Mijnwerkersdochter maakt schilderijen met steenkool uit de ondergrond van Houthalen
An Vanderlinden (53) verheft steenkool die 30 jaar geleden uit de ondergrond naar boven gehaald werd tot unieke kunstwerken. Voor een tentoonstelling in Houthalen werkt ze momenteel aan een groot schilderij van Sint-Barbara - de patroonheilige van de mijnwerkers - met steenkoolverf.
HOUTHALEN-HELCHTEREN
Als dochter van een mijnwerker, opgegroeid in de schaduw van de schachtbokken in Houthalen, heeft An Vanderlinden zwart bloed door de aderen stromen. Ze behaalde haar master in de Beeldende Kunsten tijdens de woelige tijden van de mijnsluitingen. Met een van de laatste bezoekersgroepen daalde ze mee af in de mijn van Zolder. Met haar handen en broekzakken vol steenkool kwam ze weer boven. “Ik voelde dat ik daar iets mee moest doen, maar wist toen nog niet precies in welke vorm”, vertelt An.
Die steenkool kwam 20 jaar later van pas toen ze meewerkte aan een expo rond
100 jaar Tuinwijk in Eisden. “Daarvoor maakte ik een portret van Sint-Barbara met eronder een wijwatervat gevuld met steenkool. Het viel me op hoe mooi steenkool als materiaal was.
Door de lichtinval en reflectie ontstaan heel fraaie schakeringen.” Zo ontstond het idee om steenkool te vermalen tot fijn poeder en er een verf mee te ontwikkelen. “Voor het vermalen gebruik ik een blender. Na tal van experimenten ben ik uiteindelijk tot een bruikbare verf gekomen”, legt An uit. “Ik schilder nu alleen nog maar met steenkool. Dat biedt meer mogelijkheden dan gewone verf. Steenkoolverf is dikker, je kan meer reliëf en structuur aanbrengen.”
Atelier in kolenwasserij
Telkens An in een mijngebouw komt, is ze geïmponeerd door de sfeer en de geschiedenis die het uitademt. Bij een bezoek aan de mijnsite in Beringen in 2017 - haar steenkoolverf stond toen nog in de kinderschoenen - viel haar oog op brokken steenkool die daar uitgestald waren. “Ik wilde die graag hebben, maar ze lagen achter een hek en er was videobewaking. Dus durfde ik ze niet zomaar meenemen. Ik heb dan braaf een aanvraag gedaan”, lacht An. Daarop mocht de kunstenares nog veel meer steenkool mee naar huis nemen. Ook in de mijngebouwen lag nog heel wat achterbleven steenkool op de transportbanden. An kreeg zelfs de toestemming om tijdelijk een atelier in te richten op de losvloer van de kolenwasserij. Daar had ze genoeg ruimte om schilderijen op groot formaat te maken. Zo verwerkte An de Beringse steenkool tot kunstwerken op de plek waar het oorspronkelijk bovengehaald werd. Na Beringen richt An nu de blik op een andere mijnsite. Via het gemeentebestuur en Facebook lanceerde ze een oproep om steenkool uit de ondergrond van Houthalen op te sporen. Die heeft ze intussen gevonden bij een man uit
Zonhoven. “Zijn grootvader heeft die steenkool destijds nog bij elkaar geraapt op de mijnterril. Ik kon er een beetje kopen aan 5 euro voor twee stukken. Ook kreeg ik van die man nog heel mooie stukken voor de expo.” “Mijn vader werkte als hoofdopzichter in de mijn van Houthalen. Ik ben ook in deze gemeente opgegroeid. Dat schept een band met deze site”, knikt An. “Ik ben dan ook blij dat ik in december mag exposeren in het NAC van Houthalen. Mijn werk is een ode aan alle mijnwerkers. De expo opent op 4 december. Ik hoop tegen dan genoeg werken te kunnen tonen met lokale steenkool. Het pronkstuk wordt een schilderij van 2,5 op 1 meter, een portret van Sint-Barbara. Normaal werk ik een maand aan zo’n schilderij. Die tijd heb ik nu niet meer, mijn verf van Houthalense steenkool is pas klaar. Het wordt dus een race tegen de klok.”
→