Sportieve luxe
De allerduurste BMW 7-serie is voor het eerst voorzien van het beroemde M-logo en wordt aangedreven door een V12-motor. De Porsche Panamera Executive heeft vier cilinders minder, maar doet hij echt onder voor de Siebener?
Een BMW 7-serie met een benzinemotor en een lange wielbasis, krijgt het achtervoegsel Li. Dat klinkt een beetje Chinees en is ook best toepasselijk, want daar verwacht BMW de meeste kopers te vinden voor de M760Li xDrive. Het is de eerste Siebener met het M-logo op het kofferdeksel en de flanken. Maar hoeveel M-ingrediënten zijn te herkennen in de duurste 7-serie? Daar kunnen we alleen achter komen door hem naast zijn sportiefste concurrent te zetten, de Porsche Panamera Turbo Executive. We kijken uiteraard hoe het zit met de rijegenschappen van beide auto’s, maar omdat ze met hun lange wielbasis ook als directiewagen worden ingezet, hebben we ruimte en comfort als extra belangrijke testcriteria aangevinkt. IN-/EXTERIEUR De BMW is beter geschikt als directiewagen. Voorin bieden beide verlengde limousines geen millimeter extra ruimte dan hun broers met de standaardwielbasis. In de BMW heb je
wel meer bewegingsvrijheid dan in de Porsche, want daarin zit de hoge middentunnel je ellebogen in de weg. Het ruimtegevoel is in de BMW sowieso beter voor elkaar, al heb je achter in beide auto’s ongeveer evenveel bewegingsvrijheid. Dat is verrassend, want door het lage silhouet van de Panamera verwacht je niet dat de hoofdruimte in orde is. Zolang je de stoel in zijn laagste positie zet, is er echter niets aan de hand. In de BMW zit je hoger en kun je iets beter zien of je chauffeur oplet in het verkeer. Die kans is groter dan in de Porsche, want de overzichtelijkheid is beter voor elkaar. Op praktisch gebied doe je juist weer betere zaken met de Panamera, want hierin kun je de achterste stoelen neerklappen, waarna een bagageruimte van bijna 1500 liter ontstaat. BMW stelt daar alleen een skiluik tegenover. De BMW heeft een hoger maximaal laadvermogen; er mag 130 kilo meer aan boord dan in de Panamera. Op het gebied van de bediening maakt zowel BMW als Porsche gebruik van knoppen, scha- kelaars en touchpads. Dat laatste is handig, omdat het je niet afleidt van het verkeer. Mocht je toch wat slordig worden, dan geeft de vermoeidheidsherkenning aan dat het tijd is voor een koffiepauze. Verder heeft de 7-serie een spoorassistent met automatische stuurcorrectie, dodehoekwaarschuwing en een noodremassistent. De kortst mogelijke samenvatting is dat de BMW eigenlijk alles aan boord heeft wat tegenwoordig mogelijk is op veiligheidsgebied. De Panamera doet niet onder voor de 7-serie en heeft zelfs standaard zijairbags voor de achterpassagiers. COMFORT De stoelen van de BMW sluiten aan op elk postuur. De krachtigste 7-serie aller tijden is geen echte M en dus is de afstemming van het onderstel niet ultrasportief. Integendeel, veel comfortabeler kan het bijna niet worden. Slechts heel af en toe merk je dat het onderstel niet elke hobbel voor de passagiers verborgen kan houden. Je moet er tegenkunnen dat de carrosserie na sommige oneffenheden nog wat nadeint. Daar is een oplossing voor: je kunt met een druk op de knop de schokdempers steviger afstemmen. Ook de Panamera heeft adaptieve dempers, maar de basisafstemming is sportiever. De grote – optionele – 21-inch wielen zijn niet bevorderlijk voor het comfort. Het onderstel springt minder soeverein met oneffenheden om, maar daardoor is de wegligging wel weer beter. Voor elektrisch verstelbare achterstoelen in de Panamera betaal je extra, ook bij BMW krijg je ze niet voor niets. De stoelen kunnen niet helemaal in de ligstand, maar bieden voldoende gerief voor een schoonheidsslaapje tussen twee vergaderingen door. De chauffeur zit in de Panamera op een sportstoel met een geïntegreerde hoofdsteun, terwijl zijn billen in de 7-serie neervleien op een comfortstoel met zo veel verstelmogelijkheden dat zowel lange, kleine, dikke als dunne mensen fijn kunnen zitten. In de BMW hebben de stoelen een
massagefunctie en kun je je achterwerk zowel verwarmen als ventileren. Alleen voor stuurverwarming betaal je extra, net als in de Porsche. Maar daar is ook de stoelventilatie niet bij de basisprijs inbegrepen. MOTOR/TRANSMISSIE De Panamera is zuiniger en wint de honderdsprint. De 6,6-liter V12 met twee turbo’s die voor in de BMW geplaatst is, kennen we al uit de modellen van Rolls-Royce (zie het artikel over de Ghost Black Badge elders in dit nummer). Toch werden er speciaal voor de 760Li wat wijzigingen doorgevoerd: de motor werd voorzien van nieuwe drijfstangen en andere cilinders. De V12-biturbo is goed voor 610 pk en al bij 1500 tpm is 800 Nm aan koppel beschikbaar. Dankzij deze enorme power is de sprint van 0 naar 100 km/h al in 3,7 seconden volbracht. Gek genoeg gaat het met de launch control zo’n tiende seconde langzamer. De Panamera is 72 kilo lichter dan de BMW en heeft wel een effectieve launch control. De biturbo-V8 met 550 pk heeft in 3,5 seconden de 100 km/h bereikt. Maar hoe meer je de snelheid opvoert, des te grotere stappen de BMW zet. Na 11,8 seconden rijd je in de 760Li 200 km/h, de Panamera bereikt deze snelheid na 12,3 seconden. De topsnelheid van de BMW is 305 km/h, als je de begrenzer eraf laat schroeven. De Panamera wint het potje verplassen echter nipt, want hij geeft het pas op bij 306 km/h. Die sprintcijfers zijn leuk, maar de 7-serie maakt nog meer indruk door de manier waarop het vermogen op de weg wordt overgebracht. De samenwerking tussen de V12 en de achttraps automaat van ZF is perfect. De automaat schakelt niet bij elke neerwaartse beweging van het gaspedaal terug, maar maakt optimaal gebruik van het beschikbare koppel. Ook de manier waarop het motorgeluid wordt gedempt, maakt grote indruk. Keerzijde van de medaille is een torenhoog verbruik van 16,1 l/100 km. De Panamera is met 13,8 l/100 km bescheidener. Ook Porsche kocht zijn achttraps automaat in bij ZF, maar de bak is onrustiger. Je hoeft het gaspedaal maar licht aan te raken of de automaat schakelt al terug. In de Panamera heeft de motor wel een zeilfunctie: hij schakelt zichzelf volledig uit als je het gaspedaal loslaat.
Wie niet zelf wil rijden in de Panamera, kan beter gaan lopen.
RIJEIGENSCHAPPEN Tegen het Panamera-geweld is geen kruid gewassen. De Porsche Panamera heeft in de eerste twee hoofdstukken een achterstand opgelopen. Mede dankzij zijn gunstiger verbruik heeft hij het hoofstuk Motor/transmissie op zijn naam gezet, als is dat niet voldoende om langszij te komen. Maar het finesthour van elke Porsche is traditioneel het vierde hoofdstuk. En we kunnen direct vertellen dat de Panamera met zijn rijeigenschappen niets heel laat van de BMW. De achterstand wordt eenvoudig omgebogen in een comfortabele voorsprong. Er is geen luxe limousine waarmee je zo nauwkeurig, veilig en snel kunt rijden. Het maakt niet uit of je met snelheden boven de 200 km/h over de autobahn dendert of de snelle bochtcombinaties van ons testcircuit beproeft. De Panamera doet precies wat je verwacht: hij stuurt nauwkeurig – stuurcorrecties zijn niet nodig – en de grip van de achteras is formidabel. Ook als je een foutje maakt, is de Panamera vergevingsgezind. Zelfs na vele circuitronden op hoge snelheid blijft de remdruk ongewijzigd. De remweg evenaart die van een sportwagen – met dank aan de carbonkeramische remmen – en er is niets wat de auto uit balans brengt. Eigenlijk moet je helemaal geen Panamera met verlengde wielbasis kopen, want wie in een auto als deze niet zelf wil rijden, kan beter gaan lopen. En dat terwijl de BMW ook echt wel sportieve kwaliteiten heeft. Alleen is de rechtuitstabiliteit op hoge snelheid wat minder goed en biedt de besturing minder gevoel. Als je het rempedaal diep intrapt, reageert het wat spon- MILIEU/KOSTEN Duur, duurder, duurst ... zig. De BMW moet het stellen zonder de keramische remmen die de Panamera wel heeft. Die zouden beter raad weten met het hoge gewicht van de auto. De BMW weegt 2267 kilo, terwijl de Porsche 72 kilo lichter is. De M760Li xDrive is niet alleen de snelste BMW 7-serie aller tijden, maar ook de duurste. We verslikten ons in onze kantoorkoffie toen we erachter kwamen wat zijn basisprijs is: 248.700 euro. Het basisbedrag is zo hoog dat we er in onze tabellen geen punten voor toekennen. De Panamera Turbo Executive is met zijn aanschafprijs van 207.700 euro weliswaar iets minder duur, maar ook hij wordt bestraft met zéropoints. Dat zijn prijs oploopt doordat we de opties die van invloed zijn op de puntentelling bij de basisprijs optellen, maakt eigenlijk niet meer uit voor de einduitslag. Voor de vorm melden we dat hij met keramische remmen, 21-inch wielen, het Sport Chrono-pakket en het PDCC Plus-onderstel met torque vectoring 227.791 euro kost. Het is nog altijd minder dan de M760Li xDrive, en de onverbiddelijke 0 punten blijven gewoon staan. Verschillen zijn er verder nauwelijks en beide auto’s komen op precies hetzelfde puntenaantal van 187 uit. Alsof dat de koper van deze limousines ook maar iets uitmaakt …