“Toen ik mezelf bezig zag op tv was ik in shock”
Voor de kijkers van ‘Kamp Waes’ is het intussen duidelijk: Jolan Strobbe (27) is een voorbeeldige rekruut. Maar zelf was hij daar lange tijd niet van overtuigd: “Het is me nog steeds een raadsel waarom ze me kozen.”
Een naaktslak. Sloom en teruggetrokken. Zo omschreef special force Fly – zowat het opperhoofd van Kamp Waes – deelnemer Jolan Strobbe. Er zijn mooiere vergelijkingen te bedenken, maar de klimfanaat gaf hem geen ongelijk. “Fly had het toen aan het juiste eind”, zegt hij. “Ik had een extra duwtje nodig om mijn ware aard te tonen.” De kijker krijgt die te zien tijdens de apotheose van de reeks: een speciale missie die de werkelijkheid van de special forces (SF) zo realistisch mogelijk benadert. Het team zag de snelheid van Jolan verdubbelen, de SF’ers waren onder de indruk. “Plots was het voor echt. En door die reële spanning durfde ik de confrontatie wél aan te gaan.”
En zo is het woord gevallen. Veel meer dan een legerkamp was Kamp Waes voor Jolan een confrontatie met zichzelf. “Toen ik mezelf voor het eerst bezig zag op tv was ik in shock, mijn Gents accent is héél sterk aanwezig. (lacht) Maar mijn eigen evolutie zien, dat was nog straffer.”
Gevoelige snaar
Wie deelneemt aan Kamp Waes komt zichzelf tegen, dat staat buiten kijf. De fysieke afmatting zet druk op lijf en leden, de vermoeidheid is een aanslag op de mentale weerbaarheid. Het maakt dat louter de essentie van iemands karakter overblijft. “Je sterktes maar ook je zwaktes worden op zulke momenten zichtbaar, daar kan je niet omheen”, aldus Jolan. “Net dat was voor mij de drijfveer om me in te schrijven. Niet zozeer het fysieke afzien, wel het mentale gegeven trok me aan. Er komen kantjes bovendrijven die je niet altijd even graag aan de oppervlakte ziet. Het is dan een kwestie van ze om te buigen naar iets positiefs.”
Makkelijker gezegd dan gedaan, weet de jonge Gentenaar. Hij worstelde zelf een tijdlang met zijn mentale gezondheid. Tijdens Kamp Waes komt dat niet zo verre verleden ter sprake. “Eerlijk? Ik vind het opvallend dat het zo is blijven hangen.” Maar een miljoen kijkers leid je niet om de tuin, al zeker niet bij een thema dat gevoelige snaren raakt. “Ik heb veel mooie reacties gekregen. Van vrienden en familie, maar ook van mensen die ik niet ken. Ik kreeg bijvoorbeeld een berichtje van een stoere gast die mij bedankte omdat ik mijn verhaal heb gedaan, dat raakte me. Er zijn zoveel jongeren die niet goed in hun vel zitten en buigen onder druk van onze maatschappij.”
Bewijsdrang
Ook Jolan ging er onder gebukt. “Ik kan daar eerlijk over zijn: ik ben lang zoekende geweest”, vertelt hij. “Ik had stress voor mijn studies en mijn toekomst. En ik was te veel bezig met wat anderen van me denken. Ik was constant op zoek naar validatie en daardoor raakte ik zelf de weg kwijt.” Daarin een belangrijke factor: de mening van zijn vader.
“Ik ben ervan overtuigd dat iedereen mommy of daddy issues heeft. Bij mij ligt die erkenning van mijn vader gevoelig, ik heb lang een soort van bewijsdrang gehad.” Een openhartigheid die ook op tv te zien was. Of vader Strobbe de bewuste af levering heeft gezien? “Zeker. We hebben er samen naar gekeken en dat heeft ons allebei veel deugd gedaan. Hij is trots op mij, daar twijfel ik niet aan.”
Vandaag gaat het goed met Jolan. “De toekomst is nog steeds een vraagteken maar ik lig er niet meer van wakker. Elke dag gelukkig zijn, dat is mijn doel. Klinkt dat zweverig? Ik heb net mijn 27ste verjaardag gevierd en ik ben blij dat ik op een bankje in de zon kan zitten. Soms mag het simpel zijn en voor mij is het een cadeau dat ik van zulke dingen kan genieten nu.”
Vijs los
Collega-deelnemer Sara stelt zich straks kandidaat als reservist, maar zelf ziet Jolan geen toekomst in het leger. “Kamp Waes was een fantastische ervaring, maar defensie is niets voor mij.” Hoe dan ook was het loodzware avontuur van afgelopen zomer een kantelpunt na een zware periode. “Al is het me nog steeds een raadsel waarom ze me kozen uit 3.500 kandidaten. Ik weet wel zeker dat ik er vijftien vrienden aan overgehouden heb. Achttien, als ik de SF’ers meetel.”
De kandidaten onderling zien en horen elkaar nog geregeld. “Het zijn stuk voor stuk inspirerende mensen en allemaal hebben we onze demonen in de ogen gekeken én aangepakt. Ik hoop dat we elkaar blijven vinden. We hebben allemaal een vijs los, zoveel is zeker, dat schept een band.” (lacht)
“Ik ben ervan overtuigd dat iedereen of heeft. Bij mij ligt die erkenning van mijn vader gevoelig, ik heb lang een soort van bewijsdrang gehad”
Deelnemer ‘Kamp Waes’