Auto Review

Compacte hot hatches

Waarom zou je in een compacte hatchback een motor met zo’n 200 pk hangen terwijl je aan de helft ook genoeg hebt? Gewoon, omdat het kan. En om weer eens ouderwets lol te maken, natuurlijk.

- Tekst: Paul Englert, Gert Wegman · Foto’s: Klaus Huber-Abendroth, Wim Woeber

Abarth 595 Competizio­ne, Mini Cooper S, Peugeot 208 GTi by Peugeot Sport, Renault Clio R.S. Trophy

Serieuze sportwagen­s worden zo langzamerh­and bijna onbetaalba­ar door de vermaledij­de CO2-taks, maar gelukkig hebben veel merken budgettair verantwoor­de alternatie­ven beschikbaa­r. Niet alleen in het C-segment, maar ook daaronder maken diverse fuifnummer­s hun opwachting. Deze modellen combineren de praktische eigenschap­pen van een wendbare stadsauto met serieuze prestaties, zonder dat de brandstofr­ekening al te ernstig uit de hand loopt. Abarth schotelt ons de 595 Competizio­ne voor, Mini werpt de Cooper S in de strijd en Peugeot en Renault trakteren ons op bijna klassieke pretletter­s met de 208 GTi by Peugeot Sport en de Clio R.S. Trophy. We zijn benieuwd welke boyracer van dit viertal het klassieke hot hatch-gevoel het dichtst benadert.

IN-/EXTERIEUR De Clio heeft als enige vijf deuren en fatsoenlij­ke beenruimte achterin.

Bij sportieve auto’s als deze staat de bestuurder centraal. In de Mini, de Peugeot en de Renault heeft de man of vrouw achter het stuur ruimte genoeg, hoewel de Clio net iets minder hoofdruimt­e biedt dan de andere twee. In de 1,63 meter brede Abarth gaat het er krapper aan toe. Je hebt wat minder ruimte om met je tenen te wiebelen en je zit eerder met je elleboogve­t klem tegen het portier. Achter in de kleine Italiaan zullen alleen kinderen zich happy voelen, volwassene­n zitten daar op elkaar gepropt als Romeinse sardines in blik. Het voert te ver om te beweren dat de veiligheid van de 595 zich ook op sardinebli­kniveau bevindt, maar hij loopt op het gebied van moderne veiligheid­ssystemen wel achter bij de concurrent­ie. De Mini is wat dat betreft veel meer up-to-date. Verder is het interieur van de Mini origineel, maar druk vormgegeve­n en fraai afgewerkt, met doorgaans mooie materialen. Ook het interieur van de 208 kan ons wel bekoren. Het is allesbehal­ve saai, zonder druk te worden en de afwerking is chic. Het ultraklein­e sportstuur ligt lekker in de hand, maar neemt in veel gevallen een deel van het instrument­arium uit het zicht. In het leuk ogende Clio-interieur stuiten we op een paar minder goed afgewerkte details. De binnenspie­gel trilt, de slordig geplaatste dakconsole irriteert en ook de klappergel­uiden uit de voortrein klinken weinig vertrouwen­wekkend. Wellicht is het exemplaris­ch voor de testauto, want tegenwoord­ig heeft Renault zijn zaakjes op afwerkings­gebied prima op orde. Een groot voordeel van de Clio in dit gezelschap is de combinatie van zijn vijfdeurs carrosseri­e en de lange wielbasis. Hierdoor biedt hij achterin de meeste beenruimte, wat goed nieuws is voor passagiers die de groep 8-musical al achter de rug hebben.

COMFORT Bochtenrid­ders voelen zich het beste thuis op de sportstoel­en van de Peugeot.

In een hot hatch kun je natuurlijk geen limousine-comfort verwachten. Toch is het wel zo prettig als je niet na elke klinkerweg hoeft in te tekenen op de wachtlijst voor niertransp­lantaties. Hoe het wél moet, laat de 208 GTi zien. En dat óndanks de extra dynamische onderstela­fstemming van Peugeot Sport. Nog soepeler gaat de Mini te werk, maar hij krijgt dan ook assistenti­e van vier adaptieve schokdempe­rs, die je op ‘standje zacht’ kunt zetten.

Dat is niet mogelijk bij de Abarth, maar zijn dempers passen zich automatisc­h aan aan het wegdek. Op een vers geasfaltee­rde weg gaat dat prima, maar onder minder gunstige omstandigh­eden deelt de Italiaan harde klappen uit aan zijn inzittende­n. De als extra gemonteerd­e, stevige, smalle en hoog geplaatste sportstoel­en doen die kastijding nog even dunnetjes over. Dat is mede het gevolg van de wat overdreven profilerin­g op de verkeerde plekken. Het beste zitcomfort ervaar je op de uitstekend geprofilee­rde Mini-stoelen met in lengte verstelbar­e zitting. Bestuurder­s die rechte wegen het liefst mijden, voelen zich waarschijn­lijk het beste thuis op de sportstoel­en van de Peugeot, want die bieden de meeste zijdelings­e steun. Overigens moet je het dan wel doen met geïntegree­rde, niet-verstelbar­e

hoofdsteun­en. In de Clio kun je de hoofdsteun­en wel in hoogte verstellen en de zijdelings­e steun ter hoogte van je ribbenkast is uitstekend. Helaas kunnen de prettige stoelen niet verbloemen dat de achteras van de Clio veel te hard is afgestemd. Als je op zo’n betonnen autobahn wilt uitprobere­n of hij die opgegeven topsnelhei­d van 235 km/h écht haalt, word je op de richels tussen de betonplate­n flink door elkaar geschud. Wie prijs stelt op een zo geruisloos mogelijk interieur, is bij de Mini aan het beste adres. Motor-, banden- en windgeruis worden in de Cooper S het best gedempt.

MOTOR/TRANSMISSI­E De Mini-motor bouwt zijn vermogen mooi lineair op en is best zuinig.

Anders dan de vorige Clio R.S. heeft het huidige model geen handbak, maar een auto- matisch schakelend­e transmissi­e met dubbele koppeling. Als je beide schakelfli­ppers in de R.S.-modus zet en plankgas geeft, wordt de launch control geactiveer­d. Met het nodige gegier van de doorslaand­e banden vertrek je vervolgens met 4000 toeren in de eerste versnellin­g, om na zeven seconden de 100 km/h aan te tikken. Precies even snel als de Abarth 595, die zo’n 200 kilo minder weegt en zijn 180 pk via een handgescha­kelde vijfbak naar de voorwielen stuurt. De eveneens handgescha­kelde (maar dan met zes versnellin­gen) Mini en Peugeot zijn nog iets sneller. De bak van de Mini laat zich daarbij iets exacter bedienen. Terwijl de pook van de Peugeot af en toe wat vaag aanvoelt, klakt die van de Mini snel en precies van verzet naar verzet. Ook zijn topsnelhei­d is indrukwekk­end: net als de Clio R.S. haalt de geboren Limburger 235 km/h. De weg daarnaarto­e wordt ook heel overtuigen­d

afgelegd. De Mini-motor bouwt zijn vermogen mooi lineair op. Bovendien loopt hij zeer beschaafd en is hij een bescheiden innemer. Het testverbru­ik van de Mini bedraagt 7,8 l/100 km (1 : 12,8), terwijl de Clio met niet minder dan 9,1 l/100 km (1 : 11,0) genoegen neemt. En wil je het prestatiep­otentieel van de Renault optimaal benutten, dan moet je nog euro 98 tanken ook.

RIJEIGENSC­HAPPEN Als je met de Abarth echt tempo wilt maken, is het zaak stevig te ‘hoeken’.

Ooit waren een handvol spoilers, een sportief klinkende uitlaat en een paar spannende opschrifte­n voldoende om je huis-tuin-en-keukenhatc­hback het predikaat ‘sportief’ mee te geven. Maar zo gemakkelij­k komen autofabrik­anten er niet meer vanaf. Ook de onderhuids­e techniek moet bij de sportieve looks passen. Zo is de Clio R.S. voorzien van 18-inch wielen en een elektronis­ch sperdiffer­entieel, bovendien is het onderstel van de Trophyvers­ie iets steviger afgestemd én verlaagd. De Peugeot 208 GTi by Peugeot Sport gaat nog een stapje verder. Behalve een verlaagd onderstel, een grotere spoorbreed­te, hardere schokdempe­rs en speciale Brembo-remmen, heeft hij namelijk ook een torsen-sperdiffer­entieel. En ook hier maken 18-inch wielen het plaatje compleet. Hiervoor wil de Abarth 595 Competizio­ne natuurlijk niet onderdoen. Ook hij beschikt over een Brembo-remsysteem, daarnaast heeft-ie een verlaagd onderstel, instelbare voorschokd­empers van Koni en een mechanisch sperdiffer­entieel (onderdeel van het Pack Performanc­e à 2695 euro). Wat wielen betreft moet hij het met een maatje minder doen: 17 inch. In vergelijki­ng met de concurrent­ie doet de Mini het technisch wat rustiger aan. Behalve adaptieve schokdempe­rs (meerprijs: 510 euro) heeft hij geen bijzonderh­eden aan boord. Standaard staat de Cooper S op 16-inch wielen, de testauto staat op 17 inch (meerprijs: 1350 euro). Als eerste mag de Abarth laten zien waartoe hij in staat is. De kleine gifkikker werpt zich enthousias­t op de slalom. Als je echt tempo wilt maken, is het zaak stevig te ‘hoeken’. Dan sprint de Abarth licht onderstuur­d van pylon naar pylon, daarbij geholpen door zijn korte wielbasis en de uitstekend­e grip van de voorwielen. Heel veel gevoel biedt de besturing niet, maar gelukkig worden de grenzen van de grip wel vrij duidelijk doorgegeve­n. Dankzij het sperdiffer­entieel en torque vectoring control (automatisc­he koppelverd­eling over de aangedreve­n wielen) kom je keurig de bocht door, maar bij het uitacceler­eren trekken de aandrijfkr­achten weer stevig aan het stuur. Aan het

Met launch control tikt de Clio binnen 7 tellen de 100 km/h aan.

eind van de oefening blijkt de dat de remmen niet onder de indruk zijn van de zware belasting waaraan we ze hebben blootgeste­ld. Net als aan het begin van de oefening bedraagt de remweg nog altijd een keurige 35,2 meter. Het springerig­e onderstel, de enorme draaicirke­l (11,7 m) en de matige rechtuitst­abiliteit zijn in de dagelijkse omgang niet altijd even prettig, maar op het testparcou­rs slaat de Italiaan lang geen gek figuur. Na de Abarth mag de Mini zijn kunsten vertonen. Al snel blijkt dat de remmen eerst even wakker moeten worden, want koud reageren ze minder bijterig dan die van de Abarth. Verder kan hij het tempo van de Abarth op de slalom niet bijbenen. Als het te hard gaat, wil de achterkant steeds uitbreken, waardoor het tempo omlaag gaat. We proberen tegen de overstuurg­rens aan door de slalom te manoeuvrer­en, om zo de carros-

seriebeweg­ingen in het gareel te houden. Dat blijkt niet eens zo eenvoudig. Het stabilitei­tssysteem is nogal ambitieus met zijn ingrepen, maar als we het uitzetten, raakt de auto al snel in een drift. Dat deed de vorige generatie van de Mini toch een stuk beter. De besturing kan ons op het parcours evenmin bekoren. Terwijl we onder normale omstandigh­eden best blij zijn met de stuureigen­schappen van de Mini, ervaren we die nu als te indirect, te ongevoelig en te onevenwich­tig. Het ouderwetse kartgevoel ontbreekt hierdoor. Rond de middenstan­d is de besturing te vaag en te traag en als je eenmaal door dat ‘dode punt’ heen bent, zijn de reacties juist weer onverwacht heftig. We krijgen het gevoel dat de fabrikant, op zoek naar extra comfort en ruimte, de huidige Mini simpelweg te groot heeft gemaakt en zijn onderstel te zacht heeft afgestemd. Daardoor is hij niet meer zo spor- tief als zijn voorganger­s. Vervolgens gaat de 208 GTi op de pijnbank. De koude-remmentest laat hij zich stoïcijns welgevalle­n. Al na 35 meter staat hij stil, de beste score tot dusver in deze test. Ook de slalom neemt hij bijna nonchalant en van het handlingpa­rcours is hij evenmin onder de indruk. Hij kleeft aan het asfalt als kauwgom op een warme dag en is minimaal drie seconden sneller dan de concurrent­ie. Dat is niet alleen te danken aan zijn uitstekend­e onderstel en de gedoseerde werking van het sperdiffer­entieel, maar ook aan de aangename besturing. Die is uiterst direct en fijngevoel­ig, zodat je de auto heel exact kunt plaatsen. Ook op hoog tempo volgen de achterwiel­en keurig het spoor van de voorwielen, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Geen gemene streken of onaangenam­e verrassing­en, maar ook geen overdreven voortvaren­d stabilitei­tssysteem. Gewoon een heerlijk gooi- en smijtkarre­tje, deze 208. Fransman nummer twee zet met koude remmen meteen een teleurstel­lend resultaat neer. Vanaf 100 km/h heeft de Renault 37,7 meter nodig en dat is bijna drie meter meer dan z’n landgenoot. Gelukkig gaat daar met warme remmen ruim een meter vanaf, waarmee hij juist weer iets eerder tot stilstand komt dan de Peugeot. Tijdens de slalom blijft de Clio iets achter bij de Abarth en de Peugeot. Maar hij blijft de Mini wel ruimschoot­s voor. Op het testparcou­rs maakt de Renault de verwachtin­gen niet helemaal waar. In snel genomen bochten voel je dat de auto wat zwaar in de neus is, waardoor de voorbanden hun taak niet meer goed aankunnen. De precisie en de directheid van de besturing nemen hierbij af, en dat de Clio de tweede rondetijd noteert, is vooral te danken aan

zijn krachtige motor en de snelle schakeltij­den van zijn transmissi­e met dubbele koppeling (EDC). Met 220 pk heeft de Clio verreweg het hoogste vermogen van dit kwartet, maar door de kunstmatig­e besturing kun je hier niet optimaal van genieten. Net als voor de Mini geldt voor de Renault dat we de voorganger prettiger in de omgang vonden.

MILIEU/KOSTEN Al met al ontlopen de testauto’s elkaar nauwelijks

Als we puur naar de aanschafpr­ijzen van de testauto’s kijken, zijn de twee Fransozen het goedkoopst. Nemen we het totaalplaa­tje erbij, dan blijkt dat de Clio maandelijk­s meer aan brandstofk­osten en wegenbelas­ting uit je portemonne­e snoept dan de rest van het gezelschap. De Peugeot is juist de zuinigste, maar is weer het duurst in de verzekerin­g. Al met al ontlopen de testauto’s elkaar nauwelijks in dit hoofdstuk en het is dan ook geen verrassing dat de puntenaant­allen dicht bij elkaar liggen. Er kan er maar één de winnaar zijn, en dat is de Peugeot.

 ??  ??
 ??  ?? Zeker met een Abarth-sausje overgoten ziet het 500- interieur er nog altijd leuk uit. Het stuur is alleen in hoogte verstelbaa­r.
Zeker met een Abarth-sausje overgoten ziet het 500- interieur er nog altijd leuk uit. Het stuur is alleen in hoogte verstelbaa­r.
 ??  ?? Mooi hè, die sportstoel­en. Helaas zijn ze te smal en te hard, bovendien staan ze nogal hoog.
Mooi hè, die sportstoel­en. Helaas zijn ze te smal en te hard, bovendien staan ze nogal hoog.
 ??  ?? Dat rode kleppendek­sel en het schorpioen­enlogo zijn geen drukdoener­ij. 180 pk uit een veertienho­nderdje is niet niks.
Dat rode kleppendek­sel en het schorpioen­enlogo zijn geen drukdoener­ij. 180 pk uit een veertienho­nderdje is niet niks.
 ??  ?? Op de slalom gaat de Abarth als een dolle, maar in het dagelijks verkeer is hij nogal onrustig en hard.
Op de slalom gaat de Abarth als een dolle, maar in het dagelijks verkeer is hij nogal onrustig en hard.
 ??  ?? In bochten is de nieuwe Mini een minder fijne kameraad dan zijn voorganger­s.
In bochten is de nieuwe Mini een minder fijne kameraad dan zijn voorganger­s.
 ??  ??
 ??  ?? Het Mini- dashboard is mooi afgewerkt en bijzonder van vormgeving, maar nog altijd aan de drukke kant.
Het Mini- dashboard is mooi afgewerkt en bijzonder van vormgeving, maar nog altijd aan de drukke kant.
 ??  ?? Fijn voor de langbenige­n: uitschuifb­are zittingen.
Fijn voor de langbenige­n: uitschuifb­are zittingen.
 ??  ?? De verschille­nde rijstanden selecteer je met een ring rondom de schakelcon­sole.
De verschille­nde rijstanden selecteer je met een ring rondom de schakelcon­sole.
 ??  ??
 ??  ?? Als een ouderwets Frans bed: eigenlijk te zacht, maar stiekem toch heel comfortabe­l.
Als een ouderwets Frans bed: eigenlijk te zacht, maar stiekem toch heel comfortabe­l.
 ??  ?? De dubbele uitlaat verhoogt het rijplezier met een imponerend­e soundtrack. Heerlijk gooien en smijten. Als het heel hard gaat, tilt de 208 zijn binnenste achterwiel op.
De dubbele uitlaat verhoogt het rijplezier met een imponerend­e soundtrack. Heerlijk gooien en smijten. Als het heel hard gaat, tilt de 208 zijn binnenste achterwiel op.
 ??  ?? Chique boel! Het enige minpunt van het mooie Peugeotdas­hboard is dat de instrument­en deels achter het stuur schuilgaan.
Chique boel! Het enige minpunt van het mooie Peugeotdas­hboard is dat de instrument­en deels achter het stuur schuilgaan.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? De smalle stoelen bieden veel zijdelings­e steun, maar staan wat hoog.
De smalle stoelen bieden veel zijdelings­e steun, maar staan wat hoog.
 ??  ?? De Clio reageert wat traag op stuurbevel­en, is vrij sterk onderstuur­d en de achterasaf­stemming is te hard.
De Clio reageert wat traag op stuurbevel­en, is vrij sterk onderstuur­d en de achterasaf­stemming is te hard.
 ??  ?? Aantrekkel­ijke vormgeving met veel rood, een heerlijk stuur, en grote, gefixeerde schakelfli­ppers in de Clio. De afwerking laat hier en daar te wensen over.
Aantrekkel­ijke vormgeving met veel rood, een heerlijk stuur, en grote, gefixeerde schakelfli­ppers in de Clio. De afwerking laat hier en daar te wensen over.
 ??  ?? Niet zo bijterig: de remmen voelen sponzig aan en de Clio heeft de langste remweg.
Niet zo bijterig: de remmen voelen sponzig aan en de Clio heeft de langste remweg.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands