“Eén keer urine over mij gekregen”
Amper 24 jaar is Simon Thomas, die een klein jaar geleden als cipier in de gevangenis van Hasselt startte. Een uitdagende job tussen de criminelen, zeker voor een jonge gast. “Natuurlijk word ik getest”, zegt hij.
Simon heeft een startbaanovereenkomst of zogenaamd Rosetta-contract, speciaal voor jongeren onder de 26 jaar. “Als klein jongetje wilde ik altijd al bij de politie”, vertelt Simon. “De gevangenis is de ideale opstap naar politie-inspecteur, je kan hier al heel wat ervaring opdoen. In het begin was het wennen, wat aftoetsen. Na verloop van tijd merk je dat ze je meer gaan waarderen, en respect krijgen. Natuurlijk word je getest. Ze verhogen hun stem, proberen je onder druk te zetten. Als nieuweling ken je de regeltjes nog niet, en dan proberen ze alles af te tasten. Chef, het is warm: mag ik toch niet douchen? Aan het examen voor mijn vaste benoeming heb ik nog niet meegedaan, omdat ik dan wellicht niet in Hasselt kan blijven. Hier zijn alle vaste plaatsen bezet en er is een wachtlijst van Limburgse statutairen die in Antwerpen of Brussel staan, en die voorrang krijgen. Ik ben eigenlijk aan het wachten tot de gevangenis in Leopoldsburg binnen een paar jaar opengaat.”
Politie
Wanneer Simon zijn verhaal doet, komt de ene na de andere sollicitant langs bij gevangenisdirecteur Dauwe. Zo ook Kobe Creemers (20) uit Pelt. Ook zijn droom is bij de politie gaan. “Ik heb vorig jaar Integrale Veiligheid gestuurd als SenSe-jaar (Secundair na secundair, nvdr)”, legt hij uit. “In eerste instantie om politieman te worden, maar er kwamen cipiers ook spreken en we zijn ook op bezoek geweest in de gevangenis van Merksplas. Het sprak me meteen aan. Ik hoop jobervaring op te doen, en als persoon te groeien. Ik ben nog maar twintig. Het zijn flexibele uren met shiften.” De jongeren moeten enkel vroege en late diensten doen, nog geen nachtshift. “Als ik de vroege heb, moet ik ’s ochtends rondgaan voor het appèl, om te kijken of iedereen nog aanwezig is”, legt Simon uit. “Daarna gaan we rond met koffie, en mogen ze aangeven of ze willen douchen. Vooral de langgestraften werken binnen de gevangenis. Ze kunnen ook gaan sporten, zoals fitness. Of lessen volgen: Nederlands, Frans. Twee keer per dag is er een wandeling van anderhalf uur. Als het etenstijd is, brengen wij het eten rond met een grote kar. Iedereen eet in de cel, behalve wie gaat werken.”
Fysiek geweld
Simon stond de voorbije maanden vooral op niveau nul. “Dan leer je de mensen wel beter kennen”, zegt hij. “Op niveau nul en één zitten de beklaagden, op niveau twee en drie zitten de veroordeelden. Er is een sectie voor de nieuwe gedetineerden: het is onze taak om hen wegwijs te maken in de gevangenis. Er is ook een sectie voor de speciale gevallen, die wat zwaarder bewaakt is. Maar bang ben ik nog niet geweest. Vorige week heb ik wel een conflict meegemaakt met fysiek geweld. Ik heb toen urine over mij gekregen. Hoe je dan reageert? Ik ben heel kalm en rustig gebleven. Ik heb me geconcentreerd op die persoon. Ik zie dit echt als de perfecte tussenstap naar de politie. Getest worden, agressie meemaken en hoe je daarmee omgaat: dat zie ik als een meerwaarde.” Voor een sollicitant niet meteen het verhaal dat je wil horen. “Of dat mij niet afschrikt? Dat hoort erbij, vrees ik”, zegt Kobe. “Dat vind ik een beetje dubbel”, reageert Simon. “Het hoort er eigenlijk niet bij, maar het gebeurt wel. Dat is jammer. Pas op: ik werk hier nu bijna een jaar, en het is nog maar één keer gebeurd. Diezelfde gedetineerde zat in de strafcel, en had de hele cel vol uitwerpselen gesmeerd. Gelukkig zijn dat de uitzonderingen.”
Discreet
“Menselijk blijven”, is de beste tip die Simon aan sollicitanten kan meegeven. “Dat merken ze onmiddellijk. Sterk in je schoenen staan is belangrijk, maar op een correcte manier. Ga op je gevoel af. Als ze iets verkeerd doen, moet je hen ook terechtwijzen. Dit kan niet. Grenzen stellen: hier en niet verder.”
Ook privacy is belangrijk. “Discreet zijn hoort erbij”, zegt Simon. “Wanneer je een ex-gedetineerde buiten tegen het lijf loopt, mag je bijvoorbeeld niet uit jezelf goeiendag zeggen. Die mensen zijn misschien hun leven aan het beteren, aan hun sociaal leven aan het werken. Als je iets zegt kunnen er vragen komen: hoe ken je elkaar? Dan moet ie antwoorden: dat is een cipier uit de gevangenis. Dat kan voor vervelende situaties zorgen. Zo ben ik al eens een ex-gevangene op de kermis in Hasselt tegengekomen. We hebben elkaar gewoon genegeerd.”
Als Kobe Simon hoort vertellen, kriebelt het toch om te beginnen. “Tot je wekker om 5 uur ’s ochtends afgaat”, grapt Simon, waarop directeur Paul Dauwe het kantoor binnenwandelt. “Het is hier gezellig precies”, lacht hij. “In een gevangenis moet het eigenlijk gezellig zijn. Dat lijkt wat tegenstrijdig, maar het is belangrijk om die momenten te creëren. Anders werken de mensen hier niet meer graag, en zitten ze hier niet graag.” Simon beaamt. “We zijn een hechte groep”, besluit hij. “Als er een noodsituatie is, moet je er staan en op elkaar kunnen rekenen.”