Geen turbo voor Limburgs onderwijs
Het is niet de eerste keer en daarom moeten we ons er nog meer zorgen over maken: het aantal jongeren dat voortstudeert, stijgt niet meer. Integendeel. Dat aantal daalt. Toch in Limburg. Eigenlijk alleen in Limburg. Ook een heel klein beetje in VlaamsBrabant, maar die provincie is sinds jaar en dag de allerbeste van de klas en kan zich dus wat veroorloven. Terwijl Limburg al even lang de slechtste is. Van de Limburgse jongeren die een diploma secundair halen, studeert 7 op 10 voort. Van hun leeftijdsgenoten uit Vlaams-Brabant is dat 8 op 10. Maar ook Brussel scoort beter. Net als alle andere provincies. Tussen 2007 en 2016 ging Limburg ook al achteruit. Daarna ging het weer de goede kant uit. Tot nu dus. Eén slecht cijfer is misschien niet genoeg om je ongerust over te maken. Maar aangezien we met meerdere onderwijsproblemen opgescheept zitten, moeten we het kleinste signaal serieus nemen. Zeker omdat de schooluitval niet eens in de cijfers zit. Dit gaat alleen over wie wel een diploma haalt en dus kan voortstuderen. Mag voortstuderen.
We vergeten soms hoeveel kansen jongeren hier krijgen. Daarom is het zo jammer als ze die niet grijpen. In de VS buigt het Hooggerechtshof zich dezer dagen over positieve discriminatie bij inschrijvingen aan universiteiten. De aanklacht gaat over voorrang op basis van huidskleur, een systeem waarmee sommige topuniversiteiten diversiteit een beetje - proberen aan te zwengelen. Nu de boeken opengaan, komen ook alle andere inschrijvingscriteria naar boven. Maar liefst 40 procent van de studenten aan Harvard zit daar bijvoorbeeld met dank aan hun machtige of kapitaalkrachtige familie. Of omdat ze goed zijn in sport. Bij ons is hoger onderwijs er voor iedereen. Toch kampen we ook nog met ongelijkheid die we met een beetje meer moeite kunnen doen krimpen. Daarom is het onbegrijpelijk dat er zo lang getreuzeld wordt met een plan dat de instellingen voor hoger onderwijs al anderhalf jaar geleden hebben ingediend bij de provincie. Luc De Schepper, de vorige rector van de Universiteit Hasselt, wil een centrum oprichten dat zich toespitst op onderwijskansen. Dat is ook goedgekeurd in het SALKturbo-plan – de opvolging van het herstelplan na de sluiting van Ford Genk. Heeft hij sindsdien niks meer van gehoord. Niemand eigenlijk. De uitleg van gedeputeerde Bert Lambrechts (N-VA) is dezelfde als die van vorig jaar: hij werkt aan een breder project. Niet alleen voor meer artsen en ingenieurs, maar ook voor meer loodgieters en meer schrijnwerkers. Hoe breder, hoe beter, daar twijfelt niemand aan. Hoe breder betekent ook: hoe ingewikkelder en hoe minder kans op snel resultaat. Terwijl je ook stap voor stap kan werken. Want intussen is er gewoonweg niets. Al zeker geen “turbo”.
Reacties: dekern@hbvl.be