Nieuwkomer met bewijsdrang
De indrukwekkend gestileerde en dynamisch rijdende Alfa Romeo Stelvio is enthousiast ontvangen. Blijft het Italiaanse haantjesgedrag overeind in de eerste serieuze confrontatie met de Duitse concurrentie? De Stelvio mag en moet zich bewijzen tegenover de
Je zou de suv kunnen zien als het Zwitserse zakmes van de auto-industrie. De hoge zitpositie zorgt voor veel overzicht, het ruime, veelal variabele interieur klaart elke vervoersklus, de lange veerwegen staan garant voor een aangenaam comfort en de combinatie van veel bodemvrijheid en vierwielaandrijving zorgt ervoor dat je je ook buiten de gebaande paden kunt begeven. In de meeste huishoudens is er wel een Zwitsers zakmes te vinden en getuige de goede verkoopcijfers gaat het met de suv – crossover, zo je wilt – ook die kant op. Maar dan hebben we het in Nederland toch vooral over de iets kleinere en goedkopere modellen, want tot dusver gaat het dit jaar bij de Alfa Romeo Stelvio, de Audi Q5 en de Porsche Macan over vrij bescheiden aantallen. Daarbij houden de Macan en de Q5 elkaar redelijk in evenwicht. De Stelvio staat pas sinds maart in de showrooms en heeft dus een logische achterstand op zijn Duitse concurrenten. Als we naar de gemiddelde maandcijfers kijken, gaat de Italiaan die achterstand echter niet meer goedmaken; gemiddeld zit de Stelvio op zo’n 30 verkochte auto’s per maand, terwijl er van elk van de twee Duitsers maandelijks zo’n 50 stuks worden verkocht. Overigens is de Macan daarmee in Nederland de best verkochte Porsche. Of de Stelvio de kwaliteiten in huis heeft om de Q5 en de Macan dichter te naderen, daarover moet deze vergelijkende test uitsluitsel geven. Als we naar de vanafprijzen kijken, zou dat erin moeten zitten, want met een catalogusprijs van 54.450 euro kost de goedkoopste Stelvio zo’n 11 mille minder dan de instap-Q5 en de prijzen van de Macan beginnen pas bij een kleine 73.000 euro. Voor deze test hebben we echter niet voor de goedkoopste Stelvio met 200 pk gekozen, maar voor de 280 pk sterke benzinevariant. Daarbij krijg je de behoorlijk complete Super-uitvoering op de koop toe. De geteste Duitsers beschikken allebei over een viercilinder benzinemotor met 252 pk.
IN-/EXTERIEUR Bij de Italiaan is het navigatiesysteem standaard, bij het Duitse duo moet je daar extra voor betalen.
Scoren doet de Stelvio met zijn interieurruimte. De stoelen staan wat verder naar het midden dan bij de Audi en de Porsche, waardoor je verder van het portier af zit. Dit zorgt voor veel bewegingsvrijheid op schouderhoogte en een aangename ruimtebeleving. In de Q5, en zeker in de smallere Macan, zit je zowel voor- als achterin met je hoofd dichter bij de zijruiten en de dakrand. Over beenruimte heb je achter in de Alfa Romeo ook niet te klagen. Weliswaar biedt hij met de achterbank op zijn plek iets minder kofferruimte dan de Audi (525 vs. 550 liter), maar daar kunnen we niet van wakker liggen. Overigens pakt de
Dankzij de actieve luchtvering stijgt het veercomfort van de Q5 tot grote hoogten.
Italiaan die liters dubbel en dwars terug als je de achterbank neerklapt. Dan kun je 1600 liter aan verhuisdozen of vakantiebagage meenemen, terwijl de Audi op 1550 liter blijft steken. De Porsche heeft met de achterbank op zijn plaats 500 liter in de aanbieding, in de verhuismodus komt hij tot 1500 liter. Dat de Alfa in tegenstelling tot het Duitse tweetal geen tildrempel heeft, levert hem extra punten op voor de praktische bruikbaarheid. Die gebruiksvriendelijke benadering zien we ook terug in de bediening van de Stelvio. De draai-/drukschakelaar op de tunnelconsole doet sterk denken aan BMW’s iDrive. De basisfuncties laten zich eenvoudig bedienen, maar in sommige gevallen moet je wat dieper in de menustructuur graven. Op het gebied van connectiviteit kan de Stelvio geen potten breken; de auto heeft geen eigen internetverbinding en ook Apple CarPlay en Android Auto zoek je tevergeefs. Daarnaast werkt het navigatiesysteem langzamer en is de grafische weergave minder fraai dan bij de Duitse concurrenten. Ook blijft het systeem af en toe hangen. Even krijgen we angstvisioenen van de allereerste Connect-systemen van het Fiatconcern. Daarmee hebben we lang geleden in de Fiat Stilo en Abarth Punto tot ontploffens toe ons engelengeduld moeten oefenen, maar zo erg wordt het gelukkig bij lange na niet. Positief is dat het navigatiesysteem bij de Stelvio standaard is, terwijl je er bij het Duitse duo extra voor moet betalen. Het MMI in de Q5 is complexer van opzet dan het bedieningssysteem van de Stelvio, maar het laat zich eenvoudiger doorgronden. Bovendien kun je via het touchpad geschreven navigatiebestemmingen en telefoonnummers ingeven, al vindt lang niet iedereen dat van toegevoegde waarde. Bij de Porsche werkt het systeem met een combinatie van een touchscreen en fysieke toetsen op de met knoppen overladen middenconsole. Tijdens het rijden vergt dit meer aandacht van de bestuurder dan de systemen van zijn tegenstrevers. De Audi en de Porsche kunnen tegen meerprijs worden voorzien van een internetverbinding, Apple CarPlay en Android Auto. Op het gebied van veiligheidssystemen zitten de Stelvio en de Macan op gelijke hoogte, de Audi doet er een schepje bovenop met een waarschuwing voor kruisend verkeer en de mogelijkheid van semi-autonoom rijden in fileverkeer. Bovendien biedt de accessoirelijst van de Q5 meer keuzemogelijkheden op het gebied van moderne assistentiesystemen dan die van de andere twee auto’s. Die extra veiligheidsopties en de uitstekende interieurafwerking bezorgen de Q5 uiteindelijk de zege in dit hoofdstuk.
COMFORT Bij de Stelvio mis je de verfijning in het rijcomfort waarmee de Audi en de Porsche juist overtuigen.
De actieve luchtvering van de Audi (meerprijs 2732 euro) tilt de carrosserie zo nodig iets hoger boven het wegdek. Nog belangrijker is dat het comfort dankzij de luchtvering tot grote hoogten stijgt. Ondanks de fors bemeten 20inch wielen trekt de Q5 zich nauwelijks iets aan van richels, golven of gaten in het wegdek. Daarmee rijdt hij relaxter dan zijn eveneens van luchtvering voorziene landgenoot.
De Macan beschikt weliswaar over nog wat forser geschapen lichtmetaal, maar heeft ook een straffer afgestemd onderstel. Als je er een vlotte rijstijl op nahoudt, is dat aangenaam, maar tijdens normaal huis-tuin-en-keukengebruik is de Audi prettiger in de omgang. Bij de Stelvio mis je de verfijning in het rijcomfort waarmee de Duitsers juist zo overtuigen. Op slecht wegdek wordt de Italiaan nogal onrustig, al treedt wel enige verbetering op naarmate de auto zwaarder beladen is. In tegenstelling tot de Audi en de Porsche staat de Alfa Romeo op een standaardonderstel met stalen veren. Luchtvering is niet leverbaar, voor adaptieve dempers geldt vooralsnog hetzelfde. Het Italiaanse meubilair ziet er mooi en uitnodigend uit, maar biedt minder zijdelingse steun dan de (optionele) sportzetels van de Porsche. Tijdens lange ritten zijn de – eveneens tegen meerprijs leverbare – sportstoelen van de Audi superieur. Ook aangenaam is de stilte aan boord van de Q5 en de Macan. De eerlijkheid gebiedt ons te melden dat dit voor een deel te danken is aan de tegen meerprijs gemonteerde geluidwerende ruiten. De Alfaadept zal hier tegenin brengen dat het zonde is om het mooie geluid van de 2,0-liter turbomotor te veel te beteugelen.
MOTOR/TRANSMISSIE Ook boven de 100 km/h versnelt de Stelvio nog als een malle.
Terwijl de Stelvio zijn tegenstrevers in de afgelopen twee hoofdstukken op details en verfijning moest laten voorgaan, maakt hij gehakt van ze als het om pure power gaat. De NoordItaliaanse macho biedt niet alleen 28 pk en 30 newtonmeter meer dan de Audi en de Porsche, hij is ook veel meer afgetraind. Met de Audi scheelt dat 124 kilo, met de Porsche 130 kg. De honderdsprint raffelt de Stelvio dan ook in slechts 5,5 seconden af. Zo laat hij de Macan bijna een volle seconde achter zich, de voorsprong op de Audi is 0,8 seconden. Dat dwingt respect af. Bovendien reageert de Alfa in elk toerengebied veel spontaner op het gas- pedaal dan het Duitse tweetal. Dat doet veel voor de rijbeleving. Ook boven de 100 km/h versnelt de Stelvio nog als een malle. Bij 180 km/h bedraagt de achterstand van de Q5 op de Stelvio al 2,7 seconden en de Macan hobbelt daar nog eens twee seconden achteraan. Je zou er als Porsche-bestuurder rode koontjes van krijgen … En dat je in de Macan op één liter benzine ook niet verder komt dan 9,8 kilometer, is ronduit teleurstellend. De Alfa Romeo en de Audi zijn ook geen wonderen van zuinigheid, maar doen het met 1 op 10,8 respectievelijk 1 op 11,1 toch duidelijk beter. Het moge duidelijk zijn; onder aan de streep grijpt de Stelvio de winst op dit testonderdeel, al bedraagt de voorsprong op de Q5 slechts één punt. Dat de Audi nog zo dicht in de buurt komt, heeft hij te danken aan zijn iets hogere topsnelheid, zijn lagere verbruik en zijn grotere actieradius. Als we de tussenacceleraties hadden kunnen meten, hadden de Duitsers echter veel steviger in het stof moeten bijten.