2022 lijkt rampzalig uilenjaar te worden
2022 lijkt een dramatisch jaar voor uilen te worden. Dat concludeert het Natuurhulpcentrum omdat er tot nu toe zeer weinig jonge uilen zijn binnengebracht. Ook voor de reeën is het een slechte tijd, door de mysterieuze ziekte die onder die dieren heerst.
Net geen dertig bosuilen werden er in 2021 door bezorgde dierenvrienden binnengebracht in het Natuurhulpcentrum (NHC) van Oudsbergen. Dit jaar in precies dezelfde periode… twee. Hetzelfde met de ransuilen: elf vorig jaar, dit jaar ook amper twee. En dat geldt ook voor de kerkuilen en de steenuilen. “2022 is een rampzalig jaar voor de uilen, dat staat al vast”, stelt Sil Janssen van het NHC.
Verdronken muizen
Volgens bioloog Frederik Thoelen van het NHC heeft veel te maken met de natte zomer van 2021. “Door de wateroverlast zijn veel muizen in de holen verdronken”, zegt hij. “En een slecht muizenjaar betekent per definitie een slecht uilenjaar. Simpelweg omdat ze dan minder voedsel hebben.” De grote uitzondering zijn de oehoes. “Die grotere uilensoort lijkt het beter te doen. En de verklaring daarvoor is simpel: hun dieet. Oehoes kunnen ook de grotere zoogdieren pakken en zijn dus minder afhankelijk van het aanbod muizen”, legt Janssen uit.
Reeën en egels
Omgekeerd evenredig met de uilen werden er wel veel meer reeën binnengebracht in het Natuurhulpcentrum. En dat is ook slecht nieuws. “Vorig jaar vingen we hier 160 reeën op, dit jaar al 199 in exact dezelfde periode”, weet Thoelen. “Veel heeft te maken met de mysterieuze ziekte die rondgaat onder de reeën. Van de dieren die besmet zijn, hebben we er nog geen enkel kunnen redden. En we weten nog altijd niet wat het precies is. Bij de onderzochte kadavers zijn longwormen gevonden. Maar dat lijkt een gevolg van de ziekte, niet de oorzaak. Het blijft wachten op een sluitende verklaring van het labo.”
Ook de ziekte onder de egels lijkt een blijver. “Al worden er minder zieke egels gevonden dan vorige jaren. Een mogelijke verklaring is dat de ziekte er al flink heeft ingehakt in de populatie en er dus minder egels zijn. De gewonde egels zijn meestal mannetjes. Omdat het er minder zijn, is de kans dat ze elkaar kruisen kleiner en vermindert ook het risico op een gevecht waar ze de verwondingen oplopen”, legt Thoelen uit.
Postcorona
Eind juni is al duidelijk dat 2022 zeker niet het derde opeenvolgende ‘topjaar’ voor het NHC gaat worden. “Bij de binnengebrachte zangvogels zien we ook een terugval. Alleen wil dat niet zeggen dat het slecht gaat met die vogels, integendeel. Veel heeft te maken met het postcoronatijdperk. De mensen zitten nu wat minder in de natuur en brengen dus ook minder dieren binnen. Meer moeten we daar niet achter zoeken.”