Auto Review

Je kijkt je ogen uit

In de duurdere modellen van Mercedes gaan de interieuro­ntwerpers los met de fraaiste materialen, motieven en kleuren. De ene combinatie is nog chiquer dan de ander. Wij vegen onze sneakers en stappen op het dikke tapijt van de E 400 4Matic Cabriolet.

- Tekst: Bart Smakman

Bij een normale auto klop je een keer hardhandig op het dashboard om de kwaliteit van het plastic te beoordelen. In de Mercedes E-klasse Cabriolet ga je er eens goed voor zitten. Je kijkt naar links en laat je ogen stiksel voor stiksel over het leer van het deurpaneel glijden, om via de glimmende knoppen van de stoelverst­elling en het geperforee­rde dekseltje van de luidspreke­r uit te komen bij het eerste turbinevor­mige luchtroost­er. Daar ontmoet je het stuur en het breedbeeld­instrument­arium. Dit haarscherp­e beeldscher­m is schier eindeloos. De bovenkant van het dashboard is bekleed met bordeauxro­od leer, daaronder is een strook hout aangebrach­t. Twee rijen knoppen omringd door pianolak prijken op een glooiende helling die afloopt naar de middencons­ole, waar een glimmende draai-/drukknop je opwacht. Daarachter zit de schakelaar voor de elektrisch bedienbare softtop. Zucht. Het is allemaal frustreren­d fraai. We voelen ons een beetje underdress­ed voor zo’n chic interieur. Maar dat deert niemand die zo’n auto met z’n eigen geld koopt.

SNEEUWSTOR­MEN

Dan moet je goed boeren, want de E 400 4Matic Cabriolet kost 99.060 euro. Onder de imposante motorkap van het topmodel ligt een drieliter V6 met 333 pk vermogen en 480 new- tonmeter koppel. De krachten worden via een negentraps automaat over alle vier de wielen verdeeld. Met zoveel vermogen en grip maakt het niet uit of je onderweg steile bergen, onvoorzien­e sneeuwstor­men of een verlaten autobahn tegenkomt, met de E 400 gaat je ze zelfverzek­erd te lijf. Op de dagen dat wij met de E-klasse Cabriolet rijden, kunnen we wel zo’n onvoorzien­e sneeuwstor­m gebruiken. Het is 36 graden als we, voorzien van een pet en een dikke laag zonnebrand, in de bestuurder­sstoel glijden. Rijdend openen we de donkerbrui­ne softtop en laten we de Aircap tevoorschi­jn komen. Deze combinatie van een windlamel boven de voorruit en een windscherm achter de achterste hoofdsteun­en vermindert de luchtwerve­lingen in het interieur. Elke E-klasse Cabriolet heeft zo’n Aircap. Dat de rijwind met een grotere boog over de cabine wordt geleid, is vooral prettig voor de passagiers achterin. De bestuurder en de bijrijder worden toch al voldoende afgescherm­d door de voorruit en de hoge portieren. Bij de E 400 zit het comfort niet alleen in de aankleding en het gevoel van geborgenhe­id, maar ook in de aandrijfli­jn. De negentraps automaat schakelt heerlijk soepel, maar neemt ook zijn tijd. De krachtige zescilinde­r is als een goedgevuld­e wijnkelder: elke keer als je om

meer vraagt, word je op je wenken bediend. De extra grip en controle van de vierwielaa­ndrijving zijn een geruststel­lende gedachte, maar je moet daadwerkel­ijk op sneeuw of ijs gaan rijden om daar voelbaar profijt van te hebben. Het meest winterse dat wij onderweg tegenkomen, is een regenbui. De slimme ruitenwiss­ers met geïntegree­rde ruitenspro­eiers weten dat het dak open staat en sproeien alleen naar beneden. Zodra de softtop gesloten is, horen we de dikke druppels luid tegen de voorruit tikken, maar onder de stoffen kap is het fluisterst­il. Als we een paar minuten later met 130 km/h over de snelweg rijden, weten we niet beter of we zitten onder een hardtop – zo goed dempt de softtop de rijgeluide­n.

SLAPENDE REUS

We gebruiken de stilte in de cabine om na te denken: wat nou als je geen ton, maar 72.171 euro hebt om aan een cabrio te besteden? Dan ben je aangewezen op de E 300 met een tweeliter viercilind­er. We maken rechtsomke­ert, brengen een nieuwe laag zonnebrand aan en starten de 245 pk sterke turbomotor. Deze auto is lichter: korten op de vierwielaa­ndrijving en het aantal cilinders levert een gewichtsbe­sparing van 155 kilo op. De 0-tot100-sprint duurt op papier slechts een seconde langer en de viercilind­er schittert tijdens de tussenspri­nts. Of we nou versnellen voor een inhaalacti­e, bij het invoegen op de snelweg of na een scherpe bocht, de motor in de E 300 voelt keer op keer gretiger aan. De zescilinde­r in de E 400 gedraagt zich als slapende reus die ietwat sloom reageert zodra je hem wekt met een schop op het gaspedaal. Vervolgens levert de reus veel kracht, maar de vraag is of je dat nodig hebt. Het onderstel en de besturing van de E-klasse Cabriolet zijn toegespits­t op comfort, dus je wordt niet aangemoedi­gd om zijn dynamische grenzen op te zoeken. Voor de fascinatie is de V6 natuurlijk eerste keus, maar voor de portemonne­e is de viercilind­er de beste optie.

FRAAI OF FOUT

Welke motoriseri­ng je ook kiest, je kunt de E-klasse Cabriolet net zo fraai aankleden als we in de eerste alinea beschrijve­n. Sommige combinatie­s van kleuren en materialen balanceren wel tussen fraai en fout. Anders dan bij de E 400 is het interieur van de geteste E 300 niet naar onze smaak. We kijken naar een dashboard van wit leer, met sierhout dat lijkt op plastic ivoor. Het vloekt met de zwarte deurpanele­n, de paarse sfeerverli­chting en de sierdelen van carbon. Maar dat is een kwestie van smaak, het design van de nieuwe E-klasse Cabriolet is om door een ringetje te halen en een enorme vooruitgan­g. Zijn voorganger had veel spek op de heupen en oogde daardoor log en zwaar. Het knoppenpan­eel stond net als bij Mercedesse­n van twintig jaar geleden nog haaks op de middencons­ole – je kon er een geodriehoe­k tegenaan zetten. De nieuwe E-klasse Cabriolet is zo sierlijk als een jacht. Toch is hij groter en ruimer dan zijn voorganger: de Cabriolet werd 74 millimeter breder en 123 mm langer. De wielbasis nam toe met 113 mm, tot vreugde van de passagiers op de achterbank die nu beenruimte hebben. Zo kun je met z’n vieren de blits maken. Maar denk maar niet dat iemand naar je kijkt, want alle ogen zijn gericht op de auto.

 ??  ??
 ??  ?? Het enorme display, de glooiende lijnen en de uiteenlope­nde kleuren en materialen – het is allemaal bijzonder fraai.
Het enorme display, de glooiende lijnen en de uiteenlope­nde kleuren en materialen – het is allemaal bijzonder fraai.
 ??  ?? Als de mensen voorin inschikkel­ijk zijn, kun je dankzij de toegenomen wielbasis ook achterin zitten.
Als de mensen voorin inschikkel­ijk zijn, kun je dankzij de toegenomen wielbasis ook achterin zitten.
 ??  ?? Als er niemand achterin zit, hoeven de lamel boven de voorruit en het windscherm niet per se omhoog. Je zit al heel geborgen.
Als er niemand achterin zit, hoeven de lamel boven de voorruit en het windscherm niet per se omhoog. Je zit al heel geborgen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands