‘Besparen ja, maar niet in de klas’
Als de publieke opinie, de leden van de koepels en mijn collega leerkrachten niet weten waarom extra uren voor leraren uit de derde graad geen goed idee is, dan kunnen volgende bedenkingen misschien helpen bij het antwoord. In de derde graad vraagt één uur les veel meer voorbereidings- en verbeterwerk dan in de eerste. Zelf geef ik les in de tweede en derde graad, en zelfs daar is het verschil al heel groot. Daarnaast is het heel unfair collega’s tegen elkaar uit te spelen. Ik ben oud genoeg om mij de besparingsronde uit de jaren 80 te herinneren. Toen is men ook begonnen met de leraars uit de derde graad meer uren te laten werken, het volgende jaar waren de leraars uit de eerste graad aan de beurt. Solidariteit tussen collega’s werd op die manier vakkundig ondermijnd. Dat de strategie herhaald wordt, verwondert mij niet, maar zullen wij, leerkrachten, weer in dezelfde val trappen? Bovendien is het onderwijs al voldoende onaantrekkelijk voor een beginnende leerkracht wegens de jobonzekerheid en werkbelasting. Helaas is het daarom slechts tweede of derde keuze, zeker voor masters. Als leerlingen belangrijk zijn, zou het aantrekken van goed geschoolde kandidaten een prioriteit moeten zijn.
Is er in het onderwijs dan geen plaats voor besparingen? Zeker en vast, maar niet in de klas. Op de loonlijst van onderwijs staat een flink legertje begeleiders, doorlichters en bureaucraten van wie de toegevoegde waarde mij na al die jaren nog steeds niet duidelijk is. Als ze al niet contraproductief zijn, houden ze zich vooral bezig met het in stand houden van hun eigen functie. Ik geef toe, hier ingrijpen is ook slecht voor werkloosheidsstatistieken en ook voor deze mensen is jobverlies een drama, maar van alle opties kan dit veruit het minste kwaad omdat het de kwaliteit van het onderwijs niet aantast en hardwerkende leerkrachten niet nog meer belast.