Luchtspiegelingen
Is een ui een ajuin? Het leek een domme vraag. Het was een filosofische opmerking van de koning der verkoeling, Willy Naessens. In tijden van zinderende hitte is niet alles dat wat je ervan verwacht en nog minder wat wordt voorgespiegeld.
Dolce Far Niente, je had niet gedacht aan de file bij een Griekse bankautomaat. Stranden, je had wat anders verwacht dan stilstaan op de E40. Een laatste zomers rondje? Een waterzakje van de civiele bescherming, uitbaters van de beachbar, een terras van smeltend asfalt. Eindelijk een keer ongestoord kunnen genieten van dat peperdure zwembad in tuin, een zomer lang in bikini, een keer niet in wetsuit. Dat zwembad plots vervuild door vreemde lijven. Van mensen in zwembroek die aanbellen met ‘hoe is ‘t, te lang geleden, ik dacht ik spring een keer binnen nu ik hier toch passeer’, waarvan je je nog amper kan herinneren waar je ze de laatste keer gezien hebt. Een fata morgana is de zorgeloze zomer. Van het kaliber van een Grieks referendum waar Nai niet nee meer ja betekent. De tax shift, die luchtspiegeling die boven het middenveld hangt, waar CD&V zijn schapen hoedt. Die regenboog van verwachting, na zwaar weer opgedoken, met aan het eind een pot met goud. Die putje zomer weg zal lekken als een waterijsje. Een ultieme hallucinatie zoals een worst die zich laat inpakken als verfijnd. Of denken dat een premier van Grieken- land, een bazin van het IMF en de voorzitter van de Europese Commissie toch beleefde luitjes moeten zijn, opgetrokken uit gezond verstand. Terwijl de Griekse centen wegsmelten als cho- coladen munten in de middagzon, de wassen vleugels van Icarus, het artistiek uithoudingsvermogen bij een voorstelling van Jan Fabre. Net als het geloof dat er na al dat gedreig met processen echt niks in die supergeheime nucleaire deal zit dat aan een vuile bom doet denken. Niets is wat het lijkt in een zinderende hitte die de goedgelovigheid en kortzichtigheid doet oplaaien. Zoals bij Sven Gatz, een onzer ministers die toehapte toen er nog een laatste volgeling in de pikorde van de Vlaamse regering moest gevonden worden om het combo te vervolledigen. Hij vindt dat de Vlaamse regering te veel bij de Vlaamse schlagers blijft hangen, vraagt een stevige snok rock-’n-roll. Hij gaat nog spijt krijgen van die denigrerende opmerking over de Willy’s en Christoffen van onze gouw. Bij de komende braderij die hij zal aflopen zal hij niet getrakteerd worden op bakken water, maar op pullen pils, zonder onderscheid getapt bij Stella en Maes. Maar dat terzijde. Wat verwacht hij met een orkestleider als Geert Bourgeois wiens liefde voor radiomuziek langs een quotum van Dietse barden loopt? En van zijn collega’s? Dat Joke Schauvliege zich ter bescherming van de laaghartige aanvallen hult in een Madonna-bh? Philippe Muyters persoonlijk het twerken in de sportkampen introduceert? Jo Vandeurzen grossiert in groupies, zolang ze maar niet minderjarig zijn? Liesbeth Homans solliciteert als frontvrouw van Rammstein? Gelooft hij echt dat Hilde ‘Kravitz’ heet of Ben Weyts de tweelingbroer van Elton John is omdat hij er wat op lijkt en zo graag plui- men op zijn hoed steekt? Of dat Annemie Turtelboom lid is van dat zwartzakkig Gothicgroepje Sisters of Mercy? Dat laatste is, naar beeld en gelijkenis, iets waarover je toch twee keer moet nadenken. Zoals die vraag over de ui. Een ui is altijd een ajuin. Maar een ajuin is veel meer dan alleen een ui. ‘Het zal van de warmte zijn’, is het favoriete excuus van de week. Oxi, toch niet.