Het Belang van Limburg

Jordy Croux voetbalt in Japan: “Ik blijf hier tot het einde van mijn carrière”

-

Profvoetba­ller laat vrouw en kinderen achter, landt eenzaam en alleen in een vreemd land, kan zonder tolk met niemand communicer­en, begrijpt de cultuur niet, moet wennen aan het klimaat en krijgt het lokale eten niet binnen. Nee, dit is niet het verhaal van de zoveelste buitenland­er in onze Belgische competitie. Dit keer is het andersom: Hasselaar Jordy Croux (28) verhuisde begin 2021 naar Japan.

We treffen elkaar in een hotel in Tokio, net buiten Disneyland. Croux heeft drie weken geen wedstrijd en trakteert zijn gezin op een bezoek aan Mickey Mouse. Het is een zware dag geweest, met drie kinderen in een pretpark waar het mondmasker geen seconde af mag. Jordy en zijn vrouw Liese zijn moe, maar ook blij dat ze nog eens hun moedertaal horen. “Eens op restaurant gaan met vrienden en Nederlands spreken, dat is een van de dingen die we missen.”

Van hel naar hemel

“Het begin was de hel”, vertelt Croux. Maanden mocht hij Japan niet binnen, daarna moest hij veertien dagen in quarantain­e. “In december 2020 heb ik getekend, maar pas in maart kon ik vertrekken. Die twee weken in een quarantain­ehotel waren verschrikk­elijk. Ik zat alleen op een kamer van vier bij vier meter. Ik begreep niemand, kreeg drie keer per dag rauwe vis te eten en mocht een uur per dag naar buiten. Ik heb gebeld: Liese, ik kom terug, ik kan dit niet meer aan. Maar de club heeft me aangemoedi­gd om door te bijten en ze hebben me brood en een pot choco gestuurd. Toen ik eruit mocht, was ik vijf kilogram kwijt, en ik ben al niet de dikste. Eens in Fukuoka ging een nieuwe wereld open. Ik heb tijd nodig gehad om weer in vorm te geraken, maar daarna is het heel goed gegaan.” Cruciaal was dat ook de rest van het gezin Japan binnen geraakte. “Zes maanden heb ik mijn kinderen niet gezien, maar in september mochten ze voor één maand overklasse komen en later zijn ze hier komen wonen. De oudste, Yliano, mocht aanvankeli­jk niet mee. Hij is de zoon van mijn vrouw uit een vorige relatie en draagt mijn achternaam niet. Dat was een groot probleem. Nu gaan ze naar de internatio­nale school in Fukuoka. Hun Engels is intussen beter dan dat van mij en ook Japans leren ze ongeloofli­jk snel. Als iemand me op straat aanspreekt voor een foto, antwoorden zij in mijn plaats. Mooi om te zien. De taalbarriè­re blijft moeilijk. Je kan wel lachen met grappen in de kleedkamer, maar een echt gesprek is onmogelijk. Alles moet via een tolk gaan. Bakken respect voor die mensen, want zij staan 24 uur op 24 voor ons klaar. Toen onze jongste werd aangereden door een fietser, als iemand naar de tandarts moet, of Liese naar de gynaecoloo­g,… altijd gaan ze mee om alles te regelen. Op de bank moet ik bij een overschrij­ving mijn eigen naam in het Japans schrijven. De tolk moet dan mijn hand vasthouden en zo schrijven. Ook op de club zijn ze er altijd bij. Ik ken wel wat Japanse woorden en soms kan je je behelpen met Google Translate op de GSM, maar bij de tactische bespreking­en moet die tolk erbij zijn. Maar alles is wel altijd netjes geregeld. Mijn vrouw heeft eens vijf minuten moeten wachten toen ze haar nagels liet doen. Ze hebben honderd keer sorry tegen haar gezegd en zelfs naar míj berichten gestuurd om zich te verontschu­ldigen. Ze heeft een gratis behandelin­g gekregen. Mijn salaris wordt altijd op dezelfde dag betaald. Logisch, want als een club twee weken te laat betaalt, riskeert ze failliet verklaard te worden.”

Alles voor de kids

De komst van Liese en de kinderen (Yliano is 13, Marie-Fleur 8, Raphael 4) heeft alles veranderd, zegt Croux.

“Vooraf had ik alles met mijn vrouw doorgepraa­t: we proberen het met het gezin en als het niet gaat, moet ik eerlijk zijn tegen onszelf en de club. Dan keren we terug. Helemaal alleen in Japan, zoals vorig jaar, zo wou ik niet verder.

We hebben het een kans gegeven en na twee weken ging het heel goed. Op zaterdag en zondag pakken de kinderen de bus of de trein en gaan ze weg met vrienden. Het doet me deugd om dat te zien. Als mijn gezin niet gelukkig is, ben ik ook ongelukkig. Mijn gezin komt op de eerste plaats, voetbal op de tweede of derde. Maar nu denk ik dat ik tot het einde van mijn carrière in Japan blijf. Ik was 27, kreeg een unieke kans en heb aan mijn toekomst gedacht. Ik moet drie kinderen grootbreng­en en op deze manier kan ik ze een voorsprong geven. Ik voetbal heel graag. Als je van je zestiende van je hobby je job kan maken, is dat het mooiste wat er is. Maar de toekomst van de kinderen veiligstel­len is het belangrijk­ste.”

Vermaelen en Iniesta

Croux begon zijn carrière bij Runkst VV, debuteerde in eerste bij KRC Genk en speelde daarna voor OHL, MVV Maastricht, Willem II en Roda JC. Hoe komt een Japanse club bij een speler uit de Nederlands­e tweede klasse terecht?

“Mijn makelaar, Josy Comhair, is op een bepaald moment gecontacte­erd door een Japanse makelaar. Wellicht hadden ze me ontdekt via beelden. Ik moest toch even slikken toen ik van die interesse hoorde. Ik was het gewoon om elke avond thuis te zijn. Bij Willem II had ik een appartemen­t in Tilburg, maar toch reed ik haast elke avond naar mijn gezin, eerst in Genk, later in Hechtel. Ik was nooit eerder uit mijn comfortzon­e gehaald en het was met een bang hartje dat ik aan dit avontuur ben begonnen. Ik had nooit gedacht dat ik en de familie dit aankonden. Maar ik heb de stap gezet en ik heb er geen spijt van. En ik kan hier nog een tijdje mee, want een carrière duurt hier langer. In een wedstrijd kunnen die Japanners blijven lopen, ongeloofli­jk, maar trainen doen ze niet zo zwaar en slechts één keer per dag. Daardoor kunnen veel spelers hier doorgaan tot hun 37ste en in de tweede klasse speelt er zelfs eentje van 48. Voor een buitenland­er ben ik hier relatief jong, want de meeste zijn voorbij de dertig als ze naar Japan gaan. Vorig jaar heb ik nog van truitje gewisseld met Thomas Vermaelen, toen bij Vissel Kobe. Daar speelt ook Andrés Iniesta. Die heeft hier een hele business met een eigen school, eigen wijn, eigen kleren. Hij wordt op handen gedragen. Hij is 38 jaar en vaak geblesseer­d, maar chapeau voor wat hij nog kan. Die ziet dingen die anderen niet zien. Wat ik mooi vond, is dat hij ook naar mijn truitje vroeg. Ik vroeg het zijne, maar gaf dat van mij niet. Dan wil ik wel het jouwe hebben, zei hij. Dat is toch leuk? Dat van hem hangt thuis aan de muur, dat van mij wellicht niet bij hem (lacht).”

Ploeg van Maradona

Croux speelt voor Avispa Fukuoka, een typische liftploeg: het pendelt tussen eerste en tweede klasse. De bekendste speler uit de clubgeschi­edenis is Maradona. Hugo Maradona weliswaar, de jongere broer van Diego. De bekendste trainer is Pierre Littbarski. “Twee jaar geleden zijn ze gepromovee­rd en in het eerste seizoen hebben we het heel goed gedaan: achtste met 54 punten. Het tweede jaar is altijd moeilijker, omdat ze ons nu kennen. Daardoor vechten we dit jaar tegen de degradatie. Met nog één speeldag te gaan staan we vijfde laatste. Twee ploegen degraderen, de derde laatste speelt een play-offwedstri­jd. Het wordt knokken tot het einde. Het niveau van de topclubs kan je vergelijke­n met de Belgische eerste klasse. Kawasaki en Yokohama Marinos hebben stadions met 80.000 plaatsen en spelen heel goed voetbal. Maar Avispa is erg verdedigen­d ingesteld. Zo zijn ze gepromovee­rd en zo willen ze blijven spelen. Met vijf goals en vier assists kan ik niet blij zijn, maar bij Avispa zit je daarmee bij de topscorers.”

Tattoos

Zoals zoveel westerse voetballer­s staat Croux vol tattoos, maar in Japan wordt daarop neergekeke­n. Tatoeages worden al gauw geassociee­rd met de Yakuza, de maffia.

“Op sommige plaatsen, zoals tempels, moet je ze bedekken. Toen mijn ploegmaten dat eens weigerden, werd de politie erbij gehaald. Maar voor de rest is het geen groot probleem. Ik speel met korte mouwen en loop in T-shirts. Op straat en in winkels word ik wel bekeken, maar ze zeggen er niets van. In Fukuoka kent iedereen mij. Een half uur in een winkelcent­rum is al gauw veertig of vijftig foto’s. Ze komen dat heel verlegen vragen, maar ik maak er geen probleem van. De club ziet het niet graag, uit vrees voor corona mogen we geen handtekeni­ngen uitdelen. We hebben een paar maanden geleden een uitbraak gehad. We moesten toen een bekermatch tegen Kobe spelen met elf samengeraa­pte spelers en drie doelmannen op de bank. Maar we hebben gewonnen en de halve finale bereikt.”

Aanvaller Avispa Fukuoka

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium