Gwendolyn Rutten
Ze kreeg de wind van voren, maar blijft bij haar punt: geen ‘ blanco cheques’ voor vluchtelingen, en benadrukken dat tegenover rechten ook plichten staan. ‘Ik vind het ook wel hartverwarmend dat de vluchtelingen zoveel compassie oproepen’, zegt Gwendolyn
‘Hartverscheurend, beelden die door merg en been gaan.’ Ook Gwendolyn Rutten is nog steeds niet bekomen van de foto’s van de verdronken Syrische kleuter Aylan. Beelden die de wereld zijn rondgegaan. ‘Ook ik ben een moeder, een vrouw van vlees en bloed. Hier word ik heel stil van.’ Maar Rutten trekt een duidelijke lijn tussen die persoonlijke gevoelens en haar rol als politica. ‘Als beleidsmaker moet ik met die emotie aan de slag gaan. Ik moet bezig zijn met morgen en overmorgen.’ Ze zegt het gedecideerd en, ondanks het ochtenduur, met een opvallende gedrevenheid – het interview vindt om half acht ’s morgens op haar bureau plaats. Na een week van tegenwind is ze erop gebrand om de puntjes op de i te zetten. Ze kreeg een storm van kritiek na haar uitspraak ‘geen blanco cheque in ruil voor een leefloon’ en haar zorg over de extra kosten van vluchtelingen voor de sociale zekerheid. Ze verwees ook naar het beleid in Denemarken, waar strengere regels zijn voor asielzoekers, onder andere op het vlak van kindergeld. Volgens haar critici behandelt Rutten, net als N-VA-voorzitter Bart De Wever, nieuwkomers als tweederangsburgers. Ze zou de eigen liberale principes van vrijheid en gelijke kansen met de voeten treden.
Op enkele kilometers van uw bureau leven vluchtelingen al enkele dagen in tenten in een park, wachtend op een gesprek met de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Bent u al in het park geweest?
‘Ik ben er al voorbijgekomen, omdat ik het met eigen ogen wilde zien. Maar ik heb het niet bezocht. Dat is niet mijn rol als partijvoorzitter, vind ik. De situatie is schrijnend. Het is wel mooi dat mensen daar langskomen om de vluchtelingen te helpen. Vlaanderen heeft een warm hart, dat juich ik absoluut toe.’ ‘Intussen is het aan ons politici om het debat te voeren over de volgende stappen. Want eens de mensen bij DVZ zijn geregistreerd, worden ze drie tot vier maanden opgevangen in een centrum en daarna begint hun integratie. We weten dus wat er binnenkort op ons afkomt en ik wil zonder taboes bekijken welke maatregelen we moeten nemen.’ ‘We moeten absoluut vermijden dat we de fouten uit het verleden herhalen. Want laten we eerlijk zijn, de integratie van nieuwkomers in ons land is tot nog toe absoluut geen succesverhaal. Kijk maar naar de dramatische situatie in onze grote steden. Ik verwijt niemand iets, maar het is wel de realiteit. Laten we daarom deze keer niet al op voorhand zeggen welke maatregelen goed zijn en welke slecht. Voor mij telt maar één ding: werkt het?’
Deze week hebt u via radio en tv duidelijk gemaakt wat volgens Open VLD werkt: niet alleen rechten voor vluchtelingen, maar ook plichten.
‘Ik heb daarover verontwaardigde reacties gekregen. Maar ik bekijk dat in de eerste plaats vanuit het standpunt van de vluchtelingen zelf. De mensen met wie ik spreek die uit een ander land komen, willen heel graag een nieuw leven opbouwen en de kans krijgen om te werken. Ze vinden het normaal dat daar plichten tegenover staan.’ ‘Er worden de jongste tijd te veel grote discussies over de hoofden heen gevoerd. Ik wil liever met gezond verstand naar de werkelijkheid kijken. Dat houdt in dat we solidair zijn met de mensen die het moeilijk hebben, maar dat we hen tegelijk een engagement vragen op het vlak van taal en werk. Een samenleving bouw je niet door een leefloon en kindergeld te geven en voorts te zeggen: trek je plan. Of door mensen van ’s morgens tot ’s avonds in een kamer in een opvangcentrum te zetten.’
U hebt geen spijt van uw uitspraken deze week?
‘Nee, helemaal niet. Als de boodschap juist is, dan moet je daar geen spijt van hebben.’
U kreeg op sociale media wel veel commentaar op uw optreden in het tv-programma Van Gils & Gasten. U zei dat het verschil met de wereldoorlogen is dat we nu niet weten hoelang de oorlog in Syrië zal duren.
‘Ik voel me niet aangesproken als mensen me uitlachen met mijn verspreking. Dat wil zeggen dat ze geen inhoudelijke argumenten hebben om het te weerleggen. Denk je echt dat ik dacht dat ze in 1914 wisten dat de oorlog in 1918 zou gedaan zijn? Wat ik wilde zeggen, is dat het probleem niet nieuw is en dat we niet moeten doen alsof er morgen hocus pocus een oplossing is. Ik stoor me ook aan de vergelijking die met de Eerste Wereldoorlog wordt gemaakt. Ik heb het niet over het menselijke leed, daarin kan ik me wel verplaatsen. Maar de twee situaties zijn compleet verschillend. In 14-18 vluchtten mensen weg naar een buurland, en de overgrote meerderheid kwam terug na de oorlog. Nu is het veel complexer en het gaat de komende jaren niet meer van de agenda.’
U krijgt ook het verwijt dat u met uw discours veraf staat van het liberalisme.
‘We trekken de lijn door die we de voorbije jaren hebben uitgezet. We geven mensen startkansen zodat ze er zelf iets kunnen van maken. De rest is irrelevant. Het gaat over rechten en plichten, en iedereen binnen de partij zit op dezelfde lijn.’
Maar het komt wel hardvochtig over.
‘Het is realisme, met als doel om deze mensen een toekomst te geven. Met medelijden koop je niks. Het is niet omdat je meevoelt en compassie toont, dat je iets aan het oplossen bent. Dat is heel vaak zo in sociaal beleid. Dat is niet hard, het is wel een vraag om mee te bouwen aan de maatschappij. Dat geldt trouwens voor alle Belgen.’ ‘Als het over vluchtelingen gaat, kun je niet anders dan tegelijk menselijk en streng te zijn. Want als je alleen maar menselijk bent, dan nemen misbruik en instroom alleen maar toe. Dat is empirisch bewezen. Herinner je dat we zo’n vijf jaar geleden hebben beslist dat asielzoekers niet meer op straat mochten slapen. Ze werden in hotels ondergebracht. Wat was toen het gevolg? Het verhaal begon de ronde te doen en er kwamen nog meer vluchtelingen naar ons land. Het is een permanent evenwicht.’
Kan u een concreet voorbeeld geven van hoe dat er in de praktijk kan uitzien?
‘Wij pleiten onder andere voor meer maatwerk. Zo bestaat bij de OCMW’s een apart soort contract dat verplicht is voor min-25-jarigen, het ‘Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie’. Dat willen we uitbreiden naar iedereen met een leefloon, niet-Belgen én Belgen. Het is een contract waarin heel duidelijk staat wat van die persoon wordt verwacht op het vlak van werk, taal, ... Als hij daar niet aan voldoet, verliest hij tijdelijk zijn leefloon. De precieze voorwaarden verschillen van persoon tot persoon, afhankelijk van hun taalkennis, ervaring en dergelijke. Het is een wederzijds engagement op maat.’ ‘We willen dat voor iedereen, want wat gebeurt nu in veel OCMW’s met de mensen zonder zo’n contract? Volgens de letter van de wet moeten ook zij inzetten op werk, maar in de praktijk gebeurt er niks. Dat is gewoon de realiteit, zeker als er een grote instroom is.’ ‘Ook op het vlak van taallessen kunnen we meer op maat gaan werken. Ik heb in de Verenigde Staten trajecten gezien waar je op korte tijd de basiskennis leert. Dat hoeft niet altijd via een volledig onderwijscurriculum waar je alleen overdag terechtkunt. Doe dat ook in het weekend en ’s avonds, organiseer het op de werkvloer, ... Zo vragen we niet alleen een groter engagement van de nieuwkomers, maar ook van de maatschappij om de wachtlijsten korter te maken.’
Het politieke jaar komt stilaan weer op gang. Wat zijn andere thema’s die voor Open VLD belangrijk zijn?
‘De sociaal-economische agenda blijft zeer belangrijk, onder andere met de loonlastenverlaging die moet worden uitgerold. Deze regering is een socio-economisch project en daar wegen wij heel zwaar op. Op Vlaams niveau begint de regering aan de hervorming van het secundair onderwijs
Een samenleving bouw je niet door leefloon en kindergeld te geven, en voorts: trek je plan
‘Met medelijden koop je niks’
en ook daar zullen wij zeker onze bijdrage voor leveren.’
Geen kibbelkabinet meer dit jaar?
‘Er is een probleem als er op de man of de vrouw wordt gespeeld. Inhoudelijke discussies vind ik minder een probleem, want die zijn nuttig om tot de beste oplossing te komen. Die discussies zullen nooit weggaan zolang je met verschillende partijen en ideologieën in één regering zit.’
Tot slot. Hoe draait de koffiebar die uw man deze zomer in Aarschot heeft geopend?
‘Goed, denk ik. De voorbije dagen ben ik er niet meer geraakt, eerlijk gezegd. Het is fijn dat hij zijn droom kan waarmaken. Al is het hard werken. Hij is al veel vermagerd. Maar hij is gelukkig.’