Het Belang van Limburg

Niemand schofferen en oppassen met seks: zo word je een volleerd tonprater

- Gert Reynders

“Het mag aangebrand zijn, maar niet vulgair.” Dat is de stelregel die de cursisten van het Buutte Onderwijs Limburg in het achterhoof­d moeten houden. Zondag staat deze nieuwe lichting tonpraters voor hun eindexamen tijdens een grote try-out in Waterschei (Genk).

Het tonpraten of buutreedne­n is een traditie die teruggaat tot in de begindagen van het carnaval. De buutreedne­r creëert een niet al te snugger typetje dat, vanuit een ton, op een ludieke wijze de actualitei­t becommenta­rieert en daarbij de spot drijft met anderen of met zichzelf. Bij voorkeur gebeurt dat in het lokale dialect. “Je zou het tonpraten kunnen beschouwen als de voorloper van de huidige stand-upcomedy”, zegt Roger Schepers (76) uit Meeuwen. Hij behaalde meerdere titels als tonprater en is lesgever in de Limburgse buuttescho­ol.

Buutte Onderwijs

Het Buutte Onderwijs Limburg afgekort BOL - werd in 1995 opgericht met de steun van de Federatie Europese Narren (het overkoepel­end orgaan van Vlaamse carnavalsv­ereniginge­n). “In Nederland en Duitsland is het tonpraten veel populairde­r dan bij ons. Daar worden ook elk jaar kampioensc­happen voor de beste tonpraters gehouden”, zegt Schepers.

“In ons land bestaan dergelijke wedstrijde­n niet meer. Om deze traditie niet verloren te laten gaan, zijn we gestart met een specifieke opleiding.”

Elk jaar studeren een tiental cursisten af aan de Limburgse buuttescho­ol. “Jong en oud kan zich hiervoor inschrijve­n. De meeste cursisten zijn tussen de 40 en 50 jaar. Meestal zijn het mannen, maar dit jaar hebben we ook twee vrouwen”, vertelt Erik Verheyen (62) uit Dilsen-Stokkem. Ook hij is lesgever aan de buuttescho­ol. “Het is niet iedereen gegeven om tijdens een carnavalsz­itting in een ton te kruipen en het publiek ongeveer 15 minuten lang te vermaken. In de buuttescho­ol proberen we de cursisten te helpen met het spreken voor een groot publiek, het uitwerken van een typetje, het schrijven van een tekst en het perfection­eren van de grappen.”

Zelfspot

“Het is niet de bedoeling om mensen te schofferen of om grof te zijn”, gaat Roger Schepers verder. “Ook met seks moet je oppassen. De grappen mogen aangebrand zijn, maar het mag niet vulgair worden. Dat is een grens waar je niet over mag gaan. Een tonprater moet altijd in de ik-vorm praten. Zelfspot levert de beste humor op. Je kan er al wel eens een schoolmees­ter of kloosterzu­ster bijhalen, maar ik geef cursisten altijd de raad om vooral over zichzelf te praten.”

“Nieuwe tonpraters beginnen meestal met het vertellen van mopjes. Dat is het makkelijks­te. En mopjes vind je met hopen op het internet. Daaraan geef je dan een persoonlij­ke draai. Pas wanneer je het vak wat beter onder de knie hebt, kan je beginnen met verhalen uit het dagelijkse leven. Dat is moeilijker dan het lijkt. Ik zeg altijd: met humor kan je lachen, maar humor maken is niet gelachen.”

De afgestudee­rden van de Limburgse buuttescho­ol geven zondag 27 november vanaf 13.11 uur een grote try-out in zaal De Kring aan de Onderwijsl­aan 2A in Waterschei (Genk). Op de affiche staan onder meer Frenske de buschauffe­ur, het Mertwief, Hassan het Marokkaant­je, Klein Pietje en Koereur Wilfried. De toegang is gratis.

 ?? FOTO DICK DEMEY ?? Dit bont gezelschap - onder wie Frenske de buschauffe­ur, het Mertwief, Klein Pietje en Koereur Wilfried - kruipt zondag in de ton in Waterschei.
FOTO DICK DEMEY Dit bont gezelschap - onder wie Frenske de buschauffe­ur, het Mertwief, Klein Pietje en Koereur Wilfried - kruipt zondag in de ton in Waterschei.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium