“40 jaar geleden werd ik gedwongen België te verlaten”
Eerst laagvlieger, dan hoogvlieger. Na een succesrijke loopbaan aan het stuur van allerlei bolides schoolde Thierry Boutsen (65) zich om tot een geslaagd zakenman, maar ook in dat tweede leven zijn de brullende motoren niet ver weg.
zijn en natuurlijk lever ik niet meer dezelfde prestaties als toen, maar al bij al heb ik weinig ingeleverd.” Boutsen heeft de band met zijn vroegere milieu nooit helemaal doorgeknipt. Hij is als raadgever/ ambassadeur nauw betrokken bij het Boutsen Racing Team, dat in handen is van zijn zus Olivia en zijn schoonbroer Olivier. Daarnaast runt hij samen met zijn zoon Cedric de Boutsen Classic Cars, een firma die handelt in oldtimers. “De mooiste auto’s uit de jaren zestig tot de jaren negentig, met allemaal hun verhaal. Een heel leuke business, waarin je veel interessante mensen ontmoet. Met die auto’s neem ik ook wel eens deel aan een Concours d’Elegance (een soort schoonheidswedstrijd voor wagens, nvdr.).”
Auto, een rally met meer dan 200 deelnemers die tussen Parijs en Cannes over 2.000 km van Frankrijks mooiste wegen loopt. Vorig jaar won hij achter het stuur van een Cobra 1963 het evenement. “Die competitiegeest blijft in mij zitten. En dat heeft niet veel te maken met de need for speed, maar eerder met mijn drang om alles altijd zo goed mogelijk te doen. Op de fiets zit dat ook in mij. Daar strijd ik dan vooral tegen mezelf, zoals bij die tocht naar de Mont Ventoux.”
Michael Schumacher
In de nadagen van zijn carrière heroriënteerde hij zich naar de zakenwereld. De voormalige Sportman van het Jaar richtte in 1997 Boutsen Aviation op, een firma die zakenvliegtuigen en helikopters verkoopt. Aanvankelijk was het een eenmansbedrijf, maar de firma telt nu acht personeelsleden. Boutsen Aviation verkocht ondertussen 420 vliegtuigen aan klanten in 73 landen. “Ik ben altijd gepassioneerd geweest door luchtvaart. Als prille twintiger haalde ik mijn vliegbrevet. Ondertussen heb ik zo’n 2.500 vlieguren verzameld. Toen ik voor Benetton reed, kocht ik mijn eerste vliegtuigje. In de daaropvolgende jaren ruilde ik dat toestel drie à vier keer in voor een groter exemplaar. Op een bepaald moment wilde mijn Duitse collega Heinz-Harald Frentzen