“Wielerdisciplines combineren, is waar wij als ploeg voor staan”
Na een mindere Tour en het hotel-incident in Australië zit Mathieu van der Poel (27) opnieuw in het zadel. In zijn allereerste cross in Hulst gaat hij dit weekend voor niks minder dan de winst. Ploegleider Christoph Roodhooft (48) over de comeback van MVDP: “Zijn rug blijft een aandachtspunt. Daar geven we geen millimeter meer op toe.”
Mathieu spreekt de ambitie uit om dit weekend meteen te winnen in Hulst. Is dat realistisch?
“Ik denk het wel. Ik heb twee crosstrainingen met hem gedaan en dat zag er heel goed uit. Technisch heeft Mathieu sowieso een hoog niveau, zelfs na een lange periode zonder veel crossen.” “Hij komt wel uit tegen veel renners die duidelijk in vorm zijn. Ik zie een heel sterke Laurens Sweeck en Lars van der Haar haalt volgens mij zijn hoogste niveau ooit. Ook al vertaalt zich dat niet in veel overwinningen.”
Het oorspronkelijke plan was dat Mathieu pas in Val di Sole, na de teamstage, opnieuw in competitie zou komen. Waarom is het toch Hulst geworden?
“Binnen de ploeg hadden we het idee om er een lang trainingsblok van te maken, om hem een heel lange periode enkel duurtrainingen te laten doen. Dat leek ons aangewezen, omdat het vanaf de Tour toch een jaar met hobbels is geweest.” “Maar toen Mathieu herbegon, ging het meteen vlot en hij keek er zelf erg naar uit om opnieuw te crossen. Daarom is het plan lichtjes gewijzigd en hebben we beslist om drie crossjes in te lassen voor het trainingskamp. Op zich verandert dat niks aan zijn opbouw.”
Je spreekt over een jaar met hobbels. Dat begon in de winter vorig jaar, toen Mathieu met rugproblemen moest opgeven in de cross van Zolder.
“Hij is toen aan zijn cross-winter begonnen in Dendermonde, wat door de modder een heel zware omloop was. Voor zijn rug was dat meteen geen cadeau. We hebben na Zolder beslist om het cross-seizoen stop te zetten en te focussen op het voorjaar.” “Mathieu heeft die moeilijke winter ook op een heel mooie manier omgebogen. Zijn voorjaar – met winst in de Ronde van Vlaanderen en Dwars door Vlaanderen – was er één van achtenhalf of negen op tien.”
Hoe gaat het nu met de rug van Mathieu? Hij geeft zelf aan dat het een aandachtspunt blijft.
“Uiteraard is dat zo. In de praktijk wil dat zeggen dat we van onze kant uit geen fouten willen maken. In het verleden werkten we uiteraard altijd al zo secuur mogelijk, maar nu gaan we er nog meer op toezien dat zijn positie op de verschillende fietsen nog dichter bij elkaar ligt. Daar geven we geen millimeter meer op toe. Het idee ‘bij Mathieu van der Poel komt het daar niet
Christoph Roodhooft Ploegleider Alpecin-Deceuninck op aan’, moet iedereen vergeten. De overstap van de ene discipline naar de andere mag geen extra belasting zijn.”
Is het nooit een overweging geweest om de combinatie weg/veld/mountainbike op te geven?
“Er zijn renners die alleen op de weg rijden en ook problemen hebben met hun rug. Dus neen, Mathieu kiest er zelf voor om die combinatie te blijven maken en als ploeg zijn wij daar heel blij om. Verschillende disciplines is waar wij als ploeg voor staan.”
Ook omdat constructeur Canyon dat belangrijk vindt?
“Uiteraard is Canyon een belangrijke partner voor ons, maar wij waren voordien al die weg ingeslagen.”
Mathieu zei deze week: ik hoop dat ik terug kan naar hoe het een paar jaar geleden was. Toen ik zonder veel problemen van de ene fiets op de andere kon stappen. Is dat realistisch?
“Maar wij zijn daar toch altijd goed in geslaagd? Alleen is er op een bepaald moment corona gekomen. Het plan voor Mathieu was: Olympische Spelen in 2020 en dan voor het eerst naar de Tour in 2021. Maar door corona zijn de Spelen verzet naar 2021 en had je ineens een combinatie met de Tour die heel moeilijk was. Dat hadden wij niet in de hand, maar het heeft ons wel de das omgedaan.”
Mathieu geeft aan dat hij dit jaar opnieuw de Tour zal rijden. En dat het zijn enige grote ronde zal worden.
“Dat is zo. Maar dat is ook tamelijk logisch, neen? Door de spreiding van zijn programma was de combinatie Giro-Tour dit jaar een haalbare kaart. Alleen heeft Mathieu in de Giro veel energie verbruikt, in het enthousiasme van zijn ritzege en de roze trui. In de Tour heeft hij daar misschien de prijs voor betaald, maar ik vind niet dat we van die Giro iets negatief moeten maken. Het wielrennen kan elke renner die op die manier koerst goed gebruiken.”
U heeft wel eens gezegd dat uw sponsors Alpecin en Deceuninck het ondanks het succes op de weg belangrijk vinden dat ook het cross-luik goed ingevuld blijft.
“Dat is zo. We zijn een multidisciplinair team en daar blijven we waakzaam voor: Mathieu keert nu terug en straks komt Quinten Hermans over, weliswaar met een beperkt programma in het veld. En ook zonder Mathieu heeft onze ploeg het voorlopig zeker niet verkeerd gedaan.”
Ceylin Alvarado lijkt opnieuw
haar oude niveau te halen.
“Wat voor ons als ploeg heel plezant is. Fysiek voelt ze zich een stuk beter, ze kan op alle vlakken beter trainen en aan haar talent heeft het nooit gelegen. Samen met Puck Pieterse hebben we nu een heel mooi duo bij de dames.”
Ook de terugkeer van Laurens Sweeck – weliswaar onder de Crelan-Fristads-koepel – is een schot in de roos.
“Laurens rijdt rond op het niveau dat we van hem mogen verwachten. Daar zijn we blij om, ook voor hemzelf want voor Laurens is het ook wel het moment om zich te tonen. Hij wint makkelijker dan de voorbije jaren en waarschijnlijk hebben we daar als ploeg ergens wel een hand in. Concreet is dat moeilijk te benoemen, maar blijkbaar doen we hier toch een paar dingen juist.”