Beurs van de beurs
De autosalon van Parijs is de oudste in zijn soort. Hij was er eerder dan de edities van Genève, Frankfurt, Detroit of Tokio. Al in 1894, negen jaar na de allereerste automobiel, werd voor het eerst een poging gedaan om een autoshow te organiseren. Deze zou geïntegreerd worden in de fietsbeurs die toch al jaarlijks in Parijs plaatsvond. Het idee was leuk, de uitwerking minder. Er waren maar twee auto’s te zien. Vier jaar later kwam het er toch van: Parijs kreeg zijn eerste grote autobeurs, die werd gehouden in de Tuilerieën. Auto’s bouwen was destijds voor veel mensen niet meer dan een leuke hobby. Om te bewijzen dat de deelnemende auto’s deugdelijk waren, moesten ze daarom 40 kilometer van Versailles naar de Tuilerieën rijden. Er namen al bekende merken deel in 1898, zoals Peugeot, Daimler, Benz en Panhard. 140.000 mensen namen de moeite om te komen kijken, een reden om de beurs voortaan elk jaar te organiseren. Je zou er toch een moord voor doen om terug in de tijd te gaan en daar rond te lopen? Zouden ze toen bijvoorbeeld al beursbabes hebben gehad? Met lange rok, baleinen en een hoed vol pauwenveren? De bezoekers zullen, met sigaar in de mond en glas whisky in de hand, tegen elkaar gemompeld hebben: “Die automobiel is iets tijdelijks, ik blijft trouw aan mijn paardenkoets!” De autosalon van Parijs werd een begrip en verhuisde in 1962 naar de huidige locatie, Porte de Versailles. Sinds 1976 vindt de beurs om de twee jaar plaats, afgewisseld met Frankfurt. Automerken probeerden elkaar elke editie te overtreffen met een stand die nóg groter en nóg duurder was. Het publiek vond het prachtig en stroomde massaal toe. In 2004 trok de Mondial del’Automobile het recordaantal van 1.461.000 bezoekers. In 2008 werd dit aantal nog vrijwel geëvenaard met 1.433.000 bezoekers, maar sindsdien is het gedaan met de grandeur. Waarom zou je nog naar een autobeurs gaan? Nieuws lekt al ver van tevoren uit via internet. Je kunt alles rustig vanuit je leunstoel bekijken, in plaats van in een snikheet beursgebouw met duizenden naar blauwaderkaas stinkende Fransozen. Niet alleen de bezoekers haken af, ook de automerken vinden het steeds minder de moeite waard om een dure stand in te richten. Bij de editie van dit jaar zijn vrijwel alle luxe merken afwezig. Zelfs een groot merk als Ford komt niet meer naar Parijs, terwijl Volvo al eerder had besloten om in Europa alleen nog de beurs van Genève aan te doen. De beursbabes lachen nog altijd even lief en de hoeveelheid stof aan hun lichaam houdt gelijke tred met de dalende bezoekersaantallen. Maar de autobeurs is een relikwie uit het verleden aan het worden. Waarmee wij een andere aanleiding moeten bedenken om weer eens naar Parijs te gaan. Misschien is er wel een leuke fietsbeurs.