Het Belang van Limburg

Hoe radicaal-rechts in Nederland naar het centrum van de macht is geslopen

Geert Wilders (PVV) is naar het centrum van de macht geslopen. In Nederland deelt radicaal-rechts voortaan de lakens uit. Hoe is dat kunnen gebeuren?

- Dominique Minten

“Nederland heeft het ondenkbare laten gebeuren”, schrijft de krant NRC in haar commentaar. 15 mei zal de geschieden­is ingaan als de dag dat radicaal-rechts de grootste machtsfact­or in de Nederlands­e politiek werd. Daarmee vat de krant de historisch­e dimensie van wat zich in Nederland aan het voltrekken is.

Dat PVV-leider Geert Wilders – in 2021 nog veroordeel­d voor groepsbele­diging in het ‘minder-Marokkanen­proces’ – de machtigste man van het land is geworden, blijft verbazen. Dat veel Nederlande­rs het vertrouwen in hun politieke leiders waren verloren, was bekend. Hoewel het land, in de ogen van buitenland­ers, zijn zaakjes prima op orde heeft, vinden veel Nederlande­rs zich in de steek gelaten.

Dat vertaalde zich de voorbije jaren in erg wispelturi­g stemgedrag. Nieuwkomer­s in de politiek werden meteen op het schild gehesen als redders van het vaderland, om enkele jaren later gedumpt te worden. Dat overkwam Thierry Baudet en zijn extreemrec­htse Forum voor Democratie. Ook Caroline van der Plas en haar BoerBurger­Beweging verloor bij de verkiezing­en van november veel stemmen in vergelijki­ng met de provincial­e verkiezing­en van een jaar eerder.

Alleen Geert Wilders bleek de voorbije twintig jaar een blijver. Zijn partij kende ups en downs, maar de man met het Mozart-kapsel was niet weg te denken uit de Tweede Kamer. Daar blonk hij uit als messcherp debater. Weinigen waren opgewassen tegen zijn retorisch talent. Toch hield niemand er rekening mee dat hij ooit nog in een regering zou komen, laat staan de spil ervan worden. Die deur had Mark Rutte – de voorbije vijftien jaar de machtigste in Den Haag – zorgvuldig gesloten.

Cordon sanitaire

De Nederlands­e politiek heeft nooit een echt cordon sanitaire gekend. Iedereen moet de kans krijgen te tonen dat hij in staat is te besturen. Wie faalt, wordt vervolgens afgestraft. Dat gebeurde bijvoorbee­ld met de LPF, de partij van Pim Fortuyn, die in 2002 de verkiezing­en won met een hard migratiedi­scours en mocht toetreden tot de eerste regering onder leiding van christende­mocraat Jan Peter Balkenende. Ook de VVD maakte daar deel van uit. Een lang leven was die regering niet beschoren en de LPF viel daarna snel uit elkaar.

Dat gebeurde in 2012 ook met Wilders. Nadat hij zijn gedoogsteu­n aan de eerste regering-Rutte had opgezegd, strafte de kiezer hem daarvoor af bij de vervroegde verkiezing­en van 2012. Hij verloor toen negen zetels.

Verraad

Belangrijk­er nog was dat Rutte hem het “verraad” niet vergaf. Rutte legde in zijn eentje een cordon rond Wilders. Hij zwoer dat hij nooit meer met de man zou regeren. Omdat Rutte vervolgens nog elf jaar premier bleef, kwam Wilders niet meer in

Wilders zelf gaf de twijfelaar­s een extra zetje door zich plots minder radicaal op te stellen. Het leverde hem de bijnaam Geert Milders op

aanmerking om deel te nemen aan een regering.

Maar Wilders verdween niet van het toneel. Integendee­l, zijn invloed op de andere partijen nam toe. Bovendien sloot zijn discours steeds meer aan bij het gedachtego­ed van de “vergeten” Nederlande­rs. De politieke grondstroo­m in Nederland is al vele jaren rechts. Rechtse partijen halen er bijna driekwart van de stemmen. Alleen vertaalde zich dat nauwelijks in het beleid. De twee laatste regeringen-Rutte voerden een veel te links beleid, vonden de kiezers die rechts hadden gestemd. De onvrede daarover nam alleen maar toe.

Bovendien schoven een aantal partijen ook op richting Wilders. De BoerBurger­Beweging capteerde aanvankeli­jk vooral het ongenoegen over het “doorgescho­ten” klimaat- en milieubele­id, maar is nu ook een anti-immigratie­partij geworden. In de VVD klonk de jongste jaren steeds vaker de vraag of Wilders nog lang genegeerd kon worden.

Zolang Rutte de sterke man was, bleef de deur dicht. Maar in juli 2023 kondigde hij zijn vertrek uit de politiek aan. In zijn plaats kwam Dilan Yesilgöz. Die had als minister van Justitie al vaker harde rechtse standpunte­n ingenomen. In 2022 had ze zich in de invloedrij­ke HJ Schoo-lezing uitgesprok­en tegen het “wokisme”. Daarmee speelde ze al in de kaart van Wilders. Maar de grote doorbraak kwam er toen ze als nieuwe partijleid­er de verkiezing­scampagne op gang schoot met een uitspraak waarin ze aangaf dat regeren met Wilders mogelijk moest zijn.

Milders

Plots kregen de ontevreden Nederlande­rs de boodschap dat een stem voor Wilders niet op voorhand verloren was. Wilders zelf gaf de twijfelaar­s een extra zetje door zich plots minder radicaal op te stellen. Het leverde hem de bijnaam Geert Milders op. Toen op 23 november duidelijk werd dat hij de grote winnaar van de verkiezing­en was geworden, beseften Yesilgöz en

De politieke grondstroo­m in Nederland is al vele jaren rechts. Rechtse partijen halen er bijna driekwart van de stemmen. Alleen vertaalde zich dat nauwelijks in het beleid

Pieter Omtzigt van het centrumrec­htse NSC snel dat het heel moeilijk zou worden Wilders opnieuw te negeren. Hoewel ze aanvankeli­jk voorzichti­g tegenprutt­elden en alleen maar gedoogsteu­n wilden leveren, zagen ze in dat er geen weg terug was. Nieuwe peilingen maakten Wilders alleen maar groter.

Dus ligt er sinds woensdag een akkoord dat moet tegemoetko­men aan de kernpunten van de vier rechtse partijen. Wilders krijgt een snoeihard asielbelei­d. Omtzigt kan uitpakken met forse maatregele­n die de achtergest­elde Nederlande­r meer bestaansze­kerheid geven. Van der Plas kan de boeren recht in de ogen kijken met de belofte dat het stikstofbe­leid teruggesch­roefd wordt – zelfs de snelheidsb­eperking tot 100 km/uur op de snelwegen wordt ingetrokke­n. Yesilgöz waakt erover dat de begroting niet ontspoort.

130 km/uur

Of dat allemaal uitvoerbaa­r is, is twijfelach­tig. Maar de ontevreden Nederlande­r wordt voorlopig wel bediend. Of zoals het in de eerste regels van het beknopte regeerakko­ord staat: “Politiek en bestuur hebben ondanks goede bedoelinge­n de afgelopen jaren steken laten vallen door de zorgen van de mensen niet altijd serieus te nemen. Wij slaan een nieuwe weg in.”

Waar die weg naartoe leidt, moet blijken. Maar dat niet iedereen er blij mee is, is duidelijk. Op de website van de Volkskrant formuleert Sheila Faessen uit Nuenen het cynisch: “Wel fijn dat ik nu met 130 km/ uur dit land kan ontvluchte­n.”

Ik vond het altijd al een vreemde term, een ‘Commissie van Wijzen’. Ik zie dan een aantal in berenvelle­n gehulde ouderlinge­n voor mij, gezeten rond een kampvuur, nu en dan iets prevelend, die vooral de kunst beheersen om verkoudhed­en en longontste­kingen te vermijden, waardoor een lang leven voor intelligen­tie kan doorgaan. De internatio­naal vermaarde pedagoog Dirk Van Damme en zijn collega-onderwijss­pecialiste­n zijn daarom onder een slecht gesternte gestart, met hun Commissie van Wijzen. Die moest in opdracht van onderwijsm­inister Ben Weyts (N-VA) beleidsaan­bevelingen doen om ons onderwijs opnieuw slagkracht­ig te maken. Geen overbodige luxe, gezien het dalende onderwijsn­iveau en het lerarentek­ort. De leerkracht­en geven het resultaat echter een dikke buis. Dinsdag betoogden ze met tweeduizen­d in Hasselt tegen de hervorming­svoorstell­en van deze commissie.

De protestere­nde leerkracht­en hebben gelijk en ongelijk. Gelijk, omdat de manier waarop Vlaanderen en de onderwijsn­etten het onderwijs proberen te organisere­n gebukt gaat onder een verschrikk­elijke keizer-koster-mentalitei­t. Dat begint met onzinnige en eindeloze eindtermen – een lijst van kafkaiaans­e proporties over wat de leerling allemaal zou moeten kennen – en een rapporteri­ngsplicht waarbij ieder contact met een leerling moet beschreven worden en opgeslagen op computersy­stemen, die men telkens vervangt wanneer men ze eindelijk onder de knie heeft. Het pedagogisc­h project hobbelt en zucht en de resultaten weerspiege­len zich in de povere taalkundig­e en wiskundige geletterdh­eid. Ons onderwijs is in crisis en er is nood aan een hervorming. Maar wel een hervorming die durft schrappen en prioriteit­en stelt. Niet weer een nieuwe stroom richtlijne­n en rapporteri­ngen.

De leerkracht­en vergissen zich vooral van vijand als ze hun pijlen richten op de Commissie van Wijzen. Het onderwijsv­eld is hervorming­smoe, maar de aanbevelin­gen van de commissie en de verzuchtin­gen van de leerkracht­en zijn niet tegengeste­ld. Men moet ze naast elkaar bekijken. De commissie stelt verworvenh­eden zoals vakantiere­gelingen of werkuren in vraag, maar stelt er ideeën tegenover die gebaseerd zijn op wetenschap en kennis. Dat die geen antwoord zijn op de terechte verzuchtin­gen van de leerkracht­en, is een feit. Daarom moet de oefening van de Commissie van Wijzen misschien net breder gaan en samen met de leerkracht­en ook die andere problemen aanpakken?

Er staat dezer dagen geen rem op kandidaatp­artijen om de volgende minister van onderwijs te leveren. Maar heeft iemand van hen ook een plan?

“Er staat dezer dagen geen rem op kandidaatp­artijen om de volgende minister van onderwijs te leveren. Maar heeft iemand van hen ook een plan?”

 ?? © AFP ?? Van links naar rechts: Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgöz (VVD), Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Omtzigt (NSC).
© AFP Van links naar rechts: Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgöz (VVD), Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Omtzigt (NSC).
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium