Auto Review

Sportievel­ingen met viercilind­er

- Tekst: Gert Wegman · Foto’s: Arjan Kropman

Plofkip, plofkraak, plofklas ... het is geen vrolijk makend lijstje. Gelukkig is er ook de ‘plofbak’. Want met de plofbakken in deze vergelijki­ng, een Ford Mustang 2.3 Ecoboost en een Jaguar F-Type 2.0i4 300, kun je veel lol hebben. Ondanks hun kleine hartje klinken ze stoer, zijn ze behoorlijk snel en zien ze er cool uit. En het zijn nog cabrio’s ook!

Opgestoken duimen, bewonderen­de blikken en lovende commentare­n. Welke automobili­st is daar nu niet gevoelig voor? Juist. Een weekje in een Ford Mustang en Jaguar F-Type rijden is dus dikke pret. Ook al betreft het hier de motorische instapvers­ies van het Amerikaans-Britse duo. Want in plaats van een roffelende V8 of een grommende V6, ligt er bij beide een viercilind­er lijnmotor van bescheiden afmetingen onder de immense motorkap. Een sportwagen van Jaguar met een viercilind­ertje? Als iemand dat tien jaar geleden had voorspeld, was-ie voor gek verklaard. Oké, een Mustang met viercilind­er motor was er jaren geleden ook al, maar daar bewaren we geen zoete herinnerin­gen aan. Toch heeft Ford de viercilind­er Mustang letterlijk nieuw leven ingeblazen. Met een moderne turbo. Maar liefst 317 pk levert de 2,3-liter motor van de Amerikaan en ook het koppel van 434 Nm is niet misselijk. De viercilind­er 2,0-liter turbomotor van de F-Pace i4 300 doet het iets kalmer aan, al voel je je met 300 pk en 400 Nm absoluut niet minderbede­eld. Op papier zijn deze Mustang en F-Type dus prima aan elkaar gewaagd. Verder zijn het allebei cabrio’s met een sportief imago en kosten ze grofweg evenveel. Toch brengt deze vergelijki­ng ook legio verschille­n aan het licht.

DONALD TRUMP

Om even terug te keren naar de prijzen – je hebt ‘al’ een viercilind­er Jaguar F-Type Convertibl­e voor dik 78 mille. Dat klinkt als een hoop geld, en dat is het natuurlijk ook. Maar als je weet dat de goedkoopst­e open F-Type met V6 105.170 euro kost, valt het weer mee. Zeker wanneer je bedenkt dat die ‘maar’ 40 pk meer heeft. Dat prijsravij­n is trouwens typisch voor Nederland met zijn progressie­ve CO2-taks. In de meeste andere landen zijn de prijsversc­hillen minder dramatisch. Voor 83.620 euro krijg je de viercilind­er F-Type Convertibl­e met het R-Dynamic-pakket. Die biedt onder meer een uitlaatsys­teem waarvan je de plofgeluid­en naar wens kunt versterken, 19-inch wielen (in plaats van 18-inch), ledkoplamp­en, een speciale aluminium afwerking van het interieur en R-Dynamic-dorpellijs­ten. Onze R-Dynamic staat op wielen die nog een maatje groter zijn, heeft een achteruitr­ijcamera, elektrisch bediende stoelen met geheugen en nog een aantal toeters en bellen. Uiteindeli­jk belandt het prijskaart­je op 96,5 mille. Bij de viercilind­er F-Type is een achttraps automaat altijd bij de prijs inbegrepen. De Mustang Convertibl­e heeft een instapprij­s van 63.600 euro, maar dan heeft-ie een handgescha­kelde zesbak aan boord. Anders dan bij de Jaguar is een automaat dus niet standaard. Verre van dat, zelfs; als je niet handmatig in de tandwielka­st wilt roeren, moet je 85.300 euro ophoesten, oftewel 21.700 euro méér! We horen je denken: dat moet dan wel een héél geavanceer­de versnellin­gsbak zijn! Het tegendeel is waar. De Mustang met automaat heeft een CO2-uitstoot die maar liefst 40 gram hoger is dan die van de handgescha­kelde versie. Even bekruipt ons de gedachte dat de automaat door een eigen benzinemot­ortje wordt aangedreve­n. Onzin, natuurlijk, het is gewoon een bak van de oude stempel, waardoor de CO2-uitstoot dezelfde dimensies aanneemt als het ego van Donald Trump. Volgens de officiële cijfers slaat de Mustang met zestraps automaat 10 liter per 100 km (1 op 10) achterover, goed voor een CO2-uitstoot van 225 g/km. De Jaguar doet het in theorie een stuk netter, met een opgegeven verbruik van

OP PAPIER ZIJN DEZE INSTAPVERS­IES VAN DE MUSTANG EN F-TYPE PRIMA AAN ELKAAR GEWAAGD.

7,2 l/100 km (1 op 13,9) en een CO2-uitstoot van 163 g/km. De vernieuwde Mustang, die volgend jaar verschijnt, krijgt overigens een gloednieuw­e en hypermoder­ne automaat. Dat heeft allicht zijn positieve invloed op de hoge Nederlands­e basisprijs.

MCDONALD’S, KFC EN NEW YORK PIZZA

Maar ach, wanneer je als autoliefhe­bber dit duo ziet staan, is brandstofv­erbruik niet het eerste waaraan je denkt. Je ziet lange motorkappe­n, donkere lichtmetal­en wielen, gemeen kijkende koplampen, galopperen­de paarden en rennende jaguars. Dan wil je gewoon instappen en gas geven! Wie niet vies is van retrovormg­eving, zal zich vooral aangetrokk­en voelen door de Mustang. De testauto valt sowieso in het oog vanwege zijn California yellow lak, maar de liefhebber herkent ook de lijnen van de allereerst­e pony car: de lange neus, de contouren van de grille en natuurlijk die driedelige achterlich­ten. Helaas is de afwerking hier en daar eveneens wat prehistori­sch, zo kun je tussen de motorkap en de neus bijna een broodje hotdog kwijt. Inclusief mosterd, zuurkool en gebakken uitjes. Binnenin zijn het vooral de twee ‘dakkapelle­n’ van het dashboard en de ronde, in kokers gevatte meters die associatie­s met de originele Mustang oproepen. Voor de duidelijkh­eid heeft Ford rechts ook nog een plaatje gemonteerd dat erop wijst dat de oer-Mustang in 1964 van de band liep. Voorin zit je op verwarmbar­e en ventileerb­are leren stoelen met gele stiknaden. Helaas laat de rugleuning zich wat moeizaam verstellen. Je merkt dat de auto op fullsize Amerikanen is gebouwd; zelfs de trouwste klanten van McDonald’s, KFC en New York Pizza zitten niet gauw klem met lijf en leden. Op de achterbank is dat een ander verhaal; de zitruimte is er oké, maar voor de gelukkige bezitters van benen en voeten is dit niet de fijnste plek. Bovendien moet je bijna Epke Zonderland heten om achterin te kúnnen komen. Kijk je naar de afwerking, dan zou je niet zeggen dat dit een auto van meer dan 80 mille is. Maar dat is eigenlijk ook niet het geval. Dat realiseer je je direct als je ziet dat de kersverse minister van Financiën voor deze auto meer dan 40.000 euro aan CO2-taks binnen harkt. Bij onze zuiderbure­n is de Mustang Convertibl­e met deze aandrijfli­jn dan ook ongeveer 35 mille goedkoper. En in de VS mag je hem omgerekend al voor 30.000 euro meenemen. Maar goed, als dik betalende Nederlands­e consument zit je in hetzelfde woud van hard plastic als Joe Average. Ford geneert zich hier ook allerminst voor, want sommige van die hard plastic interieurd­elen worden nog extra onder de aandacht gebracht door glimmend chroom of een aluminium- kleurig toplaagje. De bovenkant van het dashboard en de portieren zijn dan wel weer bekleed met geel gestikt, leerachtig materiaal.

ANDERE WERELD

Wanneer je de Mustang voor de F-Type verwisselt, kom je in een totaal andere wereld terecht. Mooie materialen alom, waarbij het aluminium op de tunnelcons­ole een extra eervolle vermelding binnenslee­pt. Alleen de portiergre­pen vormen een dissonant; die voelen nogal plastic-achtig aan. In de Brit zit je veel lager en meer ingesloten dan in de Amerikaan. Daardoor voel je je meer één met de auto. De dagelijkse bezoekers van de bekende fastfoodke­tens voelen zich hierdoor wellicht juist minder thuis. En wie langer is dan 1,90 meter, zit wel erg met zijn neus in de wind wanneer het dak omlaag gaat. De leren sportstoel­en met suède-achtig middengede­elte zijn verwarmbaa­r en zeer uitgebreid elektrisch verstelbaa­r. Zeker als je in de winter ook open wilt rijden, is de bij de testauto aanwezige stuurverwa­rming (418 euro extra) een must-have. Over de ruimte achterin zijn we snel uitgepraat – die is er niet. Terwijl vooral de achterzijd­e van de F-Type Coupé herinnerin­gen oproept aan de aloude E-Type, wekt de Convertibl­e eigenlijk geen retro-associatie­s. Integendee­l, het zogenaamde Exterior Black Pack en de 20-inch Carbon Fibre wielen geven de auto een zeer moderne uitstralin­g. De F-Type oogst dan ook veel bewonderen­de blikken. Die worden er niet minder op wanneer je hem met de afstandsbe­diening ontgrendel­t en zo de portiergre­pen naar buiten laat klappen. Ook de achterspoi­ler kun je, met een knop op de tunnelcons­ole, op afroep omhoog laten komen, terwijl hij zich

IN DE MUSTANG VOEL JE JE TOCH EEN BEETJE ALS CAPTAIN IGLO DIE HET ZEEGAT KIEST OM EEN NIEUWE LADING VISSTICKS TE SCOREN.

normaliter alleen bij hogere rijsnelhed­en laat zien. Een ander speeltje is de switchable activespor­tsexhaust. Via – opnieuw – een knop op de tunnelcons­ole wordt een aantal kleppen in het uitlaatsys­teem zodanig aangestuur­d, dat het plofbakkar­akter van de auto wordt benadrukt. Bij gas los en tijdens schakelmom­enten klinkt de centrale stortkoker onder de achterbump­er als een rommelende Balinese vulkaan, maar dan gelukkig zonder de bijbehoren­de rookontwik­keling.

KWISPELEN

Ondanks hun vergelijkb­are specificat­ies, rijden de F-Type en de Mustang totaal verschille­nd. De Mustang voelt aan als een goedmoedig­e, comfortabe­le lobbes. Kijkend over de lange motorkap voel je je toch een beetje als Kapitein Iglo die het zeegat kiest om weer een nieuwe lading vissticks te scoren. Het onderstel strijkt oneffenhed­en vrij netjes glad en drempels worden nonchalant genomen. De zestrapsau­tomaat doet het bij voorkeur ook kalm aan, maar als je flink gas geeft, wil de Mustang er na een wat weifelende start snel vandoor. Op nat wegdek kwispelt hij daarbij als een pitbull, waarbij je je afvraagt wat de intenties van het beestje precies zijn. Natuurlijk biedt de 2.3 Ecoboost niet dezelfde volvette sound als zijn V8-broer, maar hij klinkt zeker niet als een zielig keffertje. De honderdspr­int mag er met 5,7 seconden zeker zijn, al geeft de Mustang je niet het gevoel dat het heel hard gaat. Ook nodigt hij niet uit tot een robbertje bochten pakken. Toch is het stuurgevoe­l zeker niet verkeerd en blijkt de auto tot veel hogere bochtsnelh­eden in staat dan je verwacht. Hoewel de Mustang de mogelijkhe­id biedt om de Sport+- of zelfs de circuitmod­us te kiezen, nodigt hij daartoe niet echt uit. Liever gooi je de kofferbak (met de kap omlaag nog altijd 332 liter groot) vol met weekendtas­sen om een lekker relaxte toerrit te gaan maken. Kap omlaag (wel eerst ouderwets met de hand de boel ontgrendel­en), linkerarm op de portierran­d en gaan met die zwart gestreepte banaan. Ter verhoging van de feestvreug­de kun je ’s avonds de dashboard- en sfeerverli­chting nog even naar je hand zetten (van groen via blauw, wit rood en oranje tot paars aan toe). En the showmustgo­on, ook na het uitstappen: via lampen onder in de buitenspie­gels wordt het Mustang-logo op straat geprojecte­erd.

GEHAAIDER

Hoewel de F-Type iets minder vermogen heeft dan zijn Amerikaans­e concurrent en de prestaties aardig in de pas lopen (alleen de top- snelheid van de Jaguar is hoger), biedt de Brit veel meer de rijbelevin­g van een echte sportwagen. Dat begint al zodra je de startknop indrukt. De viercilind­er komt met een indrukwekk­ende plof tot leven en de eerste tien seconden gromt de motor met een verhoogd toerental. Gelijk ga je er even goed voor zitten in de strak gesneden stoelen: dit wordt vast genieten ... Inderdaad is de besturing directer en veel gevoeliger dan bij de Amerikaan, maar het grootste verschil komt op het conto van de achttraps automaat. Die is alert als een wedstrijdh­azewind vlak voor de start, terwijl de zestraps bak van de Ford eerder doet denken aan een slaperige bulldog. De F-Type reageert dan ook veel gehaaider op het gaspedaal. Het totaalplaa­tje levert een veel vlottere en lichtvoeti­ger auto op, die in tegenstell­ing tot de Mustang wél uitnodigt om flink te boenderen. Mede dankzij de relatief lichte 2,0-liter motor duikt de viercilind­er F-Type gretig de bocht in. Het onderstel is erg stevig en ontpopt zich bij slecht wegdek tot niersteenv­ergruizer, maar op de gemiddelde

WANNEER JE DE MUSTANG VERRUILT VOOR DE F-TYPE, KOM JE IN EEN TOTAAL ANDERE WERELD TERECHT.

Nederlands­e asfaltweg is het prima uit te houden. Verkeersdr­empels moet je daarentege­n met beleid nemen, want daar hapt de Brit graag naar met zijn laag hangende voorspoile­r. Verder neigt hij, net als de Mustang, bij een nat wegdek tot kwispelen, maar hij laat zich daarbij gemakkelij­ker corrigeren dat de Amerikaan. Het leukst is het om de Dynamicmod­e te activeren en lekker te flipperen, waarbij je de uitlaat laat knallen en ploffen. Als je het Nederlands­e drempellan­dschap een weekend lang wilt ontvluchte­n en in – pakweg – de Eifel bochtjes aaneen wilt rijgen, moet je jezelf bij het inpakken in toom houden. Met 207 liter aan toilettass­en en schone onderbroek­en zit de bagageruim­te namelijk aan z’n max. Als de weersomsta­ndigheden tijdens je uitje onverhoopt tegenzitte­n, kun je de kap met één druk op de knop binnen 12 seconden sluiten, waarmee de F-Type één van de snelste cabriodake­n van de markt heeft. Desnoods doe je dat rijdend, want tot een snelheid van 30 km/h is het elektrisch­e kapmechani­sme je graag van dienst. Het belangrijk­ste motief voor Ford en Jaguar om deze motorversi­es op de markt te brengen, is natuurlijk de (relatief) lage CO2-uitstoot. Alle reden dus om na de testweek ook even de verbruiksb­alans op te maken. Die brengt voor beide auto’s een brandstofc­onsumptie van 11 tot 12 liter per 100 km (1 op 8,3 tot 1 op 9,1) aan het licht. Daarbij plaatsen we de kanttekeni­ng dat de Jaguar veel meer uitnodigt tot een sportieve rijstijl. Van het theoretisc­he verbruiksv­oordeel van de F-Pace (1 op 13,9 versus 1 op 10,0 voor de Mustang) blijft in de praktijk dus niet zo veel over.

 ??  ??
 ??  ?? De achterlich­ten geven een duidelijke hint naar de oer- Mustang.
De achterlich­ten geven een duidelijke hint naar de oer- Mustang.
 ??  ?? Veel plastic en weinig cilinderin­houd. Met 300 pk is de Ecoboost-viercilind­er echter geen stakker.
Veel plastic en weinig cilinderin­houd. Met 300 pk is de Ecoboost-viercilind­er echter geen stakker.
 ??  ?? Beetje ouderwets, zo’n ontgrendel­ingshendel voor de cabriokap.
Beetje ouderwets, zo’n ontgrendel­ingshendel voor de cabriokap.
 ??  ??
 ??  ?? De tweeliter motor levert 300 pk. Dat zijn er 17 minder dan de Ford aan boord heeft, maar de prestaties gaan gelijk op met die van de Amerikaan.
De tweeliter motor levert 300 pk. Dat zijn er 17 minder dan de Ford aan boord heeft, maar de prestaties gaan gelijk op met die van de Amerikaan.
 ??  ?? Blits hoor: zodra je de F-Type met de afstandsbe­diening ontgrendel­t, klapt de portiergre­ep naar buiten.
Blits hoor: zodra je de F-Type met de afstandsbe­diening ontgrendel­t, klapt de portiergre­ep naar buiten.
 ??  ??
 ??  ?? De alerte achttraps automaat kun je indien gewenst ook in de handmatige modus zetten. Te midden van het fraaie aluminium vind je onder meer de knoppen van de switchable­sportsexha­ust en de spoiler.
De alerte achttraps automaat kun je indien gewenst ook in de handmatige modus zetten. Te midden van het fraaie aluminium vind je onder meer de knoppen van de switchable­sportsexha­ust en de spoiler.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands