Nieuw onderzoek naar warmtenet in Genk-Zuid
Fluvius gaat in opdracht van de stad Genk onderzoeken of een warmtenet in GenkZuid nuttig zou zijn. De maakbedrijven die er gevestigd zijn, hebben nu immers te hoge energiekosten.
In 2012 is al eens onderzoek verricht naar een warmtenet in Genk-Zuid. “Maar nu is de situatie helemaal anders”, zegt schepen van Economie en Duurzaamheid Toon Vandeurzen (CD&V). “De duurzaamheidsnormen zijn nu heel anders en ook de doelstellingen voor het reduceren van CO2 lagen toen op een ander niveau. Hoewel de energiecrisis grotendeels achter de rug is, merken we toch dat vooral maakbedrijven kampen met hoge kosten voor de energie die ze nodig hebben voor hun productie. Dat blijkt uit gesprekken tussen de Verenigde Industriëlen van Genk en tal van maakbedrijven, ook grote spelers zoals Aperam en Nitto. Daarom hebben we gevraagd om het rapport van destijds te toetsen aan de noden en normen van vandaag. Het onderzoek dat nu wordt opgestart, zal in een samenwerking verlopen met EnergyVille en de T2-campus in het Thor Park.”
Voor het onderzoek wordt gebruikgemaakt van een warmtezoneringskaart. “Daarop kunnen we zien waar er nood is aan een warmtenet”, zegt Vandeurzen. “Dat kan bijvoorbeeld ook in een woonzorgcentrum of in wooncomplexen zijn.” Warmtenetten kunnen hun warmte halen op verschillende plaatsen, zoals uit een biomassacentrale, een verbrandingsoven of restwarmte uit fabrieken. Al is bodemwarmte de belangrijkste manier om energie te recupereren. Bovendien neemt het systeem weinig ruimte in. Via warmtenetten wordt bodemwarmte rechtstreeks naar de gebruikers getransporteerd.
In Thor Park is al een warmtenet aangelegd. Daarmee worden bedrijven in de zomer gekoeld en in de winter verwarmd. Toch wordt het daar vooral gebruikt om uit te zoeken welke manier de meest duurzame en dus de meest efficiënte is.