Alfa Romeo Stelvio, Jaguar F-Pace, Maserati Levante
Het duurde erg lang, maar inmiddels hebben veel kleine Europese merken een spannend alternatief ontwikkeld voor de grote Duitse suv’s. We zetten drie outsiders bij elkaar: de Alfa Romeo Stelvio, de Jaguar F-Pace en de Maserati Levante.
We overdenken de uitspraak van Jaguar-CEO Joe Greenwell nog eens. Dertien jaar geleden werd hem de vraag gesteld of er ooit een suv van Jaguar zou komen. Met een spottend lachje zei hij gedecideerd: “Nooit.” Het klonk als de bekrachtiging van een natuurwet van Darwin. Je kunt het flauw vinden om iemand te beoordelen op een uitspraak uit 2004, maar Porsche had in die tijd al veel succes met de Cayenne. Dat was schrikken voor de liefhebbers van het sportwagenmerk. Maar het succesverhaal is genoegzaam bekend: met de Cayenne werd zoveel geld verdiend dat er weer voldoende budget beschikbaar kwam voor de ontwikkeling van een nieuwe 911. Jaguar leek in 2004 te denken: liever in schoonheid sterven dan in minderwaardige segmenten je geld verdienen. En ze waren niet de enigen die er laat bij waren. Alfa Romeo liet in 2004 (!) al de suv-concept Kamal zien, maar liet hem doodleuk meer dan 10 jaar in de ijskast staan. Maserati maakte evenmin veel haast met studiemodel Kubang uit 2011.
VOORPUI
De concept cars van Alfa Romeo en Maserati waren veel mooier dan de Porsche Cayenne, en toch verdwenen de veelbelovende studiemodellen in de vergetelheid. Terwijl Porsche maar geld bleef bijschrijven op zijn bankrekening, gingen Alfa Romeo en Maserati door op oude voet. En dat leidde niet tot overtuigende verkoopcijfers, laat staan tot klinkende munt. Maar kijk ze nu eens staan, de Alfa Romeo Stelvio en de Maserati Levante. Smaak is subjectief, maar wat ons betreft zijn ze nog altijd mooier dan de Duitse concurrenten. De Levante is de eerste Maserati die hoger is dan 1,50 meter en weegt 2,2 ton. Het is een ouderwetse ‘dikke’ suv; een van de weinige Europese modellen die naast de plompe Audi Q7 niet lijkt te verschrompelen. Er was een tijd waarin Maserati’s een terughoudend design hadden, waaraan je niet meteen kon zien hoe sportief ze waren. Maar daswar einmal. De Levante komt niet met de deur in huis vallen, hij neemt meteen de hele voorpui mee. Alleen al de ovale grille met de verticale strepen is enorm. Het is een verwijzing naar de raceauto’s van Maserati in de jaren vijftig. De koplampen zijn juist weer klein en de motorkap is licht naar voren gebogen. De uitstraling is grimmig: de Levante straalt uit dat er niet met hem te spotten valt. Mooie motorklanken componeren kunnen ze bij Maserati al jaren, en ook nu klinkt weer een fijne symfonie als de 430 pk sterke V6 met twee turbo’s op stoom is. Het vuige grommen klinkt zo lekker dat je eigenlijk niet doorhebt dat de Levante twee cilinders minder heeft dan de Quattroporte.
BITURBO
Maar een zescilinder is bij Maserati geen downsizemaatregel. Het merk produceerde al zescilinders met twee turbo’s toen de andere merken daar nog helemaal niet mee bezig waren. Eigenlijk gek dat de Levante geen opschrift achterop heeft, zoals in de vroege jaren tachtig, toen de vierdeurs Maserati Biturbo veel concurrenten met achtcilinders het nakijken gaf. Ook in het interieur geen valse bescheidenheid. Nog altijd is het analoge klokje de blikvanger in het dashboard, maar daaronder zit wel een enorm multimediascherm. Met de onlogische menustructuur moet je je maar bezig houden als je tijd over hebt, wij hebben al snel al onze aandacht op de startknop gericht. Hij zit links van het stuur. De schakelpeddels aan weerszijden van het stuur zijn zo groot dat ze de hendels voor de richtingaanwijzers en de ruitenwissers volledig uit het zicht laten verdwijnen. Het ziet er allemaal ongekend sportief uit. En zo rijdt de Levante ook. De prestaties liggen op topniveau. Het enige minpunt is de besturing, die zich vooral leent voor een ontspannen rijstijl. De stuurinrichting weet te weinig raad met het hoge
DE VIERCILINDER TURBOMOTOR VAN DE STELVIO IS VEEL TERUGHOUDENDER DAN DE MASERATI-V6, MAAR ONDERSCHAT HEM NIET.
gewicht van de auto. Vooral in de stad is het een hele klus om de grote Maserati op koers te houden.
BOVENLIGGENDE NOKKENAS
De Alfa Romeo Stelvio heeft een heel ander karakter: hij voelt aan als een sportieve compacte auto. De auto is naar de beroemde Stelviopas vernoemd en er is dan ook weinig fantasie voor nodig om erachter te komen hoe zijn DNA in elkaar steekt. De Alfa Romeo is een echte bochtenkampioen. Om te zorgen dat de bestuurder zich zoveel mogelijk op de volgende bocht kan richten, werd het instrumentarium eenvoudig gehouden. De startmotor wordt geactiveerd via een knop op de linkerspaak van het stuur. We hebben kleine kritiekpuntjes, zo is niet altijd voor de mooiste materialen gekozen en is het kleine beeldscherm voor de achteruitrijcamera niet zo handig. Het zijn details, die je meteen vergeet als je gaat rijden. De 16 kleppen worden aangestuurd via één bovenliggende nokkenas – de nostalgische Alfist zal zich met weemoed de tijd herinneren waarin ‘dubbelnokkers’ de norm waren bij het merk. De viercilinder turbomotor van de Stelvio is met zijn geluid veel terughoudender dan de Maserati-V6, maar onderschat hem niet. Waar de Maserati als een echte Italiaan een show opvoert vol dramatiek, is de Stelvio meer een stille kracht. Want hij weet de Levante ondanks
IN DE F-PACE TREF JE GEEN OERBOS AAN WORTELNOTENHOUT AAN, MAAR EEN STRAK EN MODERN DASHBOARD.
zijn veel kleinere motor verrassend makkelijk te volgen. Als de bochten scherper worden, behaalt hij zelfs grote voordelen met zijn veel lagere gewicht en zijn directere besturing. Gezien de compacte buitenmaten, is het niet verwonderlijk dat je achterin niet heel veel ruimte hebt als je lang bent. Maar dat valt allemaal in het niet bij de ongekende rijbeleving in de Stelvio. Overigens is het geen hardcore dynamische auto, je kunt er ook heel comfortabel mee rijden. En dat fabuleuze uiterlijk is weer een fraai staaltje Italiaanse klasse. We bekennen dat we, als we moesten kiezen, de voorkeur aan de Stelvio zouden geven. Je moet wel heel veel geldingsdrang hebben om meer dan 80.000 euro extra te willen betalen voor de Levante.
VANILLEKLEURIG LEER
Maar ook het Britse alternatief is aantrekkelijk. In de 13 jaar tussen de beruchte uitspraak van Greenwell en de introductie van de F-Pace, is er bij Jaguar veel veranderd. Het merk stapte af van de klassieke Britse stijl, die zo kenmerkend was voor modellen als de XJ. Niet alleen het uiterlijk werd moderner, ook het interieur kreeg een update. Dat betekent dat je in de F-Pace geen half oerbos aan wortelnotenhout aantreft en ook niet het vanillekleurige leer waar menig adellijk persoon zijn billen in heeft neergevleid. In plaats daarvan zien we een strak dashboard, dat eerder een futuristische dan een nostalgische uitstraling heeft. De inrichting van het interieur is doordacht, de kwaliteit overtuigt en ook voor het oog is er veel te genieten. Zelfs de achterkant van de auto, voor veel designers een sluitpost, is bij de Jaguar de moeite van een nadere inspectie waard. De kenmerkende achterlichten zijn een lust voor het oog. We blijven ons verbazen in de F-Pace. We haalden een V6 S op, waarbij de S staat voor Sports. En die aanspraak maakt de F-Pace volledig waar. Dat begint al met de zitpositie achter het kleine stuur en gaat verder met het sportief afgestemde onderstel en de 22-inch wielen. De besturing is direct en de auto voelt licht aan. De V6, waarop een compressor is geschroefd, is aangenaam stil en laat alleen in de sportstand nadrukkelijk van zich horen met een donker, agressief gebrom. Wie in de zesde tot en met de achtste versnelling handmatig schakelt en helemaal doorgaat tot het rode gebied, zal het verschil merken tussen een sportwagen die vermomd is als suv en een suv die toevallig net zo snel is als een sportwagen. Dat geldt overigens ook voor de Maserati en de Alfa Romeo. Ze hebben het suv-segment een stuk spannender gemaakt. Kijken we puur naar de Nederlandse verkoopcijfers, dan is duidelijk dat we toch liever in een Brit dan in een Italiaan stappen. Tot 1 november werden 416 exemplaren van de F-Pace verkocht, tegen 196 Stelvio’s en 46 Levantes. Al gaat het daar in dit vergelijk niet om, los van het feit dat de Levante eerder een concurrent voor auto’s als de Porsche Cayenne is. We kunnen de op Duitsland gefocuste koper hoe dan ook aanraden om zijn blik ook eens op het zuiden of het westen te richten. De drie alternatieven van Maserati, Alfa Romeo en Jaguar zijn buitengewoon aantrekkelijk.