Kajotster, vijand van Vlaams Blok, vriendin van Fabiola
HAALTERT Minister van Staat Paula D’Hondt is op 96-jarige leeftijd overleden. De CVP-politica werd vooral bekend als koninklijk commissaris voor de migranten.
Toen Paula D’Hondt-Van Opdenbosch in 1981 staatssecretaris van de PTT werd – het overheidsbedrijf voor post, telegrafie en telefonie – was de CVP nog de grootste partij in het land. Ze kreeg snel de bijnaam ‘Paula Post’, omdat ze heel veel aan dienstbetoon deed. In een decennium van grote werkloosheid verhuisde ze de dienst Kijk- en Luistergeld naar Aalst, traditioneel een armere pendelstreek richting Brussel. Even werd ze minister van Openbare Werken, maar toen die bevoegdheid naar de gewesten werd overgeheveld, was er voor haar geen plaats meer in de regering. Dat maakte de weg vrij voor een opdracht die ze tot tweemaal toe weigerde, maar premier Wilfried Martens bleef aandringen. In 1989 hapte ze toe en werd koninklijk commissaris voor de migranten. Haar opdracht was om de problemen van integratie in kaart te brengen en het racisme in de samenleving te bestrijden. Ze reisde het hele land rond om te gaan luisteren naar en te spreken met migranten en hun organisaties. Geregeld werd ze daarbij vergezeld door koning Boudewijn, die haar missie een warm hart toedroeg.
In een interview in 2006 zei ze dat ze zich door die opdracht uitgedaagd voelde als politica: “Ik zag de maatschappelijke onrechtvaardigheid en ik kende de inefficiëntie van het politieke apparaat. Ik wilde niet dat de migrantenproblematiek zou verdwijnen in de lades van de politiek.” Ze gaf ook toe dat ze bewust gepolariseerd had: “Het was een strategie. De juiste, denk ik. De functie was zogezegd een troostprijs. Maar dat zou niet waar zijn! Ik wilde ze allemaal voor hun verantwoordelijkheid stellen. Daarom heb ik me volledig gegeven.”
Zwarte Zondag
Na Zwarte Zondag, de verkiezingsdag van 1991 waarin het Vlaams Blok een eerste grote verkiezingsoverwinning behaalde, werd ze uitgeroepen tot ‘vijand nummer één’ van die partij, ze werd ook fysiek belaagd; aanhangers van het Vlaams Blok, onder leiding van Filip De Winter, vielen haar huis aan. Het deed haar aan het fascisme van de Tweede Wereldoorlog denken, die ze bewust had meegemaakt. Uiteindelijk leverde ze samen met haar kabinetschef Johan Leman, die later het Centrum voor Gelijkheid van Kansen zou leiden, het ene kritische verslag na het andere af, dat uitmondde in een dik rapport van 3.000 bladzijden. Later werd dat ook wel oneerbiedig omschreven als ‘Het rapport dat niemand ooit las’. Er stond een lange lijst met aanbevelingen in, die actueel blijven. Ze kreeg diverse prijzen, waaronder de Arkprijs voor het Vrije Woord. Tot 1998 was ze voorzitter van Kind en Gezin.
Kajotster
Paula Van Opdenbosch werd geboren in Kerksken, een klein dorp tussen Aalst en Ninove. Haar vader was spoorlegger, haar moeder kantklosser. Haar sociale bewogenheid wortelde in de kajottersbeweging rond priester-stichter Jozef Cardijn, die het ‘werkvolk’ meer waardigheid wilde bijbrengen en hun leven wilde verbeteren. En later ook in de sociale school, waar ze het diploma van maatschappelijk werker behaalde. Bij de dood van koning Boudewijn, vroeg koningin Fabiola haar om een toespraak te houden op de begrafenis. Het mondde uit in een blijvende vriendschap. D’Hondt verloor in 2007 haar echtgenoot Paul, die schooldirecteur was en met wie ze vijf kinderen had, onder wie politierechter Peter D’Hondt. Fysiek ging het de jongste jaren moeilijker, maar ze bleef de actualiteit volgen.