Oud douanekantoor in Smeermaas toch met sloophamer bedreigd
ERFGOED
Het douanekantoor aan de westelijke kanaaldijk van de Zuid-Willemsvaart in Smeermaas werd in 1953 gebouwd en ligt op een steenworp van de grens met Nederland. Binnenschippers moesten er hun vrachten in- en uitklaren bij de douane. Door het dalende vrachtvervoer op het kanaal en de openstelling van de landsgrenzen ging het kantoor in 1992 dicht en kregen de laatste douaniers elders een werkplek. Aanvankelijk werd het verlaten gebouw onderhouden door eigenaar de Vlaamse Waterweg maar gaandeweg werd dat steeds minder en het laatste decennium werd er zelfs niets meer aan gedaan waardoor krakers, vandalen en graffitispuiters zich er konden uitleven. Wat overblijft, is een open ruïne: plafonds zijn ingestort, de vochtige muren bladderen af, vensters en deuren zijn ingestampt, er zijn sporen van brandhaarden, het zwerfvuil stapelt zich op en alles dat nog enige waarde had, is verdwenen.
Dringende werken
“Het pand is helemaal onderkomen en wij hebben er geen invulling voor”, bevestigde ook Bert Nauwelaers van de Vlaamse Waterweg eerder al. “Het ligt in een zogenaamde reservatiezone die kan aangesneden worden bij een eventuele verbreding van het kanaal.” Daarom vroeg de Vlaamse Waterweg begin dit jaar een sloopvergunning aan. Maar die werd door de bestendige deputatie geweigerd, onder meer op basis van een negatief advies van de gemeente Lanaken. “Op dit ogenblik hebben we geen plannen met het gebouw maar er zijn in de buurt wel noodzakelijke werken gepland in de nabije toekomst”, zegt Joël Bijnens, afdelingshoofd bij de Vlaamse Waterweg. “Er moeten dringend herstellings- en verstevigingswerken uitgevoerd worden aan de kade en aan de dijk, en dan staat het kantoortje in de weg.”
Oplossingen
“Het gebouw is niet beschermd als monument maar heeft hoe dan ook een zekere erfgoedwaarde”, reageert schepen van Ruimtelijke Ordening Jolein Martens (Open Vld). “Wanneer het afgebroken wordt, verdwijnt de laatste getuige van een specifieke economische geschiedenis in onze grensregio.
Dat zou jammer zijn. We verwachten van de Vlaamse Waterweg dat ze iets meer moeite doet om het pand te behouden - ook met het oog op de door hen geplande werken - en dus met mogelijke alternatieve oplossingen komt.”
TESSENDERLO