Pensioendienst waarschuwt ex-mijnwerkers die blijven storten aan KS Vriendenkring
ZUTENDAAL
De Federale Pensioendienst waarschuwt de ex-mijnwerkers voor de mails die vandaag nog steeds vanuit de vzw KS Vriendenkring vertrekken richting de vroegere kompels. Al 2,5 jaar lang vraagt het bestuur van de vzw om lid- en steungelden te storten met de belofte dat de gepensioneerde mijnwerkers nog tienduizenden euro’s mogen verwachten. De vzw spreekt in haar briefwisseling onder meer over “onterecht betaalde belastingen op het retroactieve bedrag dat ze ontvingen bij de wet van 2020, een schadevergoeding en de wettelijke interesten op de achterstallige mijnwerkerspensioenen”.
Maar vanuit de Pensioendienst wordt nu benadrukt dat er over deze interesten nooit met iemand een akkoord is geweest. “De wetswijziging werd uitgevoerd én betaald binnen de wettelijk vastgelegde termijnen en er is dus geen sprake van nalatigheidsintresten”, luidt het.
De Pensioendienst komt met deze communicatie omdat ze daar de laatste tijd meerdere klachten ontvingen van Limburgse kompels die geld zijn blijven storten voor de vzw. Sommigen betaalden tot 1.700 euro maar vrezen dat ze bedot zijn. Zutendalenaar Michel Dylst, de grote bezieler achter de vereniging, zit sinds september van dit jaar in de cel op verdenking van het verduisteren van meer dan 2,5 miljoen euro aan vzw-gelden.
KS VRIENDENKRING
Belofte van 82.188 euro
KS Vriendenkring stuurde een verwarrende mededeling uit waarin ze stelt dat ze “haar leden oproept om geen geld te geven aan zij die beloven dat intresten en schadevergoeding op de pensioenen betaald zouden worden”. Roger Vanlook, die recent het voorzitterschap van Dylst heeft overgenomen, verwijst in diezelfde mededeling naar “de brief van Sarah Scaillet, administrateur-generaal van de Federale Pensioendienst, waarin zij zegt dat indien wij menen dat de mijnwerkers recht hebben op interesten wij het best naar de rechtbank stappen. En dat hebben wij gedaan.” Voorts benadrukt Vanlook dat de mededeling van de Pensioendienst aan alle objectiviteit voorbijgaat en ze “hun leden gewoon vragen enkel een vrijwillige bijdrage te doen zodat de werking van de vzw gegarandeerd blijft”. Maar uit alle briefwisseling sinds midden april 2020 blijkt wel degelijk dat er slag om slinger om financiële bijdrages werd gevraagd, met de belofte dat elke ondergrondse mijnwerker nog 82.188 euro op zijn rekening mocht verwachten. Pas in juli van dit jaar werd meegedeeld dat dit juridisch onmogelijk bleek en dat het bedrag voor iedereen individueel zou berekend moeten worden. Dat blijkt uit de documenten die Het Belang van Limburg kon inkijken.
Verdoken dreigementen
Uit diezelfde documenten blijkt dat de vzw, met Dylst als gangmaker, de ex-kompels onder druk zet om geld te storten. Het begint in april 2020 met een “VIP-kaart” van 100 euro waarbij “je lidmaatschap tot 2025 verzekerd wordt”. In de maanden die volgen blijven ze die oproep lanceren, maar is hun communicatie onduidelijk. Zo lijkt het dat er meermaals 100 euro betaald moet worden. De Pensioendienst maakt zich in zijn communicatie dan ook extra zorgen omdat de mijnwerkers vaak oudere gepensioneerden zijn van wie sommigen het Nederlands niet goed beheersen. Dat Vanlook het heeft over “vrijwillige bijdrages” strookt ook niet met de inhoud van hun communicatie doorheen de jaren. Daarin staan verdoken dreigementen. Zo zeggen ze eind 2020 enkel hun nek uit te steken voor “steunende leden: mensen met een lidkaart en die minimaal 200 euro aan het steunfonds gaven”. In augustus
DOODSLAG