Wie waait weg? Kan je afspreken met andere ploegen?
Wat zijn waaierritten?
‘Waaierritten’ zijn wedstrijden waarin er ‘in waaiers’ wordt gereden. Visueel is zo’n waaier bijzonder herkenbaar. Afhankelijk van waar de wind komt, gaan renners schuin achter mekaar rijden om zo weinig mogelijk wind te vangen. Komt de wind van rechts, dan rijdt de voorste renner het meest rechts. De tweede gaat vervolgens links van hem én deels achter hem rijden, zodat hij uit de wind wordt gehouden door renner 1. De derde doet hetzelfde ten opzichte van renner twee, en zo verder. Vanuit de lucht bekeken krijg je een beeld dat nog het meest doet denken aan een aflopend trapje. In Frankrijk wordt dan ook van een ‘echelon’ gesproken. Hoe meer de wind op kop staat, hoe steiler het trapje. Omdat de voorste renner vol in de wind rijdt, kan hij dit uiteraard maar even volhouden. Vandaar dat er geroteerd wordt. Na enkele honderden meters kopwerk mag renner één zich laten uitzakken naar de staart van de waaier om daar opnieuw in te pikken. Concreet : de hoogste trede van de trap wordt de laagste, om vervolgens beetje bij beetje – vergelijk het met een roltrap - opnieuw naar voren op te schuiven.
Waarom zijn waaiers zo gevaarlijk?
Omdat een waaier maximaal maar zo breed kan zijn als de weg. Voor meer renners is er simpelweg geen plaats. ‘Meestal wordt zelfs maar de helft van de weg gebruikt’, zegt Herman Frison, ploegleider van Lotto-Soudal. Dan wordt de waaier nog kleiner. Precies daarin schuilt het gevaar. Want achteraan de waaier komen renners ‘op het kantje’ te zitten. Dat mag je letterlijk nemen. Om toch maar in de waaier te kunnen blijven rijden ze op enkele centimeters van de grasberm. Maar ook daar is maar plaats voor één renner, en de volgende moet noodgedwongen in de berm of helemaal achter zijn voorganger gaan rijden. En dan is het kwaad geschied: hij komt vol in de wind te zetten en kan onmogelijk de snelheid van de waaier voor hem aanhouden. Hij wordt ‘eruit gewaaid’ en moet lossen. Hij kan vervolgens met andere gelosten een tweede waaier vormen, maar altijd op enige afstand van waaier één.
Wat is waaiervorming?
Sommige ploegen zijn er tuk op om plots in waaiers te gaan rijden om
WIM VOS zo het peloton in stukken te rijten. Concreet: ze gaan in groep aan kop van het peloton rijden, verhogen systematisch de snelheid en ‘trekken’ een waaier. Niet zelden zie je dan ook dat een of twee ploegen massaal vertegenwoordigd zijn in de voorste waaier. Zij zijn wellicht de aanstokers geweest. Dat biedt één groot voordeel. Want de man die van kop komt en achteraan aan de waaier opnieuw moet inpikken, dreigt ook op het kantje te komen zitten. Met alle gewring vandien. Dan is het handig als je een paar ploegmaats in de waaier hebt die plaats maken voor jou.
Wie zijn de specialisten?
De Belgische en Nederlandse renners en ploegen – in casu Etixx-Quick Step, Lotto-Soudal en LottoNLJumbo - worden als veruit de grootste specialisten terzake beschouwd. Reden: nergens kan de wind zo waaien als in de Lage Landen. ‘Al is de tijd wel voorbij dat elke Spanjaard bibberde als er waaiers getrokken werden’, zegt Wilfried Peeters, ploegleider van EtixxQuick Step. ‘Ook zij zijn er steeds meer bedreven in.’ Bij Etixx-Quick gelden Tom Boonen, Niki Terpstra en Nikolas Maes als de beste waaierrijders.
Wanneer kan je waaiers trekken?
Minimaal drie voorwaarden moeten vervuld zijn. Een: Er moet een wind waaien van 3 à 4 beaufort. Twee: de renners moeten door een open vlakte rijden waar de wind vrij spel heeft. Frison: ‘Wat in de Tour nog niet zo evident is. Te veel volk langs de kant van de weg en het wordt al moeilijk.’ En drie: het moet een pure zijwind zijn. Toch volgens Peeters. Frison is genuanceerder: ‘Niks beter dan een wind die schuin vanachter waait. Dan ligt de snelheid zo hoog. Wie dan een meter moet prijsgeven, is altijd gelost.’
Tactisch plan of ingeving van het moment?
Het eerste. Waaiervorming is zelden tot nooit een ingeving van het moment. Vaak dagen vooraf worden roadbook en weerbericht bestudeerd om te zien waar er mogelijkheden liggen. Frison: ‘Waar is er een open vlakte? Hoe zal de wind staan? Daar komen zelfs gespecialiseerde meteorologische websites aan te pas.’ Bovendien hebben de meeste ploegen een wagen die circa een uurtje voor het peloton uitrijdt om de laatste stand van zaken door te geven.
‘Een ploeg kan volstaan om een waaier te trekken’, zegt Frison. Maar een combine kan wel altijd handig zijn. Bekend is het plan dat het toenmalige Belkin en Quick Step smeedden in de Tour van 2012 op weg naar SaintAmand-Montrond. Peeters: ‘We hadden in hetzelfde hotel geslapen toen we mekaar ’s ochtends bezig zagen met het roadbook. Al snel begrepen we dat ze hetzelfde idee hadden als wij. Toen is er wel gepraat, ja.’ Quick Step – met Cavendish - wilde spurter Kittel kwijt, Belkin wilde enkele klassementsrenners tijd aan- smeren. Met succes. Cavendish won de rit, onder meer Froome en Valverde verloren kostbare tijd.
Zijn er nog andere trucs?
Gefluisterd wordt dat Quick Step-renner Chavanel in de hogervermelde Tourrit naar Saint-AmandMontrond net voor de waaiervorming veinsde dat hij moest plassen. Maar toen hij gestopt was en het halve peloton – traditioneel – ook zijn kans zag om een plasje te doen, sprong hij snel weer op zijn fiets waarna Quick Step vooraan een waaier trok. Peeters fronst er zijn wenkbrauwen bij: ‘Dat kan ik mij toch niet herinneren. We zijn fairder dan dat. Maar stel dat er vlak na een bevoorrading een ideale kans is om waaier te trekken, zullen we het wel niet laten. Anderen zouden met ons ook geen compassie hebben.’
Welke legendarische waaierritten zou u nog moeten kennen?
Topfavoriet Tony Rominger verloor in 1996 al in de derde etappe de Vuelta toen Once het peloton op de kant zette en de Zwitser meteen zeven minuten verloor. Nog bekend is de waaieretappe door de Camargue in de Tour van 2009 toen Team Columbia een waaier trok, Armstrong slim mee in hun zog gleed en zijn Astana-ploegmaat Contador zo verlies aansmeerde.