Minder nadruk op auto’s en meer veilige verbindingen met de rest van Beringen.
RUIMTELIJKE ORDENING
Een groep experten uit verschillende vakgebieden brainstormden vorige week over een masterplan voor BeringenMijn. Hun ideeën werden ook besproken met buurtbewoners. Volgens professor Jan Schreurs, voorzitter van die Kwaliteitskamer, is Beringen-Mijn in volle evolutie. “We willen alle projecten die al bestaan en nog op tafel liggen verbinden tot een werkbaar en kwaliteitsvol geheel voor de inwoners. We hebben nagedacht over een structuur die de volgende 50 jaar kan werken voor Beringen-Mijn.” Dit zijn de belangrijkste ideeën:
Een groot probleem vandaag is de Koolmijnlaan. “Dat is een zeer complex probleem”, vindt Schreurs. Er moet veel te veel verkeer over. Dus werkte een mobiliteitsdeskundige van de UHasselt een voorstel uit dat werd voorgelegd aan het college van Beringen en aan AWV, de wegbeheerder. “Maar ook de ideeën die bewoners hebben aangedragen leggen we voor. De Koolmijnlaan krijgt zo goed als zeker een weldoordachte facelift om de komende 50 jaar te overleven. We maken nu een boek met daarin alle voorwaarden en gewenste kwaliteiten, dat we aan de ontwerpers van deze stadslaan zullen overhandigen. Sommige bewoners zeggen ons dat als de Koolmijnlaan niet naar behoren werkt, er niets goed kan werken. Het is dus een belangrijke schakel. Daarom hebben we daarop gefocust.”
De cité
De tuinwijken in Beringen-Mijn zijn volgens Schreurs aan een grondige renovatie toe. “De bewoners van de cités zijn trots op hun wijk. Ze identificeren zich vooral met de pleintjes. Men zou een modelwoning kunnen maken waar de buurt inspiratie kan opdoen bijvoorbeeld voor verbouwing van de eigen woning, onder begeleiding van een renovatiecoach. Een ander idee is de oprichting van een soort coöperatieve die op structurele wijze renovatiewerken uitvoert.”
Kolenspoor
Ten slotte is er het kolenspoor dat nu hoofdzakelijk wordt gebruikt om te fietsen. “Het voelt haast alsof je in een film meespeelt wanneer je door die afwisselende omgeving fietst”, zegt Schreurs. “Maar we denken dat we daar meer van kunnen maken. Het is een prachtige verbinding binnen
Beringen-Mijn, die conflictloos de Koolmijnlaan kruist. Hiermee kan de mobiliteit in BeringenMijn gedeeltelijk verbeterd worden. We willen hier zowel recreatie als functie. Zo werd geopperd om bezoekers van het mijnbelevingscentrum be-Mine PIT aan de Kolenhaven te laten parkeren om vervolgens via het oude spoor naar be-Mine te fietsen of te wandelen. Ook een shuttle, een soort treintje, inzetten is een mogelijkheid. De sporen liggen er nog, dus zo moeilijk kan dat niet zijn.”
In dat mijnbelevingscentrum dat de provincie zal realiseren, zal op een traject van 1,7 kilometer aan de bezoekers getoond worden hoe het eraan toe ging in de mijn. “Opvallend is dat het traject van beMine tot aan de Kolenhaven ook 1,7 kilometer is. Ik droom dus van een gecombineerde be-Mine PIT: intramuros en extramuros. Door die uitbreiding ontstaat ook meer interactie.”
De Koolmijnlaan
Fietsen door de mijngebouwen
Veel verbetering is mogelijk in de omgeving van de rotonde op de Koolmijnlaan aan be-Mine, de toegang tot het retailpark. “Daar liggen bovendien kansen voor verbindingen, niet alleen met beMine maar ook met de Zwarte Beek, de Posthoorn en het centrum van Beringen.”
Op be-Mine zelf ligt onder de mijngebouwen een overdekte ruimte vol pilaren. “Dat wordt een publieke ruimte. Je kan daar be-NATURE bezoeken, tot op het hoogste punt van het mijngebouw klimmen, of evenementen organiseren zoals markten of feesten. Daar zullen we ook een fietspad doortrekken: van het kolenspoor onder de mijngebouwen door via de Posthoorn naar Beringen-centrum. De bedoeling is om hier een attractie op te enten: ‘Fietsen door de mijngebouwen’. Op die manier kan je een tocht over het Limburgs kolenspoor op spectaculaire manier beginnen of eindigen in Beringen-Mijn.”
De ontwerpweek zit erop. “De basis is nu gelegd”, aldus nog Schreurs. “De volgende stap is een studie in detail voor de Koolmijnlaan.”