34 Lifestyle-suv’s Land Rover Range Rover Velar, Mercedes GLE
Range Rover bouwde al suv’s voordat de term überhaupt bedacht werd. Inmiddels is er veel concurrentie en zitten ze ook in Engeland niet stil. De Velar is de nieuwste prestigieuze Range Rover. Hij neemt het op tegen de Mercedes GLE Coupé.
De naam Velar is ouder dan je zou verwachten: het eerste prototype van Range Rover, waarmee de ontwikkelaars vele decennia geleden nog onopvallend door de Britse straten reden, had die naam al. Niemand associeerde Land Rover toen nog met de luxe lifestyle-suv’s die ze tegenwoordig bouwen. Dat is nu wel anders, al heeft Land Rover de terreinkwaliteiten van zijn modellen nooit uit het oog verloren. Ook de Velar kan buiten het asfalt dingen die geen concurrent hem nadoet. Hij wordt gepositioneerd tussen de compacte bestseller Evoque en de prijzige Range Rover Sport. Dat is slim van de Britten, want met de Velar creëren ze in feite een nieuw segment waar nog geen enkel ander merk in gedoken is, zodat hij in feite geen concurrentie heeft. De Mercedes GLE Coupé is weliswaar gelijk geprijsd, maar is wel 10 centimeter langer. Je kunt zijn vormgeving extravagant noemen, of spuuglelijk, wij zijn ondertussen niet te beroerd om nog eens te vertellen dat de SsangYong Actyon de eerste auto was met zo’n rare daklijn. De Mercedes treedt in deze test aan met een 258 pk sterke drieliter V6turbodiesel. Ook de Velar heeft zo’n motor, maar die levert 300 pk.
IN-/EXTERIEUR De Range Rover heeft een hypermodern interieur.
Als je deze twee auto’s naast elkaar zet, vallen de verschillen in lengte nauwelijks op. Maar de Mercedes ziet er wel forser uit – lomper is misschien wel een beter woord. Hoger is hij sowieso. Dankzij zijn gestrekte lijn doet de Velar eerder aan een crossover denken, al is de scheidslijn tussen een crossover en een suv tegenwoordig klein. De Velar deelt zijn onderstel met de Jaguar XE, XF en F-Pace. Pas op de weegschaal is te zien dat chassis en carrosserie grotendeels uit aluminium bestaan. Dat levert gewichtsvoordeel op: de Velar is 250 kilo lichter dan de Mercedes met zijn stalen carrosserie. Dat scheelt al een slok op een borrel, bovendien is de torsiestijfheid van de carrosserie uitstekend. Verrassend genoeg biedt de GLE Coupé zowel voor- als achterin meer ruimte. Bovendien mag de Mercedes een aanhanger trekken van 3,5 ton, terwijl de Velar niet verder komt dan 2,5 ton. De Velar heeft dan weer een grotere kofferruimte, die dankzij de lage tildrempel bovendien gemakkelijker toegankelijk is. Bovendien kun je de achterbank met de afstandsbediening in drie delen neerklappen. De achterbank van de GLE is in twee ongelijke delen neerklapbaar. Als je dat doet, ontstaat een vlakke laadvloer. Bij de bediening slaat Land Rover een nieuwe weg in: de knoppen zijn bijna allemaal uit het interieur gebannen. Vrijwel alle functies worden aangestuurd via twee touchscreens van 10 inch. Het ziet er niet alleen modern uit, het werkt ook nog eens goed. Je moet even wennen aan de menustructuur van het InControl-multimediasysteem, en ook de twee draai-/drukknoppen bij het onderste touchscreen vergen enige gewenning. Maar wie eenmaal vertrouwd is met de Range Roverlogica, zal het een bijzonder fijn systeem
vinden. De uitschuivende portiergrepen zijn leuk bedacht, de optionele Activity Key (een waterdichte armband ter vervanging van de sleutel – handig bij het sporten) is zelfs een handige en praktische gimmick. Niet dat de Mercedes daar machteloos tegenover staat. Maar ook hier moet je even wennen aan een aantal zaken, zoals de gecombineerde hendel voor de verlichting en de ruitenwissers. De menustructuur van het Comand-systeem is in het begin lastig te doorgronden, maar wie bekend is met het systeem in andere Mercedes-modellen, kan er goed mee uit de voeten. De GLE heeft ook een wat uitgebreidere veiligheidsuitrusting en wint daardoor het eerste hoofdstuk.
COMFORT Het niveau van beide auto’s is buitengewoon hoog.
Dit hoofdstuk begint met een licht voordeel voor de Mercedes: de testauto heeft niet alleen isolerend glas aan boord, maar is ook voorzien van luchtvering. Daar betaal je natuurlijk wel extra voor. Ondanks de 21-inch wielen is het comfort toch uitstekend voor elkaar en binnenin hoor je niet veel van wat zich buiten de auto afspeelt. Bovendien zijn de standaard (!) sportstoelen erg comfortabel en groot. De Range Rover slaat hard terug. Ook hij heeft luchtvering en adaptieve dempers, maar je hoeft er geen cent voor bij te betalen. De comfortstoelen zijn wel optioneel, maar je kunt ze dan ook op 20 manieren instellen en ze bieden verwarming, verkoeling én massage. Verder is de zijdelingse steun veel beter voor elkaar dan bij de GLE. Het rijcomfort is eveneens voortreffelijk. Ook op dit onderdeel moet de GLE zijn meerdere erkennen in de Velar. Als we alle punten optellen, en dat zijn er veel, sprokkelen beide auto’s er precies evenveel bij elkaar.
MOTOR/TRANSMISSIE De Velar declasseert de GLE in alle opzichten.
Dit hoofdstuk is al een gelopen race als je alleen al het vermogen van de Range Rover vergelijkt met dat van de Mercedes. Naast meer vermogen heeft de Velar ook een lager gewicht. In de praktijk maakt de Brit onze vermoedens waar: hij tikt vanaf stilstand 6 seconden eerder de 180 km/h aan. Ook met zijn topsnelheid overtreft hij de GLE met gemak: 241 tegen 226 km/h. Dan moet je wel de optionele 20-inch wielen bestellen. Met 18 inch is het bij 220 km/h voorbij voor de Range Rover. Misschien wel belangrijker is dat de Velar ook een stuk zuiniger is dan de GLE Coupé. Onze testauto neemt genoegen met 9,1 liter diesel in ruil voor 100 gereden kilometers. Met 18-inch wielen zou dat natuurlijk minder geweest zijn. De achttraps automaat van ZF heeft geen zeilfunctie, die het verbruik nog verder had kunnen beperken. De automaat van de GLE heeft een versnelling meer én een zeilfunctie, en toch is het testverbruik met 10,9 l/100 km schrikbarend
hoog. Daarbij lijkt de motor zich, ondanks een riant koppel van 620 Nm, veel meer te moeten inspannen dan de turbodieselmotor in de Velar (700 Nm). Niet alleen het hoge gewicht, ook de 315 mm brede achterbanden gooien in dit hoofdstuk roet in het eten. De Velar wint het dan ook met gemak.
RIJEIGENSCHAPPEN Ook met zijn rijeigenschappen maakt de Velar indruk.
De brede 21-inch wielen en de actieve rolstabilisatie zorgen ervoor dat de GLE zich vlot door het slalomparcours beweegt. Op hogere snelheid reageert de auto echter niet op richtingsveranderingen zoals de bestuurder zou willen. Dat lukt de Range Rover, hoewel hij meer overhelt, een stuk beter. Hij volgt de stuurbevelen gewillig op en draait bij koersveranderingen hooguit een beetje in met zijn kont. De Mercedes kan hem niet volgen op het handlingparcours. De vlotte rondetijd is mede een verdienste van de goede remmen van de Velar. Alweer winst voor de Range Rover dus.
MILIEU/KOSTEN De Velar en de GLE mogen voorlopig nog overal rijden.
Beide auto’s kosten een klein vermogen. Ze halen dan ook niet zoveel punten in dit slothoofdstuk. Bij de basisprijs tellen we nog de meerprijs van talrijke opties op, zodat de Range Rover uitkomt op 99.118 euro en de Mercedes zelfs op 106.366 euro. Het hoge gewicht speelt de Mercedes parten bij de wegenbelasting. Waarschijnlijk denken ze bij de Belastingdienst in Apeldoorn: “Kocht iedereen maar een GLE Coupé 350d, dan hoefden we ons geen zorgen te maken over onze dertiende maand.” Want je betaalt liefst 677 euro per kwartaal. Niet dat de Velar een koopje is, maar 603 euro is een iets kleinere aanslag op je bankrekening. Omdat allebei de auto’s over de modernste milieubesparende techniek beschikken, hoef je voorlopig niet bang te zijn dat je auto uit de binnenstad wordt geweerd. De Range Rover en de Mercedes voldoen aan de EU 6-norm, hebben een roet- en een oxidatiefilter en een SCR-katalysator.