HET TALENT LIGT OP STRAAT
Dat je de grootste talenten soms gewoon op straat tegenkomt, bewijst de nieuwe Porsche 911 GT3. Je kunt en mag er gewoon mee naar de Jumbo, en op de Nordschleife presteert deze straatauto als weinig anderen.
Wat zijn nu twaalf seconden? Eén vijfde minuut. Oftewel 0,0033 uur. Kortom, op een mensenleven stelt een tijd van 12 seconden helemaal niets voor. Maar als we het over rondetijden in de racerij hebben, is het een eeuwigheid. Geen wonder dat Porsche van de daken schreeuwt dat de nieuwe 911 GT3 de Nordschleife 12 seconden sneller rondt dan zijn voorganger; in 7:12,7 minuten klaarden de fabriekscoureurs het klusje in het nieuwe model. En dat terwijl de vorige GT3, net als de huidige, ook al op de 991-generatie van de 911 gebaseerd was. Nu willen wij Porsche niet meteen voor jokkebrok uitmaken, maar toch wilden we het zelf weleens uitproberen. Zullen ook wij erin slagen de nieuwe GT3 veel sneller rond de Nordschleife te jagen dan zijn voorganger? Het verschil in vermogen bedraagt immers een relatief bescheiden 25 pk.
RASECHTE RACEWAGEN
We kijken ernaar uit om de ultieme straatracer uit de Porsche-stal op de grens te rijden. De Ring is er klaar voor en ook de GT3 staat te trappelen. Volgetankt en wel weegt hij 1498 kilo. Dat is voor een auto met 500 pk (bij 8250 tpm) ongekend weinig en de gunstige vermogens-gewichtsverhouding zorgt voor een verpletterend temperament. En dat terwijl de GT3 tegenwoordig gewoon airconditioning, een audio-installatie en een navigatiesysteem aan boord heeft. Dat was bij eerdere edities van de performance-911 wel anders. Het gegeven dat de sprint van 0 naar 100 km/h niet meer dan 3,3 seconden in beslag neemt, zegt nog te weinig over de beleving die deze auto je bezorgt. Het is vooral het directe karakter dat een diepe indruk maakt. De samenwerking tussen de zeventraps PDKtransmissie en de ongeblazen zescilinder boxer verloopt zo gesmeerd, dat je maar met je grote teen boven het gaspedaal hoeft te bewegen of je schiet over het asfalt als André Kuipers door de dampkring. De brandweerrode GT3 doet zijn kleur alle eer aan, alleen laat hij in plaats van sirenegeloei een donkerbruine boxerblaf horen, die boven de 8000 toeren overgaat in een huiveringwekkend gehuil. Vanuit je onderrug trekt er met het toenemen van het motortoerental een siddering naar je nek, van waaruit een legbatterij aan kippenvel over je lijf wordt verspreid. Het enige wat je hoeft te doen om deze sensatie op te wekken, is een paar van-nul-tot-honderdjes op het asfalt te leggen, waarbij de PDK-transmissie tot aan 9000 tpm ook de laatste pk en newtonmeter uit de 4,0-liter boxermotor perst. De sensationele geluiden die de boxer bij deze helse toerentallen voortbrengt, moeten wel vreugdekreten zijn, want ook bij herhaalde pogingen protesteert de techniek geen moment. Niet zo vreemd als je bedenkt dat de motor vrijwel identiek is aan die in de huidige Cup-Carrera. Dat betekent titanium drijfstangen, dry-sumpsmering en een normaliter alleen in de racerij gebruikte centrifuge voor de ontschuiming van de olie. Desondanks gedraagt de boxermotor zich niet als een nerveus keffende en grommende vechthond, maar spint hij stationair als een tevreden huiskat die na een maaltje Sheba op schoot van zijn baasje ligt uit te buiken. Wanneer hij moet presteren, geeft hij zijn vermogen en koppel prachtig lineair af; er is nooit sprake van harde turboklappen of plotselinge vermogensdalingen waar je als bestuurder constant op moet anticiperen of reageren. De enige ‘onregelmatigheid’ is de stijging van het
koppel vanaf 4000 toeren, veroorzaakt door het variabel werkende inlaatspruitstuk. Dat is een karaktertrek die zich heel snel in je onderbewustzijn nestelt, waardoor je je er na een paar rondjes nog nauwelijks van bewust bent. Deze harmonie in al het pk- en newtonmetergeweld levert dan ook een belangrijke bijdrage aan de prestaties op het circuit.
WENKBRAUWEN
Die 3,3 seconden op de honderdsprint klinken indrukwekkend, maar de bescheiden 10,8 seconden die het kost om van 0 naar 200 te knallen, vinden wij nog imposanter. Om nog maar te zwijgen over de manier waarop deze adembenemende prestatie wordt neergezet. Er wordt nog geen fractie van een seconde verspild door tractieverliezen of trage schakelmomenten. Het ogenschijnlijke gemak waarmee deze GT3 zijn prestaties levert is bedrieglijk; je hebt na een tijdje nauwelijks in de gaten hoe enorm hard het gaat. Des te geruststellender is het dat de vertragingscapaciteiten minimaal even goed zijn. Vanuit 100 km/h sta je in 32,1 meter stil, vanuit 150 km/h is de stopafstand 69,5 meter en om vanuit 200 km/h tot stilstand te komen hebben de remmen niet meer dan 120,6 meter nodig. Wanneer we het na tien noodstops nog eens proberen, blijken de remmen nog beter te presteren, en is de remweg vanaf 100 km/h slechts 31,4 meter. Kortom, je moet in deze auto absoluut nooit vergeten je gordel om te doen, anders zul je na een noodstop je wenkbrauwen uit de stuurwielrand moeten pulken.
ONGELOOFLIJK
Oké, tijd om de proef op de som te nemen. Slagen we erin Porsches eigen toptijd van 7:12,7 minuten te benaderen? Voor de zekerheid checken we nog een keertje extra of de veilig-
heidsgordel goed is vastgegespt en houden we het startsein nauwlettend in de gaten. Eén, twee, drie en gás! Na de eerste bocht gaat het in de Hatzenbachbogen al snel naar 160 km/h, daarna kan de snelheid verder omhoog. Hoewel je je hoofd er natuurlijk bij moet houden, verslindt de GT3 het Nordschleife-asfalt alsof hij niet anders gewend is. De auto gedraagt zich altijd goedmoedig en voorspelbaar, zodat we op het rechte stuk Fuchsröhre algauw de 250 km/h aantikken. In onze beste ronde kunnen we de gemene Bergwerk-bocht met 109 km/h nemen en de scherpe haarspeld met de mooiste naam van het circuit, de Schwalbenschwanz, oftewel de zwaluwstaart, durven we met 120 km/h aan. Vervolgens komen we op het rechte eind van de Döttinger Höhe met 288 km/h door. Ongelooflijk waartoe deze auto je na enige oefening in staat stelt. De term ‘neutraal’ is eigenlijk veel te vlak om de ongekende balans van de 911 GT3 aan te duiden. En dat bij een achterwielaandrijver met de motor achterin … Behalve de gebruikelijke elektronische regelneven krijgt hij ook assistentie van een meesturende achteras, die een enorme bijdrage levert aan de wendbaarheid en lichtvoetigheid en bovendien het rijgedrag op de limiet sterk verbetert. Na een dagje oefenen en stoeien leren we de auto, het circuit en onze eigen grenzen steeds beter kennen. We voeren de snelheid hier en daar op, terwijl we het op andere plekken juist iets rustiger aan doen. Telkens weer verrast de auto ons met zijn respons en zijn communicatieve eigenschappen. Uiteindelijk bedraagt onze beste rondetijd 7:24 minuten. Daarmee zitten we weliswaar een race-eeuwigheid achter de specialisten van Porsche, maar evenaren we hun tijd in de vorige GT3. Bovendien zijn we zo’n 10 seconden sneller dan met de vorige GT3. Dat is meer dan genoeg om onszelf trots in de binnenspiegel toe te lachen.