Het Nieuwsblad

Veranderde je leven fel na juli 2014? Contador beweert dat je na een Tourzege nooit meer dezelfde bent, toch niet voor de buitenwere­ld. Heb je nog honger nu je de zesde renner uit de geschieden­is werd die de drie op zak heeft? Je kan de eerste man zijn in

-

Stop met te zeggen dat het nu zoveel grootser zou zijn met Froome en Contador. Waren ze er vorig jaar dan niet bij in Sheffield?

stoppen. Hoe wil je later herinnerd worden? Als een heel complete coureur, hoewel je amper eendagswed­strijden won?

‘Ik leef nog, sorry. En mijn carrière is ook al niet voorbij. Mijn sterkte als renner is de continuïte­it waarmee ik de dingen doe. Ik boekte altijd al resultaten, ze vormen de rode draad door mijn carrière. Ik wil herinnerd worden als de man die tegen doping vocht en die persoonlij­k ook maar niet het minste probleem had met doping. Daar ben ik fier op.’

Hoezo, resultaten? Net als vorig jaar kwam je pas in het Italiaanse kampioensc­hap echt boven water. Is dat niet een beetje à la Armstrong? Zoals de verbannen Amerikaan het altijd deed in de Dauphiné?

‘Dit was buiten mijn wil om. Ik had het er knap lastig mee dat ik niet won. Ik had een veel betere winter dan die van 2013. Ik trainde veel meer om- dat ik niet wou dat ik opnieuw zo zou moeten stressen als vorig jaar op de vooravond van de Tour. Maar ineens kreeg ik problemen met de achillespe­es. Dat euvel is overwonnen.’ ‘De tweede landstitel is er een van opluchting, van kwaadheid. Ik was al gefrustree­rd dat ik het in mijn Dauphiné-raid niet kon afmaken en dat Rui Costa won. ( gecrispeer­d) Ik besef dat het zonder nieuwe Tourwinst eerder een mager jaar kan zijn, maar ik neem dat risico.’ ‘Ik had het geluk dat het bij mij allemaal heel geleidelij­k is gegaan. Met de Vuelta van 2010 won ik de kleinste grote ronde van de drie. Daarna kwam in 2013 de Giro, voor de Italianen nog altijd de belangrijk­ste grote ronde van allemaal. En dan de Tour van vorige zomer.’ ‘Eigenlijk blijven het drie verschille­nde avonturen. Het was ook niet zo dat ik vijf jaar geleden als doel nam om de zesde renner in de geschieden­is te worden die ze alle drie won. Neen. Het kwam vanzelf. Al ben ik wel dezelfde Vincenzo

Nibali gebleven. Alleen de manier waarop anderen naar je kijken, is anders.’

Hoezo, niets veranderd?

‘Wekelijks waren er drie à vier verplichti­ngen meer, maar eenmaal thuis leid ik een normaal leven, met vrouw en dochtertje. Zoals bij manier van spreken mijn buurman in Lugano, die anoniem door het leven gaat.’

Het klinkt zo doodgewoon gewoon voor een kampioen. Waarom niet meer X-factor in een sport die een bloedarmoe­de heeft aan échte sterren?

‘Ik ben geen Pantani of een Cipollini. Ik voel niet de dwingende behoefte om elke dag in een show op de Italiaanse tv op te duiken, om een gat in je flatscreen te branden. Op dat vlak ben ik veeleer een ouderwetse coureur.’ ‘Ik vind het zelfs niet belang- rijk of er een goed of slecht artikel over mij verschijnt. Maar ik kan er wel van genieten als de mensen me herkennen wanneer ik aan het fietsen ben en Hello Nibali! roepen. Of als ze me vragen om halt te houden voor een foto of een handtekeni­ng. Graag zelfs.’

Ik wil me verontschu­ldigen als ik Quintana en zijn land gekwetst heb. Ik heb nooit gezegd dat Colombia een jungle was

‘Ja, want ik ben een winner. In alles wat met competitie te maken heeft. Op het eerste trainingsk­amp in Montecatin­e Terme hadden we een kartingwed­strijd. Ik wou winnen, en ik won. Ik wil altijd de eerste zijn, zelfs in het kaarten.’ ‘Met wielrennen is het net zo. Zodra ik op een fiets spring, is het alsof ik van persoonlij­kheid verander. Het heeft niets te maken met nervositei­t, maar met vastberade­nheid. Ik ga recht op mijn doel af.’

Hoe zie jij deze Tour? Is het niet prestigieu­zer te winnen met Froome, Contador en Quintana aan boord?

‘Daar gaan we weer. Het lijkt wel dé standaardv­raag. Ik heb van elk van hen al gewonnen. Natuurlijk wil ik mezelf opvolgen, maar het is geen obsessie. Daar word je alleen maar moe van en maak je fouten.’ ‘Ik denk dat de vier erbovenuit steken. Froome maakte indruk in het slotweeken­d van de Dauphiné. Is Contador moe? Eerst zien en dan geloven. Op dit parcours is Quintana de gevaarlijk­ste tegenstand­er, maar ook hij boezemt me geen angst in. Ik wil me wel verontschu­ldigen als ik hem en zijn land gekwetst heb met de vraag: Waar is Quintana? Ik heb nooit gezegd dat Colombia een jungle was. Ik wou geen polemiek beginnen.’

Wat doet een Tourwinnaa­r dan met al die dopingelle­nde die bij Astana naar buiten kwam na vorige zomer?

‘Je vloekt, je gelooft het niet, en denkt: cogliones, nietsnutte­n.’ ‘Daar was ik niet mee bezig. Ook de groep niet. Die problemen maakten de Tourkern alleen maar hechter.’

Zodra ik op een fiets spring, is het alsof ik van persoonlij­kheid verander. Ik ga recht op mijn doel af

Spreek je dan de jongens toe en zeg je: Kijk, jullie bekladden ook mijn imago?

‘De broers Iglinskiy zijn verdwenen. Dat ging dus niet. Natuurlijk hebben we in groep gepraat en heb ik de collega's op het hart gedrukt dat ze geen stomme dingen moeten uitprobere­n, dat ze de nodige voorzichti­gheid aan de dag moeten leggen.’ ‘Dat klopt, maar ik kan niet antwoorden op fouten die ik zelf niet gemaakt heb. Ach, het is altijd al zo geweest. Ook in de vorige ploegen waar ik zat. Bij Fassa Bortolo was er Dario Frigo. Bij Liquigas Manuel Beltran. Cogliones...’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium