Voorwoord
Wat hebben we ons in Nederland toch een ellende op de hals gehaald met de fiscale politiek van de overheid. Dat is grillig als het humeur van Kim Jong-un en werd sinds het jaar 2000 vrijwel elk jaar gewijzigd. Als gevolg van veranderend beleid, werden telkens andere auto’s heel kort razend populair. De theoretisch zuinige Volkswagen Polo BlueMotion was bijvoorbeeld eventjes een bestseller, omdat je bpm noch wegenbelasting hoefde af te dragen. Ook voor zakelijke rijders hing het bijtellingvoordeel af van de CO2-uitstoot, -uitstoot, met korte verkooppieken voor auto’s als de Mitsubishi Outlander PHEV tot gevolg. Vorig jaar was er eindelijk rust in de tent: de bijtelling op elke auto met een verbrandingsmotor ging naar 22 procent, voor de particuliere koper loopt het aankoopbedrag op naarmate de CO2-uitstoot -uitstoot van een model toeneemt. Rare uitzonderingen zijn er niet meer. Dat de prijzen voor onzuinige auto’s als de Ford Mustang hierdoor astronomisch hoog zijn geworden is jammer, maar het beleid is in elk geval duidelijk. De rust was van korte duur, want nu hebben we te maken met een nieuwe testcyclus (WLTP in plaats van het oude NEDC), waarbij verbruik en uitstoot meer overeenkomen met de dagelijkse praktijk. Dat betekent voor vrijwel alle auto’s dat de meetwaarde voor de CO2uitstoot hoger wordt. Op 1 september moeten alle auto’s volgens de WLTP-norm getest zijn en vanaf 1 januari 2019 worden de WLTP-waarden gebruikt voor de bpm-berekening. Van 1 september tot 1 januari 2019 wordt de WLTP CO2-uitstoot -uitstoot teruggerekend naar een ‘tussenwaarde’, die NEDC 2.0 heet. De CO2-waarden -waarden vallen daarbij in vrijwel alle gevallen hoger uit dan bij de huidige NEDC-norm. Veel automodellen worden per 1 september dus flink duurder. Niet alleen de grote slurpers, maar ook de kleine auto’s. Een Opel Karl kost straks bijvoorbeeld 2000 euro meer. Auto-importeurs proberen dan ook om voor 1 september nog zoveel mogelijk auto’s op kenteken te zetten en zo een voorraadje op te bouwen. Wat de situatie vanaf 1 januari 2019 wordt, is op dit moment nog volstrekt onduidelijk. Om de autoprijzen gelijk te houden, moeten de bpm-schijven omlaag. Iedereen is in onzekerheid: de autobedrijven, de leasemaatschappijen én wij, de autokopers. In theorie zou het kunnen dat iedereen in 2019 lachend de creditcard trekt omdat de bpm-tarieven zo gunstig zijn geworden. Ik vrees echter dat de aanschaf van een auto alleen maar duurder wordt. En dat je nu je slag moet slaan, als je een nieuwe auto wilt kopen.
Wil je een nieuwe auto? Koop hem dan nu!