TERUGKEER VAN DE GSI
Sinds het verdwijnen van de Corsa GSi in 2010 kregen de snelste varianten van de diverse Opel-modellen steevast het OPClogo opgeplakt. Bij de introductie van de (voorlopig) snelste Insignia wordt het aloude GSi-label echter weer van stal gehaald. Via alle vier de wielen brengt de Insignia GSi 260 pk en 400 Nm op het asfalt. Daarvoor heeft hij niet meer dan een 2,0-liter viercilinder motor nodig, terwijl de vorige Insignia in de OPC-versie nog een 2,8-liter V6 aan boord had. Die leverde weliswaar 325 pk, maar woog ook 160 kilo meer. Volgens Opel is de GSi op de Nordschleife dan ook duidelijk sneller dan zijn voorganger, maar exacte prestatiecijfers zijn nog niet bekendgemaakt. Aan de buitenkant zorgen 20-inch wielen, mat chromen luchtinlaten in de voorbumper en als verchroomde stortkokers vermomde uitlaten in de achterbumper voor de sportieve accenten. Bovendien ligt de GSi iets dichter bij het asfalt dan zijn bescheidener broers. Torque vectoring, het adaptieve Flexride-onderstel – inclusief een liberale Competition-mode – en aangepaste Brembo-remmen assisteren de vierwielaandrijving om alle power in goede banen te leiden. Zo kun je, gezeten in de speciaal voor de GSi ontwikkelde leren sportstoelen, redelijk onbezorgd op de aluminium pedalen stampen. Als je het wat rustiger aan doet, kun je volgens Opel toe met 8,6 liter benzine per 100 km (1 op 11,6). Eind dit jaar staat de Insignia GSi bij de dealer, maar hoeveel je aan hem moet overmaken als je de auto wilt meenemen, is nog ongewis.