter. Hij zat een hele dag niet in een kansrijke positie, maar we probeerden de koers opnieuw naar onze hand te zetten.”
Er wordt gesprint
Merlier klopt uiteindelijk Meeus en Philipsen. Nog geen twintig centimeter later flitst ook de fluogele Milan Menten over de streep, naar een vijfde stek. Menten: “Zo rot. Ik kom nauwelijks een half wiel tekort voor een podiumplek. Ik kon mijn eigen sprint rijden want Dupont was niet in de buurt. Ik zette bewust aan op 300 meter. Te ver, tegen de wind in, en de mannen kwamen met snelheid over me heen. Als ik zie hoe nipt het allemaal is, had het voor mij anders kunnen lopen.” Amaury Capiot sprintte niet mee, nadat hij op een kleine twee kilometer een zware valpartij van een B&B-renner kon ontwijken. Capiot: “Dat was een vreselijke doodsmak. Ik hoop dat die jongen het haalt, want dat zag er verschrikkelijk uit. Daarna was de focus weg en heb ik me laten uitbollen. Koers is op dat moment niet meer belangrijk.”
Gerben Thijssen sprintte niet mee. “Hij was niet meteen bij de pinken en reed de hele dag achter de feiten”, was Quinten Hermans lichtjes kritisch voor zijn ploegmaat. “We hebben dat proberen recht te zetten, maar dat kostte ook voor Gerben zoveel krachten dat spurten er niet meer van kwam.”