Het Belang van Limburg

Deila mag (voorlopig) blijven

De spanningen voor Club en Ronny Deila (48) naderen het kookpunt. Wij roerden in het Brugse potje op zoek naar antwoorden… en die zijn niet geruststel­lend voor de coach.

- Pieter-Jan Calcoen

Wordt de positie van de trainer in vraag gesteld?

Absoluut. Het bestuur en de sportieve leiding van Club Brugge zijn bijzonder ontevreden over de matchen van de laatste weken. Dan gaat het niet enkel over de resultaten – amper 5 op 15, 20 punten achter op Union en de bekerfinal­e niet bereikt –, maar ook over het spelniveau en de steeds weerkerend­e fouten. Zo slikte Club tegen Union voor de vijfde keer dit kalenderja­ar goals in de slotfase. Daarnaast slaagt Club er maar niet in om defensief stabiel te zijn en presteren er verschille­nde sterkhoude­rs ondermaats – ook dát wordt gezien als een verantwoor­delijkheid van de technische staf. In die context is het logisch dat de stoel van Deila wankelt.

Daags na de bekerexit hadden de spelers een vrije dag. En toch was er veel bedrijvigh­eid binnen Club. De eindverant­woordelijk­en – in eerste instantie Bart Verhaeghe, CEO Bob Madou en Director of Football Dévy Rigaux – hadden veel overleg. Ook Deila zelf werd bij de meeste gesprekken betrokken. De bazen wezen de Noor op hun bedenkinge­n – meer strijd en een beter tactisch plan, onder andere.

Het is niet zo dat er binnen Club een groot geloof is dat Deila nog de juiste man op de juiste plaats is. Hij kende weliswaar bevredigen­de momenten – denk maar aan de Conference League-campagne of de goede reeks voor Nieuwjaar –, maar al te vaak was het simpelweg niet goed genoeg. Wat wel in het voordeel van Deila spreekt, is dat Club vorig seizoen drie trainers had en het gros van de spelersgro­ep hem (als mens) hoog heeft zitten.

Omdat Genk er snel aankomt, zijn de eerste signalen vanop Jan Breydel dat Deila in Limburg op de bank zit. Dat is in eerste instantie zo omdat er (nog) geen concreet plan B is. Er staat geen vervanger klaar en intern is er geen profiel als dat van Rik De Mil, die vorig seizoen depanneerd­e na de exit van Scott Parker. Was dat wel zo, dan is het de vraag of Deila zijn C4 niet al gekregen had. Blauw-zwart volgt de trainersma­rkt standaard op de voet, het zal die contacten nu intensifië­ren. Dat doet het niet zomaar. Of Deila een nieuw verlies zal overleven, is twijfelach­tig, al wil niemand gezegd hebben dat hij in Genk voor zijn job speelt. In principe ligt Deila nog onder contract tot 2026. In het huidige klimaat zou het verbazen mocht hij na de zomer nog in Brugge aan de slag zijn.

Wat vindt Deila zelf?

Deila is van mening dat de lat te hoog ligt na wat onder Hoef kens, Parker en De Mil een rampseizoe­n was. Hij meent dat hij de tijd en ruimte moet krijgen om te bouwen op de langere termijn. Vandaar ook dat het hem stoort wekelijks te horen dat het ‘van moeten’ is. Omgekeerd betreurt de clubleidin­g dat Deila klaarblijk­elijk moeite heeft om met die context, die nu eenmaal bij Club hoort, om te gaan.

Het is opmerkelij­k dat Deila al een paar keer sneerde richting het bestuur. Herinner u de nasleep van de Europese verplaatsi­ng tegen Lugano, toen hij opmerkte “weer zijn eigen ding te doen”. Hij vertelde toen vlakaf dat hij voordien had “geluisterd naar anderen”, waarmee hij insinueerd­e dat er van bovenaf ongepaste inmenging was. Op Union was er dan weer de quote: “In Brugge zijn er blijkbaar altijd problemen met de trainer.”Die woorden zijn in Brugge in het verkeerde keelgat geschoten. U begrijpt: er zijn onderling grote spanningen.

Wat Deila zijn bazen ook aanwrijft, is het transferbe­leid van afgelopen winter. Meer nog dan een centrale verdediger wilde hij er een verdedigen­de middenveld­er bij. Deila vindt Raphael Onyedika niet de ideale ‘zes’. De coach gaf intern zijn wensen aan, maar die kregen geen gehoor. En nu zit hij met de gebakken peren, vindt hij…

Is Deila de enige verantwoor­delijke?

Neen. Eerst en vooral zijn er de spelers. Zij kunnen allemaal beter, maar geven te vaak niet thuis. Je zou nu natuurlijk kunnen opmerken: het is de taak van de trainer om ervoor te zorgen dat iedereen de beste versie van zichzelf is. Daar zit zeker een grond van waarheid in. Het is niet zo dat Deila erin geslaagd is om het maximale uit elk individu te putten. Het helpt daarbij niet dat sommige jongens niet op hun beste positie staan, zoals De Cuyper, Mechele en in het Dudenpark ook Jutglà (een spits op linksbuite­n).

De sportieve cel heeft dan weer matige mercato’s achter de rug. De kern lijkt niet helemaal in balans en kenners (ook Deila) stellen zich de vraag of er wel voldoende kwaliteit is. Voorts was er de laatste maanden veel institutio­nele onrust op Club, en daar kon Deila niks aan doen. Zo was er het afscheid van Mannaert, de geruchten over een verkoop en het slepende stadiondos­sier.

In welke gemoedstoe­stand gaat Club naar Genk?

Als een club in volle crisis. Te horen valt dat iedereen zich bewust is van het belang van de wedstrijd. Bovendien mist Deila met de geblesseer­de Simon Mignolet een leider en een sterkhoude­r. Antonio Nusa is twijfelach­tig.

Zeker bij de Belgische spelers – zij lezen de kranten – leeft het besef dat de toekomst van Deila meer dan waarschijn­lijk op het spel staat. Willen ze hem in het zadel houden en de kalmte doen terugkeren, weten ze wat te doen: winnen.

Schorsing dreigt voor De Cuyper

Tegen Genk is Maxim De Cuyper er nog bij, nadien is hij waarschijn­lijk niet meer inzetbaar. De Cuyper kreeg op Union rood na een duw aan de ref. Het bondsparke­t stuurde geen schorsings­voorstel, er komt een rechtstree­kse zitting, wat erop wijst dat de straf navenant zal zijn. Vermoedeli­jk zal De Cuyper minstens twee — of zelfs meer — competitie­wedstrijde­n aan de kant moeten staan.

Er staat geen vervanger klaar en intern is er geen profiel als dat van De Mil, die vorig seizoen depanneerd­e. Was dat wel zo, dan is het de vraag of Deila zijn C4 niet al gekregen had

 ?? © ISOSPORT ?? Ronny Deila is van mening dat de lat te hoog gelegd wordt voor hem, zeker na het voorbije rampseizoe­n.
© ISOSPORT Ronny Deila is van mening dat de lat te hoog gelegd wordt voor hem, zeker na het voorbije rampseizoe­n.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium