Regering schakelt privésector in voor bouw sociale woningen
De Vlaamse regering schuift dan toch geld door naar de privésector om extra sociale woningen te bouwen. Het werkte daarvoor een financieringsmechanisme uit. Private projectontwikkelaars krijgen financiële steun voor gemengde projecten die voor één derde uit sociale woningen bestaan en voor nog één derde uit betaalbare woningen. Via rentesubsidies kan de projectontwikkelaar in zo’n gevallen financiële steun krijgen voor die sociale of betaalbare woningen. In totaal voorziet de Vlaamse regering een half miljard euro.
Privéontwikkelaars krijgen dan toch overheidssteun om sociale woningen te bouwen. Toen Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) begint dit jaar een proefballonnetje in die richting lanceerde, kwam er felle kritiek. Diependaele wilde geld bestemd voor sociale woningbouw overhevelen naar de bouw van huurwoningen op de privémarkt. Met name voor lagere inkomens, de mensen die net geen aanspraak kunnen maken op een sociale woning.
Dat was eigenlijk toegeven dat het de Vlaamse regering en de lokale besturen niet lukt om zelf via de huisvestingsmaatschappijen voldoende sociale woningen te bouwen. Nog altijd staan 170.000 gezinnen op de wachtlijst. Dat een welvarende regio als Vlaanderen er maar niet in slaagt om de zwaksten in de samenleving een betaalbaar dak boven het hoofd te geven, is onvergeeflijk. Temeer omdat het geld er wel is, maar het budget gewoonweg niet opraakt. De oorzaken zijn meervoudig: de sociale huisvestingsmaatschappijen die te zwak zijn en midden in een fusieoperatie zitten, gemeenten die hun verantwoordelijkheid ontlopen en geen sociale woningen willen bouwen, maar ook een Vlaanderen dat op zijn eigen beperkingen stuit, de gebrekkige ruimtelijke ordening op kop. In die context lost meer geld alleen niet langer alle problemen op. Daarom is het goed dat het proefballonnetje van Diependaele
toch verder werd uitgewerkt. Want de privésector kan wel degelijk een rol spelen bij het oplossen van de wachtlijsten. Als de maatschappelijke problemen te groot worden, moet de hele samenleving worden gemobiliseerd. Dan volstaat overheidsingrijpen niet langer. Dat het geld voor sociale woningen integraal naar sociale woningbouw blijft gaan, is daarbij essentieel. Anders maken we de privésector alleen nog maar rijker, terwijl de maatschappelijke return dubieus is en de armsten alsnog in de kou blijven staan.
De financiële steun aan projectontwikkelaars moet hen nu overtuigen om een deel van hun nieuwbouw aan sociale woningen te spenderen. Het succes van die sociale mix wordt elders al lang bewezen, zoals in Oostenrijk waar rijk en minder rijk zonder problemen naast elkaar wonen. Maar in Vlaanderen blijft het een uitdaging. Ook de overheid speelt een rol: met communiceren over de jacht op tweede verblijven van sociale huurders of het geld op hun spaarrekeningen is niks mis, maar het mag niet de overhand nemen. Stigma’s als profiteurs en fraudeurs loeren dan altijd om de hoek. Versta ons niet verkeerd: de rotte appels moeten eruit, maar bij de afbouw van de wachtlijsten is dit een druppel op een hete plaat. Terwijl we, als we getto’s willen vermijden, er net allemaal belang bij hebben dat er in onze buurten sociale woningen worden gebouwd.