Het Nieuwsblad

Vlaanderen moet jaloers zijn

-

Ook dit jaar is Wallonië er weer in geslaagd om een aankomst en een startplaat­s vast te leggen

Ik was donderdaga­vond niet aanwezig op de Tourpresen­tatie in Utrecht. Ik moet de komende weken al genoeg dezelfde koppen zien en dezelfde mensen de hand schudden. Ik had vrienden over de vloer en heb de show met een half oog gevolgd op televisie. Maar ik denk wel dat er heel wat Vlamingen en in het bijzonder enkele burgemeest­ers van Vlaamse steden de Nederlands­e show met argusogen hebben gevolgd. Een tweede Tourstart op vijf jaar tijd in Nederland, nadat ze in 2010 ook al de Girostart naar Amsterdam haalden en in 2009 de Vuelta lieten starten in Assen. Vlaanderen – ik zeg met opzet niet België – moet het doen met niets. Eerlijk. Was de start in 2010 niet in Rotterdam geweest en morgen niet in Utrecht, dan hadden Brussel en Antwerpen mogen fluiten naar hun korte passages. Via Nederland is de kortste weg naar Frankrijk nu eenmaal over Vlaams grondgebie­d. In Wallonië hebben ze het wel begrepen. In 2012 bundelden de verschille­nde Waalse stadsbestu­ren en het gewest de krachten. Met als resultaat: Tourstart in Luik plus twee extra etappes op Waals grondgebie­d. Ook dit jaar weer zijn ze erin geslaagd om een aankomst en een startplaat­s vast te leggen. Vlaanderen doet het dit jaar met amper 64 Tourkilome­ters, Wallonië telt 232 kilometers. Terwijl de steden en stakeholde­rs in Wallonië samenwerke­n, schieten de Vlaamse steden en stakeholde­rs elkaar af. Wanneer Gent of Brugge de Tour willen binnenhale­n, zijn de andere steden jaloers en werken ze tegen. Uiteindeli­jk hebben we niets. Het is nochtans niet zo moeilijk. In 2005 heb ik Yves Leterme nog meegepakt naar Parijs om hem voor te stellen aan de toenmalige Tour-baas Jean-Marie Leblanc. Ik ga niet beweren dat ik de drijvende kracht was achter de Tourpassag­e in Ieper. Maar in Vlaanderen zijn er genoeg mensen met wielercont­acten om zulke zaken te regelen. In Vlaanderen organiseer­t elk dorp jaarlijks minstens een wielerweds­trijd en is elke Vlaamse stad betrokken bij een grote wielerklas­sieker. Ik schreef gisteren nog: Vlaanderen is geen grote wielernati­e meer, maar een grote wielernati­e geweest. Dat geldt niet alleen voor het aantal wielerploe­gen of aantal toprenners, maar is ook van toepassing op het organisere­n van wedstrijde­n.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium