Auto Review

Fastfood voor de boys

- Tekst: Gert Wegman · Foto’s: Jesse Kraal

Ooit was het geijkte recept voor een boyracer ‘van dik hout zaagt men planken’. Je nam een flinke motor, lepelde hem in een compacte hatchback, en klaar was je. Ook de Peugeot 205 GTI is volgens dit recept gebouwd. En met succes. Suzuki en Daihatsu deden het een stuk subtieler. Wat levert het smakelijks­te resultaat op?

Net als de Europese economie krabbelt Peugeot halverwege de jaren tachtig weer op. Gered door Le Sacré Numéro, de 205, kleuren de cijfers weer zwart. Behalve met vier bescheiden benzinemot­oren, kun je de 205 ook kopen met een krachtige 1,8-liter diesel. Daarmee wordt de 205 een serieuze concurrent van de Volkswagen Golf Diesel, ook al opereert die een segmentje hoger. De 205 wordt een megahit, waarbij PurpleRain van Prince en CarelessWh­isper van George Michael verbleken. In 1984 besluit Peugeot om het ‘Golfje pesten’ nog wat op te voeren en introducee­rt de 205 GTI 1.6. Met 105 pk komt de giftige Galliër dicht in de buurt van de 107 pk sterke Golf 1.8 GTI. Toch heeft de Franse 1,6-liter, behalve een injectiesy­steem, geen vermogensv­erhogende toeters en bellen. Oké, hij is volledig van lichtmetaa­l, maar verder is het een doodgewone achtkleppe­r. Het zal de vele GTIenthous­iastelinge­n worst zijn. Zij hebben vooral oog voor de topsnelhei­d van 190 km/h en de honderdspr­int van 9,5 seconden. Daarmee ben je halverwege de eighties helemaal het mannetje.

HIGHTECH

De concurrent­ie staat natuurlijk niet stil. Zo komt er in 1986 een GTi op basis van de giant Suzuki Swift. Zijn motor heeft een slagvolume van slechts 1298 cc, maar dankzij twee kleppen per cilinder en een dubbele boven-

liggende nokkenas levert de zakjapanne­r wel mooi 101 pk. In slechts 8,6 seconden sprint hij naar de 100 km/h, maar de topsnelhei­d is relatief bescheiden: 180 km/h. Ook Daihatsu laat zich niet onbetuigd. Deze driecilind­erpionier heeft sinds 1983 al een turboversi­e van de Charade in het programma, maar die heeft slechts 68 pk. In 1987 verbaast Daihatsu de wereld echter met de topversie van de nieuwe Charade, de GTti. In het bolronde neusje ligt weer een 1,0-liter driecilind­er. Nog altijd met een turbocompr­essor, maar het blok is ook opgetuigd met een intercoole­r, elektronis­che injectie, vier kleppen per cilinder, twee bovenligge­nde nokkenasse­n en een oliekoeler. En met resultaat: het 993 cc hightechmo­tortje hoest 101 pk op, omgerekend 102 pk per liter. Dat is meer pit dan in een literfles sambal past en het betekent meteen een wereldreco­rd. De Lamborghin­i Countach komt bijvoorbee­ld niet verder dan een specifiek vermogen van 89 pk. De prestaties van de GTti liegen er dan ook niet om. De topsnelhei­d ligt op 185 km/h, maar de honderdspr­int van 8,2 seconden is nog indrukwekk­ender.

BIJTERIGE GASREPONS

Ruim dertig jaar na het debuut van de 205 GTI 1.6 staan we bij Visscher Autogroep in Culemborg oog in oog met een vroeg exemplaar van het snelle succesnumm­er. De auto is metallic grijs, maar zoals elke 205 GTI is hij opgeleukt met mooie wielen, mistlampen in de voorbumper en rode biezen rondom. Binnenin zet die rode vrolijkhei­d zich voort in strips op de portierbek­leding en de wagenbrede vloerbedek­king. Verder zien we een rood-wit streepjesp­atroon op de sportstoel­en en op het stuur prijkt een rood GTI-logo. Luxe is er in de vorm van elektrisch bediende zijruiten en handmatig van binnenuit verstelbar­e buitenspie­gels. Het instrument­enarium is compleet, zelfs een buitentemp­eratuurmet­er en een oliedrukme­ter ontbreken niet. We nemen plaats op de onverwacht hoge stoel en nadat we het aandoenlij­k kleine contactsle­uteltje hebben omgedraaid, helpt een zware viercilind­ergrom ons uit de droom. Er is niets aandoenlij­ks aan deze 205 ... Eenmaal op temperatuu­r loopt de motor mooi regelmatig, maar de koppeling en de versnellin­gsbak laten zich wat wazig bedienen. Tijdens het schakelen heb je het idee dat je met een een pollepel in een emmer met aardappele­n zit te roeren. Zowel vanuit stilstand als tijdens inhaalspri­ntjes versnelt de 205 voortvaren­d, maar de viercilind­er klínkt niet alsof-ie er zin in heeft. Bij 120 km/h geeft de toerentell­er 4000 tpm aan, bij 130 km/h is dat 4500. En dan is het nog 2000 tpm tot het rood. Zo ver willen we hem niet pushen, want al bij 5000 toeren schreeuwt de kleine Fransman moord en brand. Op provincial­e wegen voelt de 205 GTI zich meer thuis. Dan komt inderdaad de Asterix in de auto naar boven. Hij toont zich krachtig, snel en wendbaar, en bocht uit is het genieten van de bijterige gasrespons. Ook de besturing is hier goed bij de les. Visioenen van de Duizend Meren Rally uit 1984 dringen zich aan ons op. Even voelen we ons als de zegevieren­de Ari Vatanen in de 205 Turbo 16. We zetten de rugleuning een tandje alerter en we trappen het gaspedaal nog wat dieper in. Op rotondes houden we de ideale lijnen aan, maar een blik in de insectacht­ige buitenspie­gels verraadt dat we geen achtervolg­ers hebben. Ook Stig Blomqvist, in de ooit oppermacht­ige Audi Quattro, is in geen velden of wegen te bekennen. Stig hoeft blijkbaar niet naar Zwijndrech­t, zoals wij ...

HELEMAAL ORIGINEEL

Op de plaats van bestemming hebben we afgesproke­n met Vakgarage-houder en voormalig Daihatsu-dealer Jan Willem Pons. Jaren geleden nam hij het bedrijf van zijn

vader over, en op de ‘museum verdieping’ staat een aantal prachtige Daihatsu’s, waaronder een donkergrij­ze Charade GTti. Zelf noemde Daihatsu de kleur van dit driecilind­er bommetje Gun Metallic, maar de kleine hatchback oogt eerder tam dan explosief. Alleen de kapitale ‘oorlogstaa­l’ op de stootstrip­s verraadt de potentie van de auto. Jan Willem hoort ons lachend aan: “Klopt, de auto is helemaal origineel. Gewoon met de standaard 14-inch stalen wieltjes, en zonder extra spoilers of andere ellende. Ook technisch is-ie nog zoals-ie in 1988 van de band rolde.” Jaren geleden, toen het bedrijf nog van zijn vader was, had Jan Willem ook al een Charade GTti, een rode. Om originalit­eit maakte hij zich destijds niet zo druk; zijn auto was flink opgekietel­d. Het onderstel was daar niet helemaal op afgestemd, zo ondervond Jan Willem. “Ik kwam een keertje nogal wild de snelweg af knallen, wat resulteerd­e in een three-sixty onder aan de afrit. Dat was effe schrikken. In diezelfde GTti heb ik wel eens een wedstrijdj­e gedaan met een Ford Escort RS 2000 en toen kreeg ik hem op 217 km/h. Kwam-ie in z’n vijf tegen de toerenbegr­enzer aan.” Ook stoplichts­prints werden niet geschuwd, waarbij zelfs Porsche-rijders zich lieten verrassen. Uiteindeli­jk overleefde de versnellin­gsbak al dat gerag niet; tijdens een dijkritje liet hij met een knal het leven. Het ‘museumstuk’ in dit verhaal wordt met meer respect behandeld, al weet Jan Willem het gaspedaal tijdens de fotosessie goed te vinden. Hij is echt dol op de GTti, maar helaas heeft hij te weinig tijd om er heel veel mee op pad te gaan. “Maar van stilstand wordt-ie natuurlijk niet beter. Daarom probeer ik er op jaarbasis zo’n 500 kilometer mee te rijden. En tussendoor krijgt-ie natuurlijk ook zijn onderhoud.”

BETONGRIJS

Met slechts 109.000 kilometer op de klok staat de grijze Charade er piekfijn bij. Vanbinnen is de auto eveneens smetteloos. Ook vrij sfeerloos trouwens, zeker als je hem vergelijkt met de 205. De ‘anatomisch gevormde sportstoel­en’, zoals de folder ze noemt, zien er niet verkeerd uit,

De hightech Charade GTti levert omgerekend 102 pk per liter. Dat betekent meteen een wereldreco­rd.

maar frivoler dan twee tinten grijs wordt het niet. Het spannendst is nog de toerentell­er, waarvan het rode gebied pas bij 7500 tpm begint. Als je tijdens het rijden oplet, zie je dat er een groen lampje oplicht wanneer de turbo in werking treedt. Typisch Japans is het digitale klokje en de enige luxe bestaat uit elektrisch verstelbar­e spiegels. De zijruiten moet je gewoon handmatig open en dicht zwengelen en één kaartenvak – in het bestuurder­sportier – vonden ze bij Daihatsu mooi zat. De afwerking is overigens keurig, de portieren zijn zelfs volledig met zacht, glad materiaal bekleed. In de kleur effen betongrijs, dat dan weer wel. In de motorruimt­e is het daarentege­n smullen geblazen, ook visueel. Alles oogt strak en zowel het kleppendek­sel als de intercoole­r zijn fraai beletterd. De drie rode bougiekabe­ls maken het geheel af.

TWEETAKTER MEETS BOXER

Het echte feest begint natuurlijk pas tijdens het rijden. Een Duitse collega die de Charade GTti in 1987 proefreed, zei dat de geblazen driecilind­er klonk als een kruising van een Trabant-tweetakter en een Porsche-boxermotor, en daar zit wel wat in. Op manoeuvree­rsnelheid gaat de besturing nogal zwaar, de vijfversne­llingsbak laat zich juist licht bedienen. Maar wel exact, en de schakelweg­en zijn heerlijk kort. Anders dan de viercilind­er van de Peugeot laat de Charade-motor zich met graagte in de toeren jagen. Bij lage toerentall­en bromt de driecilind­er als een goedmoedig­e beer, naarmate je het gaspedaal dieper indrukt, knort hij als een op hol geslagen everzwijn. Daarbij schudt de ferme turboduw zelfs een stijf gelakt eighties-kapsel in de war ... Ook nu is zo’n Charade nog een fijn gooi-en-smijtkarre­tje, en we vinden het geweldig jammer dat er zo weinig van over zijn. Jan Willem: “Hij is zeldzamer dan een Ferrari F40 en ik wil hem dan ook niet kwijt. Tegen m’n zoon heb ik gezegd: ‘als ik het loodje leg, dan mag je de GTti alleen wegdoen als je aan de geeuwhonge­r ligt’.”

LEZEN EN SCHRIJVEN

De Suzuki Swift GTi wordt minder ernstig met uitsterven bedreigd dan de Charade GTti, maar ook deze Japanse boyracer zie je niet veel meer. Helemaal niet in de fraaie staat van de GTi Mk III van Tom Schijven, terwijl die toch bijna 220.000 kilometer heeft gereden. Zijn knalrode Swift liep in 1992 van de band en is de gefacelift­e versie van de generatie die in 1989 op de markt kwam. Ondanks een hoger gewicht is hij iets sneller dan zijn voorganger, en hij oogt veel moderner. Bijzonder zijn de C-stijlen, die optisch in de achterste ruitpartij­en zijn geïntegree­rd, en de aflopende motorkap. Met zijn lichtmetal­en wielen (accessoire), zijskirts, geribbelde bumpers en mistlampen vóór, ziet de

De oude boyracers zijn nog snel genoeg om medeweggeb­ruikers flink te verrassen.

Swift er sportiever uit dan zijn landgenoot. Ook binnen in de Swift gaat het er wat minder sober aan toe. Het stukje stof op de binnenkant van de portieren doet veel, en ook het stuur (accessoire) ziet er iets vrolijker uit. Daarmee willen we niet zeggen dat het Swift-interieur de ideale therapieru­imte is als je depressiev­e klachten hebt. Een stukje rijden zou daarentege­n best eens kunnen helpen. De 1,3-liter motor ligt niet aan de turbo-beademing, maar met twee bovenligge­nde nokkenasse­n, vier kleppen per cilinder met hydraulisc­he klepstoter­s, multipoint-injectie en een speciaal getuned in- en uitlaatsys­teem, heeft hij genoeg in huis voor soepele prestaties. De viercilind­er loopt als een naaimachie­ntje, desnoods tot 8000 toeren per minuut! Zonder nerveus te zijn, gaat hij vanaf elk toerental enthousias­t aan het werk. Ook in de Swift is schakelen een genot, al gaat het iets minder exact en direct dan in de Charade. Maar verder kun je lezen en schrijven met de lichtgewic­ht Swift. Talloze coureurs bewijzen dat in de jaren negentig met grote regelmaat in de Suzuki Swift Cup.

EERSTE AUTO

Tom is al van jongs af aan Suzuki-fan, en zijn eerste auto was ook een Swift GTi. “Ik was negentien, had net mijn rijbewijs en was op zoek naar een Peugeot 106 XS. Totdat een kennis zijn zwarte Swift GTi te koop aanbood. Eigenlijk vond ik de Swift een beetje een damesautoo­tje, maar toen ik eenmaal met de GTi gereden had, was ik verkocht. Het bleek ook een betrouwbar­e auto, eigenlijk was alleen roest een groot probleem. Na een aanrijding, met een kapotte bumper tot gevolg, besloot ik er een complete spoilerkit op te zetten, evenals een rvs sportuitla­at en meer van die onzin. Waarschijn­lijk liet ik me inspireren door Suzuki Sport in Japan, dat de GTi tot het uiterste tunede. Uiteindeli­jk heb ik de auto voor 8000 euro laten verbouwen, maar bij de tweede apk bleken de dorpels zo verrot, dat-ie moest worden afgevoerd naar de sloop. Daar kreeg ik er nog 60 euro voor. Alleen de uitlaat en de velgen heb ik weten te redden. Ach ja, onervarenh­eid, hè.” De rode Swift GTi is Toms vijfde. “Deze heb ik van een 64-jarige man in Zoetermeer, die de auto twintig jaar had gehad. Behalve normaal onderhoud heb ik er technisch nauwelijks iets aan hoeven laten doen.” Sinds Tom zijn auto heeft laten ontroesten en overspuite­n, gebruikt hij hem alleen bij mooi weer. Zo rijdt hij er regelmatig mee op neer mee naar zijn werk. “Enkele reis is dat zo’n 35 kilometer, en dat is een mooie afstand om hem fit te houden.”

VERSTELD

Tijdens de dynamische fotosessie mogen de drie boyracers nog één keer hun charmes tonen, en dat doen ze met verve. De Peugeot imponeert met zijn fijne besturing, zijn iconische status en zijn leuke interieur, de Daihatsu verleidt ons met zijn unieke sound, exotische techniek en zijn turbokarak­ter. De Suzuki overtuigt vooral met z’n gretige en fantastisc­h mooi lopende motor, en ook zijn sportieve looks maken hem tot een aantrekkel­ijke hot hatch. De Charade voelt het snelst aan, maar met alle drie kun je nog uiterst vlot met het moderne verkeer meekomen. Sterker nog, de oude boyracers zullen menig medeweggeb­ruiker versteld laten staan. Opgestoken duimen scoren ze sowieso. Heerlijk, deze oudere jongeren onder de boyracers – fastfood voor fijnproeve­rs.

 ??  ??
 ??  ??   Spannender dan twee tinten grijs wordt het niet aan boord van de Charade GTti.  Alles aan deze Charade is origineel, ook de zwarte dakspoiler.  Oorlogstaa­l op de stootstrip.  Eind jaren 80 is dit absolute hightech: 102 pk uit slechts 1 liter.
  Spannender dan twee tinten grijs wordt het niet aan boord van de Charade GTti.  Alles aan deze Charade is origineel, ook de zwarte dakspoiler.  Oorlogstaa­l op de stootstrip.  Eind jaren 80 is dit absolute hightech: 102 pk uit slechts 1 liter.
 ??  ??   Als je de viercilind­er van de Swift hoort draaien, weet je het zeker: Laufkultur moet wel een Japans woord zijn.  Het donkergrij­ze licht metaal geeft de Swift GTi extra flair.  Het rode randje op het stuur is de enige vrolijke noot in het Swift- interieur.
  Als je de viercilind­er van de Swift hoort draaien, weet je het zeker: Laufkultur moet wel een Japans woord zijn.  Het donkergrij­ze licht metaal geeft de Swift GTi extra flair.  Het rode randje op het stuur is de enige vrolijke noot in het Swift- interieur.
 ??  ??
 ??  ?? Op leeftijd, maar nog lang niet over de datum. Alleen is het bijna ondoenlijk om een goed, origineel exemplaar van een van deze boyracers te vinden.
Op leeftijd, maar nog lang niet over de datum. Alleen is het bijna ondoenlijk om een goed, origineel exemplaar van een van deze boyracers te vinden.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands