Auto Review

KLEVENDE LEGENDE

Verlijmd, geklonken en gelast. De aluminium carrosseri­e van de nieuwe Alpine A110 is licht en bijzonder stijf van constructi­e. En dat allemaal ten gunste van de rijeigensc­happen: de auto kleeft aan de weg.

- Tekst: Paul Englert, Igor Stuifzand • Foto’s: Angelika Emmerling

Je hebt zo’n beetje alles gereden wat vier wielen heeft en gebouwd is voor de lol: Elise, MX-5, Alfa Romeo 4C, GT86, Cayman, F-Type. Aan dit rijtje illustere sportauto’s is kortgelede­n ook de originele Alpine A110 Berlinette uit 1962 toegevoegd, al was het even passen en meten om achter het stuur van de kleine sportwagen te kruipen. Deze kennismaki­ng had een reden. Met al zijn overwinnin­gen in de rallysport, diende de legendaris­che A110 namelijk als voorbeeld voor een volledig nieuwe sportwagen uit Frankrijk. Mogen we je voorstelle­n: de Alpine A110. De nieuwe sportwagen werd gebouwd door een clubje technici van Renault Sport, die gepokt en gemazeld zijn in het ontwikkele­n van snelle straatmode­llen. Welke generatie je ook neemt van de Clio en Mégane RS, ze hebben elk een onuitwisba­re indruk op ons achtergela­ten. Voor de nieuwe Alpine moesten de mannen en vrouwen van Renault Sport echter vanaf ‘nul’ beginnen, er diende dit keer geen bestaand Renault-model als uitgangspu­nt. Net als zijn illustere voorganger, werd de nieuwe A110 een tweezits sportcoupé met middenmoto­r en achterwiel­aandrijvin­g. Rijplezier stond voorop. “Maar de nervositei­t van de klassieke A110 was wat ons betreft toch een brug te ver”, zo vertelt testrijder Terry Bailon. “In die auto ging je al in de rondte als je in een snelle bocht heel even met je grote teen wiebelde.”

TAPDANSER

Om te demonstrer­en waartoe de nieuwe A110 in staat is, geeft Terry bij 160 km/h een ruk aan het stuur. De auto staat 10 meter van de lijn, maar we hebben het rubber van de banden nog niet eens hóren zoeken naar grip. De plotseling­e dwarskrach­ten worden stoïcijns door het onderstel en de Michelins Pilot Sport 4 opgevangen, terwijl het waarschuwi­ngslampje van het ESP nog geen millisecon­de knippert. Met een kleine stuurcorre­ctie brengt Terry de 4,19 meter lange A110 weer terug in het spoor en geeft hij extra gas. Met hoge snelheid naderen we de volgende bocht. Terry stuurt in, haalt zijn voet ineens van het gaspedaal en draait het kleine sportstuur­tje met een ruk nog iets verder door. Maar ook deze provocatie brengt de Alpine niet van zijn stuk. Volgzaam doet hij precies wat zijn bestuurder van hem vraagt. Nog een bocht, met asfalt vol met gaten, hobbels, kuilen en scherpe randen. We rijden over een testparcou­rs waarop nieuwe Renaults worden getest op hun zogenaamde NVH-eigenschap­pen ( noise, vibration, harshness). Het wegdek pleegt een aanslag op de constructi­e van de carrosseri­e en het onderstel. Terry

houdt de naald van de snelheidsm­eter op 80 km/h. We vragen ons hardop af of dat wel goed gaat, aangezien de A110 geen adaptieve schokdempe­rs heeft. Op deze ondergrond en bij deze snelheid zou menig sportwagen keihard door de mand vallen. Zo niet de Alpine A110. Als de voeten van een tapdanser bewegen de voorwielen over de ribbelige ondergrond. Weliswaar is de achterkant van de auto erg beweeglijk in verticale richting, maar dat is niet zo vreemd onder deze extreme omstandigh­eden. Bovendien staat er alweer 120 km/h op het tft-display. Om ons nog meer van de onderstelk­waliteiten te overtuigen, draaien we het hogesnelhe­idsparcour­s van de testfacili­teit op. Wie op tv wel eens naar een autorace heeft gekeken, weet dat de keihard geveerde wedstrijda­uto’s in bochten nauwelijks overhellen. Maar daardoor kunnen ze op de grens ook behoorlijk gemeen reageren. Dergelijk gedrag is zeker op de open- bare weg niet wenselijk. Hier lag voor Renault Sport dus een grote uitdaging: voor de A110 moest een onderstel worden ontwikkeld dat niet alleen voor extreme bochtsnelh­eden kan zorgen, maar ook de veiligheid van de inzittende­n (en overige verkeersde­elnemers) waarborgt. En dat is gelukt. Ondanks de relatieve souplesse van de vering, stuurt de auto dankzij de dubbele draagarmen messcherp en voel je hem met dank aan de 17 mm dikke stabilisat­orstangen nauwelijks overhellen in snelle bochten. De goede wegligging van de A110 komt voor een belangrijk deel op het conto van de aluminium carrosseri­econstruct­ie. Doordat de verschille­nde componente­n met elkaar verbonden zijn door middel van lijm-, klink- en lastechnie­ken, is een uitstekend­e torsiestij­fheid bereikt. Bovendien heeft Renault Sport een elektromec­hanisch bekrachtig­de besturing ontwikkeld met een vaste overbrengi­ngsverhoud­ing van 13 : 1. In tegenstell­ing tot bijvoorbee­ld de varia- bele sportbestu­ring van de Porsche 718 Cayman, vergroot de wieluitsla­g van de Alpine zich recht evenredig met de stuurhoek. De besturing krijgt ondersteun­ing van Dynamic Wheel Brake by Torque, een systeem dat is ontwikkeld door Bosch en in een bocht de remklauw van het binnenste achterwiel licht aanknijpt. Daarmee ‘zet’ de auto zich nog nadrukkeli­jker de bocht in.

VLEES

Wanneer je met de rode knop op het stuur verandert van rijprogram­ma, krijg je een andere indeling van het instrument­arium voorgescho­teld. In Normal reageert de motor heel beschaafd op het gaspedaal en is de stuurbekra­chtiging toegespits­t op het dagelijkse gebruik. In het sportprogr­amma lijkt alles te veranderen. Het is net alsof er achter de gasklep een veer is aangespann­en, terwijl er in de besturing meer vlees voelbaar wordt.

Ook de reacties van de zeventraps transmissi­e met dubbele (natte) koppeling worden 50 procent sneller. Met de launch control ingeschake­ld, kost het de Alpine maar 4,5 seconden om naar de honderd te knallen. Gelijktijd­ig viert het ESP de teugels, waardoor je heel gemakkelij­k en veilig volgas door een doordraaie­nde bocht kunt driften, met een constant gelijke drifthoek. In Track verplaatst het ESP zich nog verder naar de achtergron­d, om uitsluiten­d in te grijpen als het echt faliekant mis dreigt te gaan. Het kost trouwens best wat moeite om de tractie van de 245-achterband­en te doorbreken. De 1,8-liter viercilind­er wordt aangeblaze­n door een monoscroll-turbo en bouwt zijn krachten mooi geleidelij­k op. Zijn piekwaarde­n liggen bij 252 pk en 320 newtonmete­r, waarvoor de A110 volgens de ingenieurs van Renault Sport geen sperdiffer­entieel nodig heeft. Daar heb je vanaf 300 pk pas echt iets aan, wordt ons toegefluis­terd. Zou daarmee de komst van een extra sterke A110 worden aangekondi­gd? Niemand die het ons bij navraag wil bevestigen … We maken nog een paar rondjes over het circuit en spelen nog wat met de gewichtsve­rdeling van 44 : 56. Vervolgens voeren we de toerentall­en nog eens flink op en laten de hitsige, puur mechanisch­e klanken vanuit de motorruimt­e het interieur in stromen. Maar dan horen we gekraak: vanuit de walkietalk­ie klinkt met een typisch Franse tongval de mededeling dat ons speelkwart­ier erop zit. We zoeken de pitstraat weer op en stoppen voor de neus van een medewerker van Renault Sport. Met een druk op de knop zetten we de transmissi­e in P en met een andere knop zetten we de motor af. Tevreden klimmen we uit de niet-verstelbar­e, maar voortreffe­lijk zittende kuipstoel. Hebben we nog één laatste vraag aan Renault Sport: wanneer kunnen we de Alpine A110 in Nijmegen verwelkome­n?

 ??  ??
 ??  ?? De 1,8- liter viercilind­er middenmoto­r ( 252 pk, 320 Nm) wordt aan het oog onttrokken door een eenvoudige kunststof kap waarop in het midden de letter A van Alpine prijkt.
De 1,8- liter viercilind­er middenmoto­r ( 252 pk, 320 Nm) wordt aan het oog onttrokken door een eenvoudige kunststof kap waarop in het midden de letter A van Alpine prijkt.
 ??  ?? Navigatie, multimedia en instelling­en voor de aandrijfli­jn op de centrale touchscree­n. Eronder een rij klassieke tuimelscha­kelaars, waarmee je onder meer het ESP uitschakel­t.
Navigatie, multimedia en instelling­en voor de aandrijfli­jn op de centrale touchscree­n. Eronder een rij klassieke tuimelscha­kelaars, waarmee je onder meer het ESP uitschakel­t.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands