Economen verwachten dat huizenprijzen zullen dalen
Huizen en appartementen zijn vorig jaar nog licht duurder geworden. Maar het gaat wel om de laagste stijging sinds de eeuwwisseling. Voor de komende jaren verwachten economen dalende prijzen. Wie vorig jaar een rijhuis of een halfopen bebouwing op de kop tikte, betaalde daar in Vlaanderen gemiddeld 213.600 euro voor. Een villa – elk huis met vier vrije gevels – verwisselde gemiddeld voor 355.400 euro van eigenaar. Appartementen kostten gemiddeld 214.500 euro. Dat blijkt uit cijfers van de FOD Economie. ‘We hebben dan ook een periode achter de rug van zeer sterke stijgingen. Dat tempo was niet houdbaar’, zegt Johan Van Gompel, vastgoedspecialist van KBC. ‘Er is nu een zachte landing op de huizenmarkt.’ Julien Manceaux, vastgoedspecialist van ING, meent dat we aan het einde van een cyclus gekomen zijn. ‘Tussen 1998 en 2007 stegen de prijzen in België met gemiddeld 9 procent, terwijl de inflatie 2 procent bedroeg. In de periode 2008 tot 2014 werden huizen 2,7 procent duurder bij een inflatie van 2,1 procent. Voor de periode 2015-2020 verwacht ik dat de prijzen minder zullen stijgen dan de inflatie.’
Goedkoopst in Limburg
Manceaux ziet een aantal verklaringen voor de vooruitzichten. ‘De rentevoeten zijn een risicofactor. Als die gaan stijgen, dan moeten nieuwe kopers meer afbetalen per maand, langer gaan lenen of zelf meer kapitaal inbrengen. Kunnen ze dat niet, dan moeten ze een goedkoper huis kopen.’ Dat zet dan druk op de huizenprijzen, waardoor die dalen of op zijn minst de stijging van de levensduurte niet volgen. Maar zowel Manceaux als Van Gompel verwachten niet dat de rente snel gaat stijgen. Beide economen verwachten een lichte stijging van de rente in de tweede helft van 2016. Ook de woonbonus zal volgens Manceaux doorwegen op de prijs. Heel wat Vlamingen kochten eind vorig jaar nog snel een huis, om te kunnen profiteren van de oude en voordeligere woonbonus. Daardoor werden in Vlaanderen uiteindelijk 10,1 procent meer huizen verkocht. Tot een fikse stijging van de prijzen leidde die rush dus niet. Een van de verklaringen is dat ook huiseigenaren nog snel van hun huis afwilden, omdat ze vreesden dat de markt in 2015 tot stilstand zou komen. In 2014 werden ook 4,6 procent meer appartementen verkocht. De stijging is kleiner dan bij de huizen omdat appartementen vaker door investeerders gekocht worden. Zij maken doorgaans geen aanspraak op de woonbonus. Het verklaart ook waarom appartementen duurder verkocht worden dan rijhuizen. Maar de toename van het aantal vastgoedtransacties zullen we in 2015 bekopen, voorspelt Manceaux. Hij verwacht dit jaar een aanzienlijke daling van het aantal verkochte huizen, wat zich ook zal vertalen in de prijs. ‘Voor Vlaanderen verwacht ik een daling van 3 à 3,5 procent’, voorspelt Manceaux. Van Gompel verwacht voor 2015 ‘een lichte correctie, maar zeker geen crash’. De cijfers van de FOD Economie tonen grote regionale verschillen in de huizenprijzen. Vlaamse huizen zijn bijna de helft duurder dan Waalse, maar bijna de helft goedkoper dan Brusselse huizen. Brusselse villa’s kosten met een gemiddeld prijskaartje van 952.300 euro bijna drie keer zoveel als in Vlaanderen. Ook binnen Vlaanderen zijn er grote verschillen. Zo kost een huis in Limburg een kwart minder dan in Vlaams-Brabant. De huizen zijn gemiddeld het duurst in Kraainem, het goedkoopst in Ronse, Mesen en Menen. In Knokke-Heist ligt de gemiddelde prijs van villa’s en appartementen het hoogst.