Nina Derwael
Van Nina Derwael (22) zijn we natuurlijk goud gewoon, maar die verwachting was fel getemperd na haar lange pauze uit de turnzaal en de moeizame heropbouw die daarop volgde. Toen de olympisch kampioene zich vorige zaterdag kwalificeerde met de tweede hoogste score, laaide de hoop op een derde wereldtitel toch weer op. Maar in de finale bleek dat goud te hoog gegrepen was. Derwael werkte haar oefening proper af en kreeg de hoogste score voor uitvoering (8.400). Maar haar moeilijkheidswaarde (6.300) schoot tekort. Met een som van 14.700 kreeg ze even veel punten als in de kwalificaties. De Amerikaanse Shilese Jones was voor Derwael aan de beurt geweest en had de lat al hoger gelegd. Na onze landgenote deed de Chinese Wei Xiaoyuan nóg beter.
Zo werd het brons voor Derwael
WK IN LIVERPOOL en gezien de omstandigheden kon ze daarmee leven: “Ik voel me opgelucht en blij met hetgeen ik vandaag heb laten zien. Op een klein sprongetje bij de landing na vond ik het erg goed. Als Luo Rui goed door haar oefening was gekomen, zou ik vierde geweest zijn. Daar had ik al vrede mee genomen, maar ze maakte een foutje en zo werd het toch nog een medaille. Ik ben niet ontgoocheld. Ik heb gedaan wat ik kon doen, mijn voorbereiding was heel de week goed, er is niets om spijt over te hebben. Dit is het niveau waarop ik vandaag sta. Dat is nog niet het niveau waarop ik normaal op een WK wil staan, maar dat wisten we op voorhand.”
Element verliest waarde
Een streep door haar rekening is dat de score voor de Derwael-Fenton, het element dat (mede) naar haar genoemd is, met twee tienden verlaagd is. De Truiense had gehoopt voor haar moeilijkheid 6.5 te krijgen, maar die startwaarde werd teruggebracht naar 6.3. Ze tekende na afloop nog protest aan, maar dat werd verworpen. Derwael: “Dit is een discussie die al de hele week gaande is. Na de Spelen kregen we voor het eerst te horen dat ze mijn element anders gingen jureren, maar het is nog nergens zo’n discussie geweest als hier op het WK. Ze willen dat je al in een halve draai zit als je de brug pakt. Je moet die draai dus vroeger inzetten, maar dat is heel moeilijk. Ik werk op dit element sinds 2015 en ze hebben er nooit moeilijk over gedaan. Me nu aanpassen is heel moeilijk.” Deze interpretatie van de jury ligt nu vast tot Parijs 2024. Willen of niet, Derwael moet er rekening mee houden. “Dit kan voor ons een doorslaggevende factor zijn en we moeten zien hoe we daarop reageren. We moeten iets brengen dat moeilijker is. 6.5 was vandaag ook niet genoeg geweest voor de eerste plaats. Maar ik wist op voorhand dat ik hier nog niet op het niveau zou zitten dat ik wil bereiken. Ik ben naar hier gekomen voor de ervaring en om het team te helpen, en om voor mezelf te bewijzen dat ik er nog bij kan zijn. Ik stond in de finale met de toppers en dan weet je dat het spannend wordt. Ik kom met een medaille naar huis. Brons, net als in Montreal in 2017. Net als toen moeten vanaf hier opbouwen naar de Spelen.”
Derwael neemt nu een week vakantie. Daarna trekt de hele turnploeg een week op stage in het Turkse Belek, samen met de olympische ploeg. “Een week met de atleten uit andere sporten is altijd leuk en motiverend.”
In april 2023 volgt het EK in het Turkse Antalya en van 30 september tot 8 oktober staat het WK in Antwerpen om het menu.